In het boek ‘Je hebt wel iets te verbergen’ schreven Maurits Martijn en Dimitri Tokmetzis van De Correspondent over het belang van privacy en de ingrijpende gevolgen van het zomaar weggeven van je gegevens in de digitale wereld, soms zonder dat je dat weet. Vandaag waren de onderzoeksjournalisten te gast in Argos om over hun ontdekkingen te praten.

‘Commerciële surveillance is zeker niet onschuldig’

In 2013 schreven Martijn en Tokmetzis hun eerste artikel samen voor de Correspondent over online trackers. Dit was ook het jaar dat de onthullingen van Snowden naar buiten kwamen, over de gigantische afluisterpraktijken van de Amerikaanse NSA. Tokmetzis noemt een van de belangrijkste inzichten bij deze onthulling dat het veel makkelijker is geworden voor overheden om burgers af te luisteren. Vroeger moest de KGB nog een heel eigen netwerk opbouwen van spionnen en dergelijke om mensen te kunnen monitoren, dit was kostbaar en moeilijk. Nu maken overheidsdiensten gebruik van de infrastructuur die al door de commercie, zoals Facebook en Google, is opgezet. Tokmetzis: “Commerciële surveillance is zeker niet onschuldig. We zeggen altijd maar: ‘het gaat maar om advertenties’. Maar het gaat heel diep in onze levens.”

Voormalig NSA-medewerker Edward Snowden kort na zijn onthulling van het afluisterschandaal.

Je hebt wel iets te verbergen

De discussie over online privacy lijkt voor veel mensen een ver-van-hun-bed-show, omdat men al gauw zegt ‘ik heb toch niets te verbergen’. Volgens Tokmetzis is dit een valkuil in het denken over privacy: “De discussie gaat veel verder. Die data worden continu gebruikt om allerlei beslissingen over ons te maken. Hoewel die besluiten gevolgen hebben voor ons is heel moeilijk om te zien of ze op grond van de juiste data zijn gemaakt.” Als voorbeeld noemt hij het aanvragen van een lening bij een bank, computeralgoritmes kijken onder andere naar de locatie van je woonplaats en op basis daarvan wordt bepaald of je de lening krijgt. Maar het is moeilijk om inzicht te krijgen in de manier waarop dit werkt.

Data in de toekomst

Martijn voegt hieraan toe dat de gigantische hoeveelheid aan data die er nu over ons allemaal wordt verzameld ook iets is om ons mee bezig te houden omdat we niet weten wat deze data in de toekomst voor rol gaat spelen. Martijn: “Er wordt enorm veel data verzameld en opgeslagen, ook door de Nederlandse overheid, je kan zeggen dat dat nu nog onschuldig is, maar je weet niet hoe dat is over vijf jaar of tien jaar.” Want wat als de heerser van een land steeds autoritairder wordt, en dat die de infrastructuur waar de NSA gebruik van maakt in handen krijgt, wat dan? Data is in dit geval macht en als die macht in de verkeerde handen valt is niet in te schatten wat hiermee wordt gedaan.

 

Hackende tandenborstels

Steeds meer apparaten worden tegenwoordig op het internet aangesloten, zoals printers, maar ook televisies, beveiligingscamera’s, babyfoons en zelfs elektrische tandenborstels. Dit creëert nieuwe mogelijkheden voor hackers. Er bestaan virussen op het internet die deze apparaten kunnen hacken om met de gebundelde krachten netwerken plat te leggen of verder virussen te verspreiden. Martijn legt uit wat dit in de praktijk betekent: “Een soort zombie-legers worden opgebouwd die door de beheerder met een druk op de knop kunnen worden geactiveerd. Dus dan kan jouw tandenborstel ervoor zorgen dat er een server in Oekraïne wordt platgelegd. Niet in z'n eentje maar met allemaal bevriende tandenborstels.”

Digitale zelfverdediging

Hoewel het moeilijk is om helemaal geen gegevens te verstrekken aan grote bedrijven zoals Google zijn er wel manieren waarop je beter kan omgaan met je eigen privacy. De Correspondent-journalisten hebben heirvoer ook een digitale zelfverdedingsgids opgesteld met tips zodat je ervoor kan zorgen dat er niet met je wordt meegekeken en dat je moeilijker te hacken bent. Tokmetzis: “Je kan ervoor zorgen dat je een wachtwoordmanager gebruikt. Of dat je met je vrienden niet alleen over WhatsApp maar ook over Signal communiceert, dat is veel beter.”