Bestuur universiteit Tilburg doet aangifte tegen oud-decaan wegens verduistering via familiebedrijf

Universiteit Tilburg heeft aangifte gedaan tegen oud-decaan Arie de Ruijter wegens verduistering en valsheid in geschrifte. De voorzitter van het college van bestuur, Koen Becking, bevestigt de aangifte “tegen een oud-medewerker van de wetenschappelijke staf” aan Argos. Volgens ingewijden heeft De Ruijter meer dan een miljoen euro laten uitbetalen aan bedrijven van familieleden.

Professor De Ruijter was van 2007 tot 2015 decaan van de faculteit Humanities van Tilburg University. In die functie was hij ook verantwoordelijk voor de begeleiding van promovendi. Vanwege de grote werkdruk kreeg hij van de universiteit toestemming om een deel van de begeleidingswerkzaamheden uit te besteden.

We ontdekten dat De Ruijter voor deze begeleidingsactiviteiten het bedrijf I’Solo Tisera in Gorinchem inschakelde, gespecialiseerd in pedicure en andere cosmetische behandelingen. Het bedrijf staat op naam van de partner van de dochter van De Ruijter’s zus. Nadat er intern vragen werden gesteld over de omvang van de uitgegeven bedragen, en of deze werkzaamheden niet openbaar zouden moeten worden aanbesteed, schakelde De Ruijter een tweede bedrijf in: Thoben Research & Consult. Dit bedrijf stond op naam van de zoon van de zus van De Ruijter.

Volgens ingewijden zou De Ruijter meer dan een miljoen euro aan deze twee bedrijven hebben laten uitbetalen. De universiteit wil het precieze bedrag niet noemen. Maar als Argos de som van een miljoen euro aan het college van bestuur voorlegt, bevestigt voorzitter Koen Becking dat het om “aanzienlijke bedragen” gaat. “En dat is dus belastinggeld. Dat is echt buitengewoon vervelend als dat zo is. Daar baal ik ontzettend van.”

Ook onderzoek naar wetenschappelijke integriteit
Gemiddeld begeleidt een hoogleraar aan de Universiteit Tilburg één promotie per jaar, zo blijkt uit het jaarverslag van de universiteit. De Ruijter was alleen al in het jaar 2015 als promotor betrokken bij zeven dissertaties.

Na onderzoek door bedrijfsrecherchebureau Hoffman heeft de universiteit op 15 april 2016 aangifte van verduistering en valsheid in geschrifte gedaan bij het Functioneel Parket in Amsterdam, zegt collegevoorzitter Becking in een interview met Argos.

Omdat er ook vragen gerezen zijn over de kwaliteit van de door De Ruijter begeleide promoties, heeft de universiteit een externe commissie ingeschakeld om de wetenschappelijke integriteit te onderzoeken, aldus Becking. Het onderzoek is afgerond, maar het rapport is nog niet beschikbaar.

“Universiteit verdiende tonnen”
Arie de Ruijter (1945) studeerde Culturele Antropologie aan de Universiteit Utrecht. Tot 2003 was hij hoogleraar aan diezelfde universiteit. In 2000 werd hij door de universiteit Tilburg aangetrokken als hoogleraar en ook benoemd tot decaan van de Faculteit Sociale Gedragswetenschappen. Van 2005 tot 2007 was hij ook decaan van de Faculteit Communicatie en Cultuur. In 2007 werd hij decaan van de nieuw opgerichte Faculteit Humanities (Geesteswetenschappen).
 
Naast zijn decaanschap had De Ruijter vele nevenfuncties. Zo was hij onder andere voorzitter van de commissie die de Nederlandse militaire missie in Uruzgan (Afghanistan) evalueerde, lector aan de Politieacademie, en voorzitter van de Commissie Ontwikkelingssamenwerking van de Adviesraad voor Internationale Vraagstukken. Op 6 september 2010 werd De Ruijter benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. Hij kreeg een lintje vanwege zijn bijzondere wetenschappelijke en bestuurlijke verdiensten. Sinds maart 2013 is De Ruijter directeur van NCDO, een stichting ter bevordering van kennis over en betrokkenheid bij mondiale vraagstukken.

De Ruijter benadrukt dat hij werkzaamheden altijd naar volle tevredenheid van zijn opdrachtgevers heeft verricht. “Weet je wat ik denk? Dit is het lot van een uitslover. Ik heb de universiteit door mijn activiteiten tonnen (aan promotiebonussen, red.) opgeleverd. Dat is ook deel van het verhaal.”

Per afgeronde promotie ontving de universiteit omstreeks 90.000 euro van het ministerie van OCW. De Ruijter stelt dat schoonheidssalon I’Solo Tisera “goed was in hem ondersteunen en in het zoeken naar literatuur”, maar wenst daar verder geen details over te geven. Ook niet of de medewerkers enige vorm van wetenschappelijke opleiding hebben genoten. Dat het bedrijf eigendom was van de echtgenoot van zijn nicht vindt hij “een totaal irrelevant gegeven”. “Waar het om gaat is hun deskundigheid. En die deskundigheid heeft zich bewezen in de begeleiding van al die promoties die tot een goed einde zijn gekomen.” Zonder inschakeling van deze bedrijven waren volgens hem al die promoties niet afgerond.