In 'Macbeth heeft echt geleefd' reist voormalig boekenchef van de NRC Pieter Steinz door Europa, in de voetsporen van zestien literaire helden als Don Juan en Dracula. Het boek is genomineerd voor de VPRO Bob den Uyl Prijs 2012.

‘Het begon allemaal met Faust,’ vertelt Pieter Steinz in zijn nieuwe kantoor bij het Letterenfonds in Amsterdam, waar hij sinds maart directeur van is. ‘Eigenlijk was de belangrijkste reden voor die fascinatie dat Dokter Faust een sprookjesachtig figuur was die echt geleefd bleek te hebben. In Duitsland, in de 15e en 16e eeuw. Faust was een alchemist die een mislukt experiment deed, waardoor de boel ontplofte. Maar dat werd dus het verhaal van de duivel die de alchemist is komen halen. Iemand die een mythe is geworden, maar eigenlijk gewoon van vlees en bloed is geweest, dat vond ik bijzonder. Ik schreef daarom een boek over Faust, De Duivelskunstenaar (2010), en toen ik daarmee bezig was, dacht ik: hé, je hebt eigenlijk wel veel meer van dit soort figuren.’

Pieter Steinz werkte meer dan twintig jaar bij NRC Handelsblad, waarvan veertien als chef Boeken. Van oorsprong is hij, behalve letterkundige, ook historicus; hij werkte zelfs een tijdje als docent aan de universiteit. ‘Ik hou erg van historische sporen en bezoek tijdens vakanties ook altijd wel plekken waar boeken zich afspelen, dus de historische en reële setting van een fantasieverhaal. Maar de historische sensatie is nog groter als je denkt dat die literaire helden fictie zijn, en je er vervolgens achterkomt dat ze wel bestaan hebben. Ik vind het leuk om dan te kijken wat er nog van hen te vinden is.’

Duiventil
Zo reist hij in Macbeth heeft echt geleefd naar Schotland, naar het stadje Dingwall waar de Schotse koning Macbeth volgens sommige historici geboren is, en naar Lumphanan waar hij volgens de boeken werd onthoofd. ‘In Dingwall staat een kasteel, waarvan een torentje – de duiventil- gemaakt is van de stenen van het kasteel van Lady Macbeth. Dat is het dichtste bij dat ik kon komen,’ lacht Steinz. In Roemenië, het land van Dracula, trof Steinz een goed geoutilleerde toeristenindustrie rondom de held aan. ‘Inclusief een soort Efteling-kasteel dat volgens het Roemeense toeristenbureau van Dracula is. Maar een stukje verderop staat een veel schilderachtigere ruïne; daar woonde Vlad III, de vorst die model stond voor Dracula. Daar kun je je zijn wreedheden ook voorstellen, dat is een veel mooiere historische sensatie.’

Misschien wel leuker dan de reisgids-elementen van dit boek, zijn de beschrijvingen van de reizen die de helden door de eeuwen heen gemaakt hebben in de Europese cultuur. Steinz laat zien hoe historische figuren door schrijvers van een make-over werden voorzien en hoe hun mythe doorwerkt in opera’s, films en stripboeken. ‘Allemaal zijn ze tenminste twee keer geboren: een keer als mens van vlees en bloed, en daarna als mythe,’ schrijft Steinz. Vlad III was bijvoorbeeld in werkelijkheid een strenge heerser die vocht tegen onder meer de Turken in het huidige Bulgarije. Het was Bram Stoker die hem omtoverde tot de vampier die in ons collectieve geheugen gegrift staat en die later weer filmmakers als Roman Polanski en Francis Ford Coppola inspireerden.

Koning Macbeth, die leefde in de 11e eeuw, kennen we enkel nog dankzij Shakespeare. Die wist van zijn bestaan dankzij een 16e eeuwse geschiedschrijver. Volgens deze bron was Macbeth een succesvolle veldheer en capabele koning, maar Shakespeare maakte van hem een streber die zich iets te veel laat beïnvloeden door zijn wrede echtgenote. Ook de Merovische koning Sigibert I (Siegfried) en de Spaanse Don Juan hebben door de eeuwen heen aardig wat gedaanteverwisselingen ondergaan in boeken en films. Steinz: ‘Het mooiste verhaal wint, dat is eigenlijk een soort kern die in al die verhalen zit.’

Verenigd

In zijn voorwoord schrijft Steinz er van overtuigd te zijn ‘dat Europa voor alles verenigd wordt door een gedeelde cultuur die haar oorsprong vindt in poëzie en proza’. De schrijver glimlacht: ‘Er zit wel een stichtelijk randje aan dit boek, dat is toch de leraar in mij. Gaandeweg ontdekte ik dat je die figuren in alle uithoeken van Europa kon terugvinden. Of het nou Baron van Munchhausen, Dracula of Dokter Faust is. Misschien zit daar wel iets van common ground voor alle Europeanen die nu zo lopen te schelden op het feit dat er te weinig is in Europa om je verbonden te voelen. In de periode dat ik hier aan werkte, trad ook Roemenie toe tot de EU. Dat is eigenlijk een soort scheiding geweest, toen kwamen de vragen. “Waarom moeten landen die zo weinig met ons te maken hebben bij de EU?” In mijn boek zie je dat er in al die figuren een cultureel patroon zit dat in al die landen een beetje hetzelfde is. Dat vind ik heel fascinerend.’

Opvallend is dat er maar een vrouw in het boek voorkomt, Pausin Johanna. Waar zijn de vrouwelijke helden? Steinz grinnikt: ‘Dat is me al vaker voor de voeten geworpen. Ik heb er echt naar gezocht, en ik heb nog erg getwijfeld over Jeanne d’Arc. Ik heb haar laten vallen omdat ze te historisch was en te weinig fictie is geworden, maar eigenlijk is dat niet zo. Ik heb er misschien wel spijt van dat ik haar niet heb opgenomen. Nu zeg ik maar dat ze er niet in zit omdat ze een heel boek voor zichzelf verdient.’

Cruijff
Macbeth heeft echt geleefd maakt nieuwsgierig of er nu mensen leven die over vijf eeuwen een mythische held zouden kunnen zijn geworden die onze cultuurgeschiedenis net zo beïnvloeden als bijvoorbeeld Macbeth. Steinz. ‘Je hebt wel van dat soort figuren, Elvis Presley bijvoorbeeld. Die heeft door zijn vroege dood wel mythische proporties gekregen. Hij was nog geen jaar dood en mensen beweerden al dat ze hem hadden gezien bij een benzinestation, toen begon die mythevorming al. Het zou best kunnen dat men over een jaar of honderd denkt dat Elvis een fantasiefiguur is. Als Johan Cruijff in 1985 was overleden, was hij misschien ook wel een mythe geworden.’ Is hij dat dan nu ook al niet, zij het een levende? Steinz: ‘Nouja, door al dat gedoe bij Ajax is dat wel een beetje aan het afbladderen. Maar je zou je best kunnen voorstellen dat men op een gegeven moment, net zoals bij Elvis, gaat spreken over visioenen over Cruijff. Er worden nu ook boeken over hem geschreven en er is een opera over hem op handen geloof ik. Maar het is een proces dat wel eeuwen neemt, en als je weinig bronnen hebt over een bepaalde figuur, heb je meer kans dat er andere verhalen aan toegevoegd worden. Dat is met heel veel van die figuren in mijn boek gebeurd. Bij Cruijff wordt dat wat lastiger, omdat alles over hem op televisie komt.’