Een schrijver schrijft boeken, dat staat vast. Maar lezen schrijvers ook? VPRO Boeken fotografeert en interviewt lezende schrijvers op de plek waar zij het liefst boeken verslinden.

De druppels kletteren zachtjes op de rand van de paraplu. Onder de paraplu staat Jerry Hormone. ‘Ik lees graag in de zomer in het Vroesenpark’ had hij ons gemaild. Hoewel het geen zomer is, staat hij wel op zijn favoriete leesplek. In de regen.

‘Ik ga nu niet buiten zitten lezen. Ik lees alleen buiten in de zomer.’ Samen met vriendin Elfie Tromp en de Chinese naakthond Chin Chin gaat Jerry regelmatig naar het Vroesenpark in Rotterdam. ‘Van ons alle drie heeft de hond het meest gelezen. Het is jammer dat ze niet kan praten, want dan kunnen we er niet over discussiëren.’ Waar hij dan over zou willen discussiëren? ‘Ik had nooit gedacht dat ik dit zou zeggen, maar ik hou heel erg van taal. Oh, wat klinkt dat kut zeg. Maar terwijl ik iets aan het lezen ben, ben ik het aan het herschrijven. Dan denk ik: jaaa, de grap van de zin moet aan het einde staan. Of dat moet juist meer naar voren. Als ik lees ga ik ook heel vaak dingen in de tegenwoordige tijd zetten.’

Na vijf minuten lopen vanaf zijn huis, betreden we een modderig grasveldje waar Jerry met zijn puntige leren laarzen een paar centimeter in wegzakt. ‘In het weekend moet je hier niet gaan proberen te lezen, dan lig je zij aan zij onder de barbecue van een Surinaamse familie.’ Waarom hij dan toch in het Vroesenpark leest? Omdat dat lange tijd het enige Rotterdamse park was waar alcohol was toegestaan. ‘Literatuur is leuk, maar je moet er wel wat te drinken bij hebben. Eigenlijk moet overal wat te drinken bij, behalve bij hardlopen.’ Voor Jerry is het drankje dan het liefst Pernod met ijsblokjes, of zoals hij het zelf noemt: ‘limonade voor grote mensen.’

'Een schrijver heeft zijn roman niet geschreven om jou in slaap te laten vallen.'

Lang achter elkaar lezen vindt Jerry lastig, en het park zorgt voor minder afleiding. ‘Voor romans moet je echt even de tijd nemen. Als je een roman leest voor je gaat slapen, kan je de volgende dag weer opnieuw beginnen. Een schrijver heeft zijn roman niet geschreven om jou in slaap te laten vallen.’ Maar welke boeken leest hij dan? Toen hij nog rond toerde met zijn band las hij Charles Bukowski: ‘Dat sloot perfect aan bij mijn belevingswereld op dat moment. Heel weinig geld hebben, veel zuipen en dronken wijven neuken. Zijn romans vond ik machtig mooi.’ Toen hij Bukowski later nogmaals las, was het ineens minder glorieus dan hoe hij het destijds vond. ‘Als ik nu zijn boeken lees, zie ik dat het een bron van ellende is. Toen had ik dat nog niet door, omdat mijn katers toen nog maar vijf minuten duurden.’ Herlezen doet Jerry sowieso veel: ‘Ik heb een groepje van dertig, veertig boeken die regelmatig weer eens aan bod komen. Als je gaat herlezen ken je het verhaal al. Dan zie je pas hoe goed dat verhaal verteld is.’

Eens per maand haalt Jerry de tijdschriften van de Nieuwe Stijl uit de kast, maar volgens hem zijn het eigenlijk gewoon boeken. De avant-gardistische teksten van Armando en Hans Sleutelaar laten het onvermogen van de mens naar voren komen. ‘Dat is echt genieten. Je moet er om lachen, maar tegelijkertijd is het diep triest.’

Het was moeilijk kiezen met welk boek hij op de foto wilde. Het werd De SS’ers, ook van Armando en Sleutelaar. ‘Dit is een van de beste Nederlandse boeken ooit. Het zijn full quote interviews met SS’ers. Ze beginnen met een gematigde SS’er, dan denk je nog: ik begrijp het wel. De volgende is net een stapje erger. Op het einde zit je met iemand die net niet zegt dat-ie zelf joden heeft vergast. Je bent zo gekneed door de loop van dat boek heen. Je krijgt steeds meer begrip voor het monster. Dat is waanzinnig. De opbouw van het boek maakt het verhaal. Hierdoor zie je dat boeken gevaarlijk kunnen zijn, ze kunnen je veranderen. Heel subtiel, op een niet subtiele manier gedaan.’

Volgende week fotografeert en interviewt VPRO Boeken blogger, columnist en schrijver Yuki Kempees.

meer Jerry Hormone