Boeken

Désanne van Brederode

Désanne van Brederode liet zich voor haar nieuwe roman inspireren door de Deventer moordzaak. In 'Door mijn schuld' probeert ze uit te zoeken wat er gebeurt als je een moord pleegt, de berechting daarvan uitgebreid in de media aan bod komt en familie en vrienden ten onrechte overtuigd zijn van je onschuld?

Désanne van Brederode liet zich voor haar nieuwe roman inspireren door de Deventer moordzaak. Hoewel de verdachte Ernest Louwes in 2000 werd veroordeeld voor de moord op de weduwe Wittenberg, werd het onderzoek in 2006 heropend naar aanleiding van een verzoek van professor Peter van Koppen gebaseerd op gegevens die waren verzameld door Maurice de Hond. De interesse van Van Brederode was gewekt: wat gebeurt er als je een moord pleegt, de berechting daarvan uitgebreid in de media aan bod komt en familie en vrienden ten onrechte overtuigd zijn van je onschuld?

De aandacht van de media was bij de Deventer moordzaak overdadig. De vrouw van Ernest Louwes kwam zelfs op televisie in het kader van het programma De Reünie, waarbij oud-klasgenoten elkaar ontmoeten. Ook daar werd haar de vraag gesteld hoe zeker ze was van de onschuld van haar man, en haar ontluisterende antwoord luidde: "Ik ken hem toch al zeker dertig jaar, dan weet ik toch wie hij is." Ook bij het journaal kwam de zaak aan de orde. Een beroemd fragment is het moment dat Louwes te horen krijgt dat het DNA onder de nagels van de weduwe Wittenberg klopt met dat van hem. De laatste beelden zijn die van een vloekende en tierende Louwes, en de advocaat die "camera's uit" gebiedt: een fragment dat Maurice de Hond van zijn onschuld overtuigde. Deze media-aandacht maakten de zaak bijna tot een live thriller: in de woonkamer thuis kon iedereen wild meespeculeren. Ook legt het de nadruk op de manieren waarop we mensen denken te kennen. Want hoe goed kent een vrouw haar man, of kan een relatieve buitenstaander iemands reactie inschatten.

Het boek van Van Brederode is echter fictie, en gaat niet letterlijk over de Deventer moordzaak. De dader in haar roman komt uit welgesteld Amsterdams milieu, hoewel hij zelf weinig binding voelt met de elitaire achtergrond van het gezin waar hij uit komt. De ouders in het boek proberen hun zoon wel cultuur bij te brengen, maar als het niet meteen aanslaat geven ze het op. Hiermee wilde Brederode ook commentaar leveren op de passieve houding van de intellectuelen in Nederland, graag zag ze dat men meer moeite deed om de hoge cultuur aan de man te brengen.

Schrijnend voorbeeld hiervan is Van Brederodes aanstelling bij een bekend damesblad om columns te schrijven. Hoewel ze specifiek was aangenomen om haar filosofische achtergrond, kreeg ze bij iedere column met filosofisch onderwerp het commentaar dat de lezers van het blad "maar mavo hadden gedaan". Maar door diepere onderwerpen en hogere cultuur niet eens meer aan te bieden, ontneem je deze lezeressen wel iedere mogelijke waardering.