Boeken

Lydia Davis & Thomas Rosenboom

In zijn nieuwe roman 'De rode loper' keert schrijver Thomas Rosenboom zich tegen het verlangen naar roem. En 'Varianten van ongemak' bevat het tweede deel van de korte verhalen van de Amerikaanse schrijfster Lydia Davis. VPRO Boeken komt vanaf Crossing Border.

De eerste helft van Lydia Davis' korte verhalen verscheen vorig jaar in Nederlandse vertaling, de bundel Bezoek aan haar man, nu volgt de tweede helft: Varianten van ongemak. De verhalen van de eigenzinnige schrijfster gaan over kwetsbaarheid en het onvermogen daar iets aan te veranderen. Ze schetst situaties die zowel ongemakkelijk herkenbaar als bevreemdend zijn.

Het korte verhaal; het is een genre dat verschillend wordt gewaardeerd. Een veelgehoord bezwaar is dat de lezer bij ieder verhaal moet omschakelen of zelf het kader erbij moet bedenken. Te kort om te kunnen beklijven, wordt er gezegd. Maar geslaagd kort proza kan in een paar regels een heel leven oproepen. Een wereld in het klein. Dankzij enkele pleitbezorgers kent het genre in Nederland een gestage opmars. Een aandeel in deze opleving is onder meer toe te schrijven aan het succes van de Amerikaanse schrijfster Lydia Davis.

Sommige van haar verhalen zijn zeer kort, waardoor het bijna prozagedichten worden. Davis’ kortste verhalen zijn één regel lang. Zoals ‘Samenwerking met vlieg’, dat na de titel wordt gevolgd door de regels: ‘Dat woord heb ik op de bladzijde gezet, maar hij heeft er de apostrof aan toegevoegd’.

Niet al haar verhalen zijn even kort: ze variëren van een regel tot een dertigtal bladzijden. Ongeacht de lengte: Davis’ verhalen zijn scherp en innovatief, ze beschrijft gevoelens en gedachten die bekend voorkomen. Vaak roepen ze een bepaalde verwachting op, die door Davis vervolgens genadeloos de kop in wordt gedrukt. Proza dat soms experimenteel van aard is, maar verlammend werkt dat zelden.

Over het uiterlijk of de achtergrond van haar personages geeft Davis nauwelijks iets prijs. Ze zet liever innerlijke monologen in. Het leveren absurdistische observaties en merkwaardige gedachtegangen op. Davis’ wereld maakt soms wanhopig, maar haar humoristische nuancering biedt meestal uitkomst.

In Varianten van ongemak trekt ze een veelzijdig register open. Zo schrijft ze een nieuw verhaal met Franz Kafka’s brieven aan zijn geliefde Milena. ‘Hoe moet ik om hen rouwen?’ bestaat uit één lange vragenlijst. En in ‘Mijn man en ik’ stelt ze haar relatie als Siamese tweeling voor. Met de verschijning van deze bundel zijn nu al haar verhalen in het Nederlands vertaald. Het is te hopen dat ze er meer gaat schrijven.

In zijn nieuwe roman De rode loper keert schrijver Thomas Rosenboom zich tegen het narcistische gedrag van mensen die zich niet kunnen neerleggen bij hun eigen middelmatigheid. Waarom willen we een droom zien uitkomen, bij voorkeur in combinatie met roem, terwijl we weten dat we over te weinig talent beschikken?

Het verhaal van De rode loper begint in 1973 op het Arnhems lyceum, waar Lou Baljon en Eddie van de Beek zojuist eindexamen hebben gedaan. Terwijl hun klasgenoten gaan studeren, besluiten ze om vrijwillig de bijstand in te gaan. Weg van het gebaande pad, tegen de stroom in, maar wel zeer comfortabel. Hoofdpersoon Lou blijkt talent te hebben voor de bijstand. De overheidssteun verhindert hem niet om als roadmanager bij te klussen, bij Shout; op dat moment de bekendste popgroep in Arnhem.

Na tien jaar trekken de bandleden van Shout de stekker eruit vanwege het uitblijven van succes. In het nabijgelegen Zevenaar begint Lou een opnamestudio, maar ook die hobby eindigt bij gebrek aan belangstelling. Hij kraakt een leegstaande parkeergarage en begint een bioscoop die gespecialiseerd is in horrorfilms. De filmavonden die Lou organiseert worden slecht bezocht, niemand in de ingeslapen provinciestad zit op zijn films te wachten.

Af en toe ontmoet Lou zijn jeugdvriend Eddie, die de ambitie had journalist te worden, maar als verslaggever bij het lokale sufferdje werkt. Als Lou en Eddie in een café naar de oorzaak van de mislukkingen zoeken, komen ze tot het inzicht dat mensen het liefst naar zichzelf kijken. Eddie legt de moderne samenleving als volgt uit: ‘Narcisme is de ziekte van deze tijd, half Nederland lijdt aan een mateloos verlangen naar aandacht en verwondering, maar hoe krijg je die als je niks bijzonders kunt?’

Lou ontwikkelt een lumineus plan dat goed bij de moderne tijd past: het exploiteren van het narcisme. Tegen betaling mogen mensen zich per limousine naar de bioscoop laten vervoeren. Op de rode loper voor de ingang van de bioscoop wacht een cameraploeg die de aankomst registreert. Nepjournalisten stellen vragen alsof het beroemdheden betreft. In de bioscoop kunnen de deelnemers zich vervolgens terugzien op het witte doek. Het succes is overweldigend, maar Lou kan er niet van genieten omdat hij verliefd wordt op een in zichzelf opgesloten vrouw die alleen op de rode loper tot leven komt.

Wim Brands zal tijdens Crossing Border twee uitzendingen van zijn televisieprogramma Boeken opnemen.

In de Openbare Bibliotheek van Den Haag ontvangt hij Thomas Rosenboom en Lydia Davis. Deze twee gesprekken worden op zondag 18 november uitgezonden.

Twee weken later, op zondag 2 december, worden de gesprekken met Ben Lerner en Marnix Peeters uitgezonden.