zondag 4 september, 11.20 uur, npo 1

Geke van der Wal en Philip Snijder

Aanstaande zondagmorgen ontvangt presentator Jeroen van Kan in VPRO Boeken de schrijvers Philip Snijder en Geke van der Wal.

VPRO Boeken
Zondag 4 september, 11.20 uur, NPO 1

philip snijder

Met schrijver Philip Snijder (1956) praat Van Kan over Snijders nieuwste roman Bloed krijg je er nooit meer uit. Deze roman gaat over een vijftigjarige man die op zoek gaat naar zijn tien jaar jongere, enige zus. En dat terwijl hij toch weet waar zij zich bevindt: in het mortuarium van een ziekenhuis. De vorige avond is ze met spoed opgenomen. Tevergeefs. De dag na haar plotselinge dood doolt hij urenlang door haar huis, alleen, zoals hij dat tegelijkertijd doet in zijn herinneringen – aan haar, en aan zijn eigen zelfzuchtige afzijdigheid bij haar ondergang. Ondertussen staat zijn eerste boek op punt van uitkomen: een onthullende roman over zijn kindertijd en zijn familie in een achterbuurt. Bloed krijg je er nooit meer uit prikkelt en schrijnt zoals het treurigstemmende leven van zijn zus schuurt, tot het ongemak oplost in een bevrijdende lach. Tijdelijk.

geke van der wal

Ook Geke van der Wal is te gast in VPRO Boeken met haar net verschenen biografie Rob van Gennep, Uitgever van links Nederland. De idealen, de manipulaties en de linkse kringen van de legendarische uitgever van het politieke boek. Rob van Gennep was de stuwende kracht en het gezicht van de uitgeverij die decennialang, in de woelige, revolutionaire jaren zestig en zeventig, links van lectuur voorzag. De man die de chique uitgeverij van Boutens en Leopold omtoverde tot hét actiecentrum, waar bijvoorbeeld het Dagboek van Che Guevara verscheen. Van Gennep combineerde een feilloos gevoel voor de tijdgeest met een praktisch koopmansinstinct: uitgever van kookboeken naast pamfletten als Tien over rood. Een krachtige persoonlijkheid, geliefd en gevreesd. Een charmeur, die mensen hardvochtig kon afserveren. Altijd casual gekleed, en tegelijkertijd die zweem van radical chic.

Geke van der Wal schetst de Wassenaarse jeugd van een beau garçon, de verbanning uit het ouderlijk huis, zijn verlangen naar een artistiek leven, zijn samenwerking met Johan Polak, de symbiotische relatie met compagnon Jaap Jansen en zijn vrije liefdesleven.