Boeken

Judith Herzberg & Andrew Graham-Dixon

Dichteres Judith Herzberg schreef de bundel 'Klaagliedjes', een bewerking van de bijbelse Klaagliederen. Licht en duisternis spelen ook een grote rol in ‘Caravaggio’, de omvangrijke biografie die kunsthistoricus, columnist en BBC-presentator Andrew Graham-Dixon schreef.

In 1971 publiceerde dichteres Judith Herzberg de bundel 27 liefdesliedjes, een verzameling van vertalingen van enkele verzen uit het Hooglied van Salomo uit het Oude Testament. Bij die vertaling volgde ze nauwgezet de bijbelteksten. Een aanpak die haaks staat op de bewerking van de bijbelse Klaagliederen - wat resulteerde in de nieuwe bundel Klaagliedjes, waar ze de oorspronkelijk tekst meer heeft losgelaten, waar ze soms met opzet van is weggeraakt.

Componist Boudewijn Tarenskeen benaderde Judith Herzberg met het verzoek of ze de Klaagliederen voor het muziektheater zou willen vertalen. Aanvankelijk had ze niet veel zin in de opdracht, zo geeft ze toe, totdat ze iets las wat haar op een idee bracht. In de eerste zin van het bijbelboek, een boek dat vijf afzonderlijke gedichten bevat, laat de profeet zijn gedachten dwalen over het vele leed dat de stad Jeruzalem is overkomen: ‘Hoe zit die stad zo eenzaam, die vol volk was, zij is als een weduwe geworden, zij-‘. Een vernielde stad wordt vergeleken met een weduwe. Herzberg: “Toen dacht ik: Ik kan het ook omdraaien, iets proberen te schrijven over een weduwe en dan de stad als vergelijking gebruiken.” Bovendien heeft ze een voorkeur om over mensen te schrijven, in plaats van over huizen. In het muziektheater is het ook logischer dat het over personen gaat, het is beter beeldend te maken.

Een weduwe is echter nooit alleen, die heeft ook iemand om wie ze rouwt. Hoe verhoud je je tot diegene die weg is? “Er moest iemand zijn om wie getreurd werd,” zegt Herzberg. Dus ook de overleden man werd in Klaagliedjes een personage toegedicht. Om zich in een weduwe te kunnen verplaatsen las ze onder meer het boek A Mind of My Own van Elisabeth Maxwell, de weduwe van de Amerikaanse krantenmagnaat Robert Maxwell. Een man wiens macht nog wel eens de baan uit wilde schieten. Herzberg: “Het bracht me op het idee dat je een weduwe kunt hebben die niet alleen treurt, wat voor de hand ligt, dat je iemand gaat idealiseren, maar die zich ook afvraagt wat ze had kunnen doen om hem te weerhouden van al die stommiteiten die hij heeft begaan.”

Ook al heeft Herzberg zich in het weduwschap moeten verdiepen, het was voor haar eenvoudiger om over de rouw te schrijven, dan over de liefde. Een vergelijking die ze veertig jaar later kan maken. “Bij mezelf is het zo dat als ik heel erg gelukkig ben, dan heb ik het niet per se over verliefd zijn, dat ik dan niet weet wat ik moet schrijven. Dingen moeten een beetje kartelig zijn. Als het glad is kun je je er niet aan vasthouden.“

De ondertitel van de biografie van Caravaggio (1571-1610), Een leven tussen licht en duisternis, staat voor de schilder én zijn schilderijen. De dubieuze reputatie van de Italiaanse Barokschilder werd al eerder opgetekend in drie zeventiende-eeuwse biografieën, de laatste decennia werd pas duidelijk hoe onbarmhartig Caravaggio daadwerkelijk heeft geleefd. Maar in hoeverre was zijn levenshouding van invloed op zijn werk? Deze vraag vormde de inzet van Caravaggio, de omvangrijke biografie van kunsthistoricus, columnist en BBC-presentator Andrew Graham-Dixon.

Graham-Dixon
kwam de nieuwe documenten over Caravaggio op het spoor toen hij voor de BBC aan een documentaire werkte, getiteld Who killed Caravaggio? Voor de documentaire volgde hij de levenswandel van Michelangelo Merisi, kortweg Caravaggio, genoemd naar zijn geboortedorp nabij Milaan. De lijn loopt van zijn geboortedorp, via zijn opkomst in Rome en omzwervingen langs Napels, Malta en Sicilië, tot zijn dood in Porto Ercole in 1610. Onderweg stuitte Graham-Dixon op verschillende documenten van lokale historici en archivarissen, in bijvoorbeeld Rome en Napels, die net als Graham-Dixon door Caravaggio waren gefascineerd. De publicaties brachten kleine details aan het licht, maar voegden samen nieuwe inzichten toe aan de studie van het veelbewogen leven van de schilder.

Italië en met name Rome was destijds een samenleving met zijn eigen meedogenloze regels en wetten. Een zekere lichtgeraaktheid hoorde bij die tijd. Caravaggio komt veelvuldig voor in het Romeinse politiearchief van omstreeks 1600. In 1606 moest hij zelfs de stad ontvluchten na het plegen van een moord. Volgens Graham-Dixon omdat de schilder zich ook voor pooier uitgaf en een andere pooier tijdens een duel had gedood. Op zoek naar gratie, om de doodstraf te ontlopen, zwierf hij met zijn schilderijen onder de arm via Napels naar Malta en Sicilië en weer terug naar Napels. In die plaats werd hij mishandeld na een bordeelbezoek. Onderweg naar Rome bezweek hij, mede door de verwondingen die hij in Napels opliep, in het plaatsje Porto Ercole. Hoe omvangrijk zou zijn oeuvre zijn geweest als hem meer dan 38 levensjaren waren gegeven? En hoe zou zijn werk eruit hebben gezien als hij minder heethoofdig en onhandelbaar zou zijn?

Caravaggio had weinig op met geïdealiseerde schoonheid. Zijn meest dramatische schilderijen zijn de religieuze taferelen, waarvoor hij vaak prostituees of berooide figuren als model gebruikte. Caravaggio's pregnante licht- en schaduwwerking was zijn handelsmerk. Maar naarmate de levensloop van Caravaggio meer duistere kanten kreeg, werd hij in zijn schilderijen ook spaarzamer met licht. Zelfs bij de buitentaferelen bleef het donker. Na de door Caravaggio gepleegde moord werd zijn werk alleen maar donkerder.