Waarom lezen we niet meer over de jeugdleiders van Afrika, die ondanks oorlogen en economische achterstanden hun toekomst in eigen hand willen nemen, vraagt hoogleraar Afrikanistiek Mirjam de Bruijn zich af.

--------------------------------------------------------------------------------------------------
Gastcolumn van Mirjam de Bruijn, hoogleraar Afrikanistiek aan de Universiteit Leiden
--------------------------------------------------------------------------------------------------

Ik heb even geen antwoord op de tegenvraag van een jonge man, 21 jaar oud, in N’djaména, Tsjaad, nadat wij een interview met hem hebben gefilmd. Hij woont in Chagoua, een van de oudere wijken van N’djaména, in een familiehuis, waar de was wappert en vanavond toevallig wel elektrisch licht is. Waar water niet altijd uit de kraan komt, en waar regenval tot modderstromen leidt en malaria een alledaags verschijnsel is.

Waarom kom jij eigenlijk naar Tsjaad, vraagt hij. ‘Wat zoek je hier?’ Hij en zijn vrienden dromen juist van een toekomst in Europa, dat hij kent van films, zoals Les Feux de l'Amour (bij ons bekender als de soap opera The Young and the Restless). Ze willen leven in stijl, daar waar de wereld veel te verdelen heeft.

Hij verduidelijkt dat het zijn droom is om een voorbeeld te worden voor anderen. Iemand die het heeft gemaakt, iets positiefs bijdraagt. Maar hij vreest dat hij na zijn stage straks deel zal uitmaken van het grote leger werkeloze jongeren van Tsjaad en Afrika: zijn nachtmerrie, ‘la vie est amère’.

Geschiedenis van teleurstellingen

Voor een mooie toekomst in Europa heeft hij veel geld nodig, ‘l’argent est la pièce maîtresse’, en dat zit er voorlopig niet in. En dat in een land waar olie wordt gewonnen, leidend tot groei van het Bruto Nationaal Product. Tsjaad is een van de snelst groeiende economieën van Afrika, maar wie profiteert? Niet deze jongen.

Hij draagt, zoals veel jongeren in Afrika, de erfenis van burgeroorlogen, ecologische crises, politieke oppressie en economisch verval. Een geschiedenis van teleurstellingen, die zijn ouders hebben gevormd. Het zijn mensen die hard hebben gewerkt, maar weinig hebben verdiend. Hun hoop voor de toekomst van hun onafhankelijk geworden naties zijn ze verloren, nu ze onderworpen zijn aan politieke regimes die geen aandacht hebben voor de burgers.

Misschien is het daarom niet zo gek dat deze jeugd het respect voor de oudere generatie lijkt te verliezen. Wie kan de jeugd van Afrika wel helpen om uit deze misère te komen, wie is voor hen een voorbeeld? De eigen familie leeft nog steeds in armoede, de nationale overheden vullen eerst de eigen zakken, de internationale gemeenschap is te druk met oorlog voeren en vergeet ‘ontwikkeling’. Niemand luistert echt naar de jeugd.

Chagoua is ook de wijk van de muziek. Hier is hip-hop en rap ontstaan, hier wonen de stars van de Tsjadese jongerenmuziekscene. Muziek biedt hoop. Het blijkt een uitlaatklep voor de jeugd, tot ongenoegen van de ouders die in muziek alleen vagabondage zien. Veel muziek gaat over het begeerde leven en portretteert de soap, verbergt de realiteit. Maar het genre hip-hop, rap en slam is ook een politiek idioom, en groepeert jongeren met een tegenstem. Zie bijvoorbeeld dit chanson over de manier waarop ‘blank’ een prestige is, een valse hoop; maar vooral de presentatie van de muziek is hier interessant.

Ik deed de interviews in Chagoua samen met de star Croquemort wiens gedichten op muziek tot in de dorpen worden beluisterd, zowel door jong als oud. Zijn teksten gaan over misère, en over vriendschap. Hij roept de leiders van zijn land tot de orde. Hij wil aanzetten tot reflectie en het formuleren van kritiek. Zoals in dit nummer, waarin hij spreekt over de manier waarop Europa zich bemoeit met Afrika. Hij benadrukt het dubbele gezicht van de jeugd in Afrika: slachtoffer, maar ook de enige groep die zich daaruit kan en wil vechten. Onze jonge geïnterviewde is fan.

Dit is een toon die artiesten over heel Afrika inspireert. Neem het heft in eigen hand, verwoordt de jonge zanger Izmo uit Kameroen :

De jeugd moet werken, de jeugd moet zich bemoeien, de jeugd moet integreren, de jeugd mag niet meer aan de kant staan; de jeugd moet leiden, de jeugd moet bestaan, de jeugd moet niet wanhopen, de jeugd moet floreren.
Refrein: Luister naar ons huilen, wij die zich met niets voeden, De misère is met ons en wij keren ons tot het gebed, De jongeren worden in werkeloosheid gestuurd/geschoten, Ik schrijf deze tekst met angst en urgentie…

De ervaring van misère omgezet in kracht van informatie is de drijfveer. Politiek bewuste artiesten kunnen het begin zijn van een evenwichtiger toekomst voor Afrika. Hun muziek wordt steeds makkelijker geproduceerd en verspreid met behulp van verbeterde technologie, digitale fotografie, film, bluetooth en (zij het gebrekkige) toegang tot sociale media.

Ik volg deze nog verborgen ontwikkelingen op de voet. Is dat het antwoord op de vraag waarom ik naar Tsjaad, Kameroen, Mali, Congo, CAR en al die andere landen reis? Om het verhaal achter onze krantenkoppen en de kracht van deze zoektocht naar een eigen toekomst van jonge mensen in Afrika te ontdekken? De opkomende muziek- en kunstscene in Afrika is een intrigerend onderzoeksveld.

Meer Afrika bij de vpro