In Burundi, midden in Afrika, staat de persvrijheid onder druk. In een reportage van Egbert Hermsen hoor je wat dat betekent voor een collega daar. Vlucht hij net als zijn gezin het land uit?

‘Je kunt Eric het beste beschrijven als een jonge versie van voormalig VN-secretaris-generaal, Kofi Annan. Zelfde baardje, zelfde haar,’ zegt Egbert Hermsen in deze reportage over zijn Burundese collega. ‘En ook de zelfde soort rust. Iemand die nadenkt en weloverwogen zijn mening geeft. Hij is nu 39, en begon zijn carrière in 2003 bij het onafhankelijke radiostation RPA, Radio Publique Africaine. Hij kreeg al snel een vast contract, klom op en werd in 2010 directeur-eindredacteur van RPA, dat onder zijn leiding het best beluisterde radiostation van de hoofdstad werd.’

Dat klinkt goed. Maar nu staat het er heel anders voor met Eric. Kritische journalistiek in Burundi is een riskante zaak. Mensenrechten staan er onder druk, en aandacht voor de armoede, de nasleep van dertig jaar burgeroorlog en een etnisch conflict tussen Hutu’s en Tutsi’s,wordt door de autoriteiten niet op prijs gesteld. En dat is zacht uitgedrukt. Volgend jaar zijn er verkiezingen en die werpen nu al hun schaduw vooruit. Eric Manirakiza loopt gevaar, en dat weet hij. Egbert Hermsen bezoekt hem in de week waarin Manirakiza moet beslissen of hij in Burundi blijft of toch naar het buitenland vlucht, net als zijn vrouw en kinderen al eerder deden.