Wat maakt of breekt een buitenlandprogramma? Wat is de ideale, gedroomde reis op tv of radio? Oude en nieuwe bekenden verkennen in de online serie Schatgraven de grenzen van het genre en wijzen hun favoriet aan.

Irkoetsk, Siberië, herfst 1990. Bij een aftands gebouwtje wemelt een menigte. Het zijn vooral mannen die wachten bij wat een balie lijkt. In de deuropening ernaast staat een man met grote bril op in doktersjas. 'Waarom filmen jullie mij?' zegt hij en nodigt de cameracrew uit in zijn laboratorium. De ruimte is zo ranzig dat je in je ogen zou willen wrijven. Aan de ketel in de hoek hangt een slang, die via een vieze badkuip over de vloer naar de balie loopt. Daar wordt bier getapt voor de mannen buiten. Proost. Welkom bij de lokale bierverstrekker, welkom in Rusland.

Schatgraven

Vlak na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie maakten regisseur Emile Fallaux en cameraman Erik Zuyderhoff de serie Post-Irkoetsk, een Russisch rariteitenkabinet vol alcohol en verval. De ontmoetingen lijken toevallig en geïmproviseerd, de cameravoering is bij vlagen koortsachtig, maar voortdurend wordt de kijker weer geconfronteerd met nieuwe verrassingen uit een tot voor kort onbekende wereld.

Jelle Brandt Corstius selecteerde de aflevering voor de online-serie Schatgraven, een top 3 van het buitenlandarchief van de VPRO. BC: ‘Ze hebben dingen gefilmd waar ik echt jaloers op ben; ze gingen op pad met een patrouille van de Russische politie, kwamen in een psychiatrische kliniek, wat nu absoluut onmogelijk is. Ze zien mij als een Westerse spion.’

'Ik wil uit mijn kooi gegooid worden'

Ook bekenden als Adriaan van Dis, Nelleke Noordervliet, Marcia Luyten en Bram Vermeulen bekijken het genre met scherpe blik. Ze benadrukken het belang van het persoonlijke verhaal. Of zoals Vermeulen zegt: ‘Een buitenlandprogramma is geslaagd als het hart wordt aangesproken en niet het hoofd. Als de kijker, samen met de maker, de sfeer van dat land gaat voelen. Daar is geen spektakel voor nodig. Geen bommen of granaten. Dat zit in hele kleine dingen, kleine gesprekken waarin het perspectief op de wereld kantelt.’

Vooroordelen over het buitenland moeten worden ontkracht, liefst zo confronterend mogelijk. Adriaan van Dis: ‘Zodat je uit je eigen kooi wordt gegooid en de kans krijgt, en grijpt, in een ander leven te stappen. Ik ben niet geïnteresseerd in meningen die mijn eigen ideeën bevestigen, maar ik wil verrast worden, iets nieuws leren.’

'De kijker is niet gek'

Makkelijker gezegd dan gedaan, want hier gaan makers weleens de fout in. ‘De hang naar exotisme is een verleiding die moeilijk wordt weerstaan. Daardoor wordt De Ander juist vreemder,’ zo constateert Buitenhof-presentator Marcia Luyten. Of ontmoetingen die worden geënsceneerd omdat er ‘iets gehaald’ moet worden. Een groot taboe, volgens Brandt Corstius: ‘Ik ben daar orthodox in. Als wij bij iemand langsgaan - het is veel gedoe met camera’s en geluid - dan verstop ik me meestal in het trappenhuis. Zodat de ontmoeting die ik met de persoon heb de eerste is. Vaak wordt er gefilmd en na afloop schudden mensen elkaar nog even de hand: dat is niet echt. De kijker is niet gek, hij voelt dat. Je kan de kijker niet voor de gek houden.´

En wat als ze mogen dromen, als er eindeloos budget beschikbaar is: welk programma moet er dan gemaakt worden? Vermeulen wil zijn serie Dwars door Afrika afmaken: ‘Een Cape to Cairo, of een Mogadishu-Dakar.’ Brandt Corstius wil wel naar Kamtsjatka, het immense, onbegaanbare schiereiland: ‘Into the wild, maar dan in het oosten van Rusland. Dat zou me wel wat lijken. Dan moet er wel flink wat geld tegenaan om mij erheen te brengen. Of om mij op te halen als ik binnen twee dagen mijn been breek. Laten we eerlijk zijn.’