‘Bij de VN realiseren ze zich nu pas dat Syrische burgers aanwezig moeten zijn bij de onderhandelingen over hun land’, zegt Jeffrey Jonkers. Namens de Britse organisatie Peaceful Change Initiative voert de Nederlander al tien jaar lang onderhandelingen tussen burgers en strijdende partijen in conflictgebieden in het Midden-Oosten. Zijn huidige klus: samen met Syrische burgeronderhandelaars lokale staakt-het-vuren tot stand brengen.

Gesprekken met terreurgroepen

Een aanpak die goed blijkt te werken, zowel op lokaal- als op provinciaalniveau: ‘Dit is een Syrisch initiatief en de conflicten moeten door Syriërs zelf worden besproken. Dat neemt niet weg dat een soort onafhankelijke tussenpersoon soms wenselijk is.’ Wanneer de partijen daar om vragen, verschijnt een onderhandelaar als Jonkers ten tonele. ‘Meestal gaat het dan om grote zaken, zoals een bestuursverandering of het opzetten van een nieuw ministerie. Dan is het fijn als er iemand bij zit die zegt: Zo hebben we dat in Afghanistan gedaan; Zo ging dat in Jemen.’

Terreurgroep IS is één van de partijen met wie Jonkers om de tafel zit: ‘Voor een oplossing zal je met alle betrokken moeten praten’. Wanneer gesprekken op door IS geclaimd gebied plaatsvinden spreekt iemand van zijn organisatie direct met iemand van IS, bijvoorbeeld met het hoofd van de administratie. Buiten door IS geclaimd terrein wijst de terroristische organisatie vaak een ambassadeur aan. ‘Een gerespecteerd persoon zoals een Imam of een oudere man wordt dan als bemiddelaar gestuurd.’

Syrië-conferentie

Afgelopen zaterdag vond in Wenen de zoveelste Syrië-conferentie plaats. Syrische partijen schitterden daar in afwezigheid. De uitkomst: nog dit jaar moeten er gesprekken beginnen tussen vertegenwoordigers van de Syrische regering en de oppositiegroepen. Wat we daarvan kunnen verwachten is vooralsnog onduidelijk. Jonkers voorziet dan ook problemen: ‘Jordanië mag besluiten wie aan tafel zit bij de volgende besprekingen, terwijl Jordanië ook een eigen agenda heeft. Welke partijen uiteindelijk ook gaan deelnemen, het zal geen afspiegeling van de situatie in Syrië zijn.’