Borderline

Zwitserland 1930. Experimenteel van Kenneth Macpherson. Met o.a. Paul Robeson, Eslanda Robeson, Helga Dorn, Gavin Arthur en Charlotte Arthur.

Op het eerste gezicht lijkt het onderwerp duidelijk: een aantal zwarten (Robeson was een grote verdediger van de rechten van de zwarten) doen hun intrede in een provinciaal blank milieu waar de sexuele wedijver voor een hoop neurotisch gedrag en rassenhaat zorgt. De regie is echter een andere zaak: ze resumeert en verzamelt alle formele gekunsteldheden van de avant- garde van de Europese zwijgende film (terwijl die toch aan het uitsterven is!). We komen door elkaar de psycho-analytische invloed van Freud, de ideologie van Marx en de cinematografie van vooral de Russische regisseurs en meer in het bijzonder Koulechov tegen. De gewaagde visuele taal wil de uitlopers van het symbolisme en het onirisme elimineren en vereist een subtiele decodering. De critici, die er natuurlijk niets van begrepen, noemden de film 'onleesbaar'. Wat overblijft is een vreemde meteoriet die op het overigens zo netjes verzorgde grasveld van de Zwitserse film terechtgekomen is. De première vond in 1930 in Londen plaats. De besproken versie is de kopie die in de Zwitserse cinematheek bewaard wordt.