Verenigde Staten 1927. Western van Lloyd Ingraham. Met o.a. Fred Thomson, Nora Lane, Montague Love, Mary Carr en James Pierce.

VPRO Cinema

De start van de vier westerns die Thomson voor Paramount zou maken. Budget: $250000; gage voor Thomson $100000. Het was een uitstekend gemaakt produkt en Paramount was aanvankelijk razend enthousiast. De film bracht 1,5 miljoen dollar op! Maar een storm van verontwaardiging stak op over de film en daarmee over het hoofd van Thomson, die voor Jesse James speelde. Er waren toen nog slachtoffers van de befaamde outlaw in leven; zij namen het Thomson kwalijk dat hij Jesse voorstelde als een held, een slachtoffer van zijn omgeving. Ja, zelfs Quantrill zou een held geweest zijn! Frank Clifton schreef het; wist hij niet beter of paste het niet bij het imago van Thomson? Technisch adviseur was Jesse James Jr., de zoon van de outlaw - is het zijn schuld? Maar Thomson was de baas, het was zijn produktie. De kritiek moest hij alleen aanvaarden. Allen Siegler was de cameraman. Pierce was Frank James en Woods was Bob Ford, de moordenaar van Jesse.