Duitsland 1968. Drama van Eberhard Fechner. Met o.a. Klaus Höhne, Helga Feddersen, Carsta Löck, Dorothea Thiess en Evelyn Hamann.

VPRO Cinema

De tocht door het Nord-Ostsee-Kanal, dat aan de zuidzijde bij Brunsb[KA3]uttelskoog begint naar de noordelijke uitgang in Holtenau bij Kiel duurt een dikke vier uur. De vrouwen van de zeelieden die op de wilde vaart zijn, profiteren van de korte tijd om hun mannen te zien door het reisje mee te maken, of als dat niet kan, in de zeemanstehuizen bij de sluizen met hun kerels te spreken. Daar duurt het schutten een half uur. In het zeemanshuis in Br[KA3]unbuttelskoog is Klara Andresen (L[KA3]ock) de baas en haar zwager Gustav (Höhne), ooit kok op de wilde vaart, hoopt in deze 'haven' een bruidje te vinden. Op een bijna documentaire manier wordt het zeemansbestaan rond 1970 geschilderd door het realistische scenario van Helga Feddersen, die zelf de rol speelt van Lore Elvers. Hamann die later veel hogere ogen zou gooien en lang op het Duitse beeldscherm zou aanblijven is te zien als Elke Hansen. Gevolgd door een drietal afleveringen. Het camerawerk in zwart-wit van Rudolf Körösi laat mooie beelden uit lang vervlogen dagen zien en is bijna nostalgisch.