Der erste Frühlingstag

Duitsland 1956. Drama van Helmut Weiss. Met o.a. Luise Ullrich, Paul Dahlke, Ingeborg Schöner, Matthias Fuchs en Fita Benkhoff.

Op een dag in het voorjaar laat huismoeder Dolly Hiller (Ullrich) zich het hof maken door Bruno (Freytag), de broer van Dolly`s vriendin, die uit Afrika is aangereisd, en haar man, advocaat Robert (Dahlke), laat zich verleiden door Bettina Morelli (Mayberg), een van zijn cli[KA3]entes, een bekende zangeres. Ondertussen probeert hun oudste dochter, de negentien- jarige Vera (Sch[KA3]oner), de getrouwde kunstenaar en schoolvriend van haar vader Robert Paul Frank (Fr[KA3]ohlich) in te palmen. Haar jongere broer Martin (Fuchs) lonkt naar buurmeisje Trixi (Grothum) en het jongste zusje, de vijftien- jarige Lilo (Meissner) flirt met Martins vriend, rijkeluiszoontje Fred (Willer). Het blijft allemaal heel braaf en 's avonds wisselt de gehele familie de ervaringen uit, maar dat gaat niet zomaar. Eigenlijk draait het plot om de overspelige gedachten van Dolly, die de verleiding bijna niet kan weerstaan. Ullrich doet het heel behoorlijk, speelt daarbij de verantwoordelijke moeder en draagt de film. Regisseur Weiss deed het idee op aan de hand van het blijspel van Dodie Smith, die bekend werd toen Disney haar stuk 101 Dalmatians als tekenfilm uitbracht. Het scenario is van Juliane Kay en Jacob Gais. Het camerawerk is van Karl Löb.