Volkskrantrecensenten Jan Pieter Ekker en Ronald Ockhuysen werken samen aan een weblog vanuit Cannes, waar voor de 59e keer filmfestival van glamour en auteursfilms wordt gehouden.

Zondag 28 mei, Jan Pieter Ekker

3 Babel - Alejandro González Iñárritu
2 Crónica de una fuega - Israel Adrián Caetano
? Pan's Labyrinth - Guillermo Del Toro
X Fast Food Nation - Richard Linklater
3 Flandres - Bruno Dumont
4 Iklimer - Nuri Bilge Ceylan
1 Il Caimano - Nanni Moretti
2 Indigènes - Rachid Bouchareb
2 Juventude em marcha - Pedro Costa
1 La raison de plus faible - Lucas Belvaux
3 Laitakaupungin valot - Aki Kaurismäki
2 L' amico di famiglia - Paolo Sorrentino
3 Marie Antoinette - Sofia Coppola
3 Quand j'etais chanteur - Xavier Giannoli
3 Red Road - Andrea Arnold
2 Selon Charlie - Nicole Garcia
2 Southland Tales - Richard Kelly
2 Summer Palace - Lou Ye
2 The Wind That Shakes the Barley - Ken Loach
4 Volver - Pedro Almodovar

En als ik het voor het zeggen had, werden de prijzen als volgt verdeeld:

Gouden Palm voor de beste film: Volver: perfecte combinatie van drama en melodrama die ook nog een ergens over gaat.

Beste regie: de troostprijs gaat naar Nuri Bilge Ceylan voor Iklimler, de prachtige opvolger van Uzak.

Beste scenario: Guillermo Arriaga, die eerder ook al de scripts schreef voor Alejandro González Iñárritu's Amores perros en 21 Grams.

Beste acteur: Gérard Depardieu (Quand j'étais chanteur), fantastisch op dreef als charme-zanger die nieuwe inspiratie vindt in een mooie jonge vrouw, of Giacomo Rizzo die een nare woekeraar speelt in L'amicodi familglia.

Beste actrice: Kirsten Dunst (Marie-Antoinette in Sofia Coppola 's gelijknamige film, die ook een prijs verdient) of Adelaïde Leroux (het getroebleerde boerenmeisje in Bruno Dumonts Flandres, die ook een prijs verdient ).

Zondagavond wordt bekend of de jury (de acteurs Samuel L. Jackson, Monica Bellucci, Helena Bonham Carter, Tim Roth en Zhang Ziyi en de regisseurs Lucrecia Martel, Patrice Leconte, Elia Suleiman, en Wong Kar-wai) er ook een beetje kijk op heeft.

Zaterdag 27 mei, Jan Pieter Ekker

Nog naar Chambre 666 geweest, een film van Wim Wenders uit 1982. Daarin legt hij vijftien regisseurs een aantal (somber getoonzette) stellingen voor over de toekomst van de film. De regisseurs reageren in Wenders hotelkamer, kamer 666 van het Martinez hotel. Er is verder niemand in de kamer; de camera staat op een statief. Op de achtergrond staat de televisie aan. De regisseurs zitten in een stoel; een enkeling blijft erbij staan. Werner Herzog trekt zijn schoenen en sokken erbij uit.

De toekomst waar ze het over hebben is nu, vertelde Wenders voor aanvang van de voorstelling. Het begrip 'digitaal' kenden de meeste regisseurs destijds nog niet. Het stond niet eens in het woordenboek. Fassbinder is inmiddels overleden; Antonioni kan niet meer praten. Van sommige regisseurs is weinig meer vernomen; anderen maken nog steeds meesterwerken.

Wat gedronken in de bar van het Majestic, waar iedereen verzamelt voor de avondpremières. Twee drankjes voor 32 euro; de avondjurken maken veel goed.

Voor de laatste keer mijn postvakje geleegd. Het krankzinnigste persbericht is voor het laatst bewaard: Carlos Ghosn, president van de sponsors Renault en Nissan, brengt een bezoek aan het filmfestival van Cannes. Prima.

Tot slot heerlijk gegeten in restaurant La mere de Besson, waar volgens collega Ockhuysen een dag eerder de jury nog had zitten beraadslagen. Ze waren enthousiast over Babel. Volgens Ab Zagt van het AD wint Pan's Labyrinth van Guillermo del Toro. Dat heeft het kamermeisje uit zijn hotel hem voorspeld, en die had het vorig jaar ook al bij het rechte eind met L'enfant van de Dardennes.

Vrijdag 26 mei, Jan Pieter Ekker

De gelukzoekers staan er nog wel; van 's ochtend vroeg tot 's avonds laat staan ze bij het festivalpaleis, en kijken ze je smekend aan. 'Hebt u een uitnodiging over?' Sommigen zijn specifieker; die hebben een bordje met de titel van de gewenste film erop. Hun mooie pak of avondjurk hebben ze al aan.

Nog een paar bijzondere films gezien:
Fantasmo van de Argentijn Lisandro Alonso, waarin de hoofdrolspeler uit zijn film Los muertos een screening van die film bijwoont. Radicale, hermetische cinema, die toch ook bij momenten aan het werk van Jacques Tati doet denken.

Transe van de Portugese Teresa Villaverde, een dromerige, poëtische en bikkelhard film waarin een Russisch/ Portugese gelukzoekster terechtkomt in de wereld van vrouwenhandel. Lukas Moodyssons Lilya 4-ever is een lachfilm vergeleken bij Transe.

Juventude em marcha van de Portugees Pedro Costa is een tweeënhalf uur durende film over een oude Kaapverdische man die zijn vervallen huis in de sloppenwijk Fontainhas in Lissabon moet verlaten. Met lange (tot 12 minuten!) statische shots waarin bijna niets gebeurt. Radicale, hermetische cinema (die geen moment aan Tati doet denken). Het was het al niet druk toen de film begon; binnen een paar minuten begon de immense zaal leeg te stromen en bij het einde zat er nog maar een handvol journalisten. Ook dat is Cannes.

Dat journalisten wel degelijk blij en opgewekt kunnen zijn, werd de volgende ochtend bewezen bij Quand j'étais chanteur, waarin de Fransman Xavier Giannoli een fraai portret schetst van een charmezanger (Gérard Depardieu) die zijn ding doet in vervallen clubs en protserige casino's. Toen de aftiteling liep, en Depardieu Quand j'etais un chanteur zong, klapte en deinde de hele zaal ritmisch mee.

Morgen nog één film en dan naar huis. Veel films gezien, aardig wat mensen gesproken, en lekker gegeten. Het belangrijkste gespreksonderwerp tijdens het etentje van distributeur Independent was andermans weblog. Ja, journalisten maken wat mee.

Woensdag 24 mei, Ronald Ockhuysen

Baf! Weg zijn het beleefdheidsmasker en het sociaal wenselijk gedrag. Weg is ook het vermogen om bij tegenwind even tot tien te tellen en daarna nog eens met gezond verstand de situatie te analyseren. Wie aan festivalgekte lijdt, heeft geen remmingen. Die begint bij een probleem meteen te schreeuwen, en bij probleem twee hysterisch te orakelen.

Festivalgekte is iets dat iedere festivalbezoeker in meer of mindere mate overkomt. Het begint al bij het zien van de zoveelste film. Een zielig moment? Dat is meteen janken geblazen. Een gewelddadige scène? Daar gaan de handen al voor de ogen. Hufterige regisseur! Daar kan mijn overgevoelige zenuwenstelsel toch helemaal niet tegen? Ook erg: meteen ruzie maken met de buurman of buurvrouw in de bioscoopzaal omdat hij of zij jou net een keer te veel aanstoot. 'Can't you keep your ******* hands away?'

Ook buiten de filmzaal slaat festivalgekte soms keihard toe. Een vervelende opmerking voldoet om meteen buiten zinnen te raken. Scheldend en tierend wordt er dan gereageerd - wie eraan lijdt, voelt een dringende behoefte om zijn eigen territorium met grof geweld veilig te stellen. De zevende dag van het festival bleek een uitgelezen dag voor een ernstige aanval. In de bioscoop werd gejankt om niets, en wie een kritische opmerking maakte kon meteen de tering krijgen. Alsjeblieft. Rot op! Of doe op zijn minst even normaal!

Dinsdag 23 mei, Jan Pieter Ekker

Laat op de avond nog naar On ne devrait pas exister, een wonderlijk, fascinerend rommelpotje over een man die een serieuze acteercarrière ambieert nadat hij in 1200 pornofilms heeft gespeeld.

Na afloop even staan twijfelen of ik nu linksom of rechtsom naar huis zou lopen. Ik koos de kortste weg, maar die bleek zoals zo vaak niet de snelste weg. Ik was de bocht nog niet om of ik liep oud-Volkskrantjournalist Peter van Bueren tegen het lijf. 'Ga jij een whisky voor me kopen op kosten van de Volkskrant?', luidde zijn charmante openingszin. Zo gezegd zo gedaan. Orlow Seunke schoof nog aan, en Béla Tarr ( vandaag geeft hij een persconferentie over zijn nieuwe film L'homme de Londres).

De volgende ochtend met veel gekraak en gepiep Babel van Alejandro González Iñárritu gehaald. Was goed genoeg om wakker bij te blijven. Aansluitend korte films gezien van Gaspar Noé, Francois Ozon en Jane Campion. Daarna toch maar een uurtje gaan liggen. Op weg naar het hotel liep ik Van Bueren opnieuw tegen het lijf (en zo klein is Cannes nu ook weer niet). Geen whisky dit keer; hij bracht het laatste Ajax-transfernieuws.

Maandag 22 mei, Jan Pieter Ekker

's Ochtends was de Europese première van Il Caimano, een ijdele film van de ijdele Nanni Moretti over (het Italië van) Berlusconi. Daarin probeert een jonge regisseuse een film te maken over (het Italië van) Berlusconi. Als alle acteurs afhaken uit angst voor represailles, speelt Nanni Moretti zelf de rol van Berlusconi. Met dat keurig getrimde baardje van hem...

's Middags naar Zidane, un portrait du 21e siècle - een pretentieuze naam voor een pretentieuze documentaire. Maar wel een hele, hele mooie documentaire. Geen pratende hoofden , geen beelden uit Zinedine Zidane's jeugd. Ook zijn mooiste doelpunten ontbreken.

De beeldend kunstenaars Philipe Parreno en Douglas Gordon volgden Zidane tijdens één thuiswedstrijd in Bernabeu, in april 2005 tegen Villareal. Van de aftrap tot het laatste fluitsignaal. Met zeventien camera's, waaronder twee high definition camera's met een statief van 1,20 meter. Er was toestemming nodig van het Pentagon om die buiten de Verenigde Staten en voor het eerst voor burgerdoeleinden te gebruiken.

Het is een soort kruising tussen de die eens gemaakt werd over Hans van Manen en Marco van Basten en de stedenportretten van Sarah Morris. Parreno en Gordon focussen niet op de wedstrijd of de uitslag, maar louter en alleen op Zidane. Dan weer van ver af, met grofkorrelige beelden, dan weer zo dichtbij dat elk zweetdruppeltje is te zien. Onderin beeld verschijnen zo nu en dan bespiegelingen van Zidane in kapitalen. Op de geluidsband klinkt afwisselend muziek van Mogwaï en het geluid uit het stadion. Elk zuchtje van Zidane is te horen. En elke aanwijzing, hoewel hij die bijna fluistert. Real wint. Zidane geeft een voorzet waaruit wordt gescoord. Tot slot wordt hij uit het veld gestuurd. MAGIC IS SOMETHING VERY CLOSE TO NOTHING AT ALL verschijnt er onderin beeld.

Wat verder nog gemeld kan worden: Michael Haneke, de Oostenrijke meester van het onbehagen, gaat een Engelstalige remake maken van Funny Games, zo werd in Cannes bekendgemaakt. Wong Kar-wei werkt aan films met zangeres Norah Jones en met Nicole Kidman. En Erwin Olafs fraaie affiche van o6 wordt ook gebruikt voor de Amerikaanse remake 1-900 ('sex without hangups') met Denis Leary en Hope Davis. Zou hij dat weten?

Zondag 21 mei, Jan Pieter Ekker

Naar Southland Tales, Richard Kelly's langverwachte opvolger van Donnie Darko . Het is, zoals dat heet, een interessante mislukking; een twee uur en veertig minuten durende kruising tussen een zwarte komedie en een politieke satire die ten onder gaat aan zijn eigen ambities en pretenties. De (poëtische) verwijzingen zijn talrijk: naar T.S. Elliots gedicht The Hollow Men uit 1925 ( This is the way the world ends. This is the way the world ends. This is the way the world ends. Not with a bang but a whimper), naar Mountain Interval van Robert Frost uit 1920, naar de film noir Kiss Me Deadly van Robert Aldrich uit 1955, maar ook naar Irak en het olietekort. Er is geen touw aan vast te knopen ( Op een persconferentie adviseerde Kelly de film, die zoals gezegd twee uur en veertig minuten duurt, meermaals te bekijken). Maar de openingsscène - een home video van een 'all American' barbecue, die eindigt met het witte licht van een atoombom - is geniaal. En de muziek van Moby is fraai.

Ook de voormalige toekomstige president van de Verenigde Staten Al Gore verkondigde in Cannes het einde der tijden, in de documentaire An Inconvenient Truth, die buiten competitie werd vertoond. Het is een belangwekkend maar saai hoorcollege, met het hart op de goede plaats, dat wel. Al Gore ziet zichzelf als een roepende in de woestijn - en die woestijn loopt binnenkort ook nog onder water als we niets doen aan het broeikasteffect. Ook Nederland moet er aan geloven, somberde Gore.

Mooi was wel Laitakaupungin valot ('licht in de duisternis') van de Fin Aki Kaurismäki, het slotstuk van de trilogie waarvan Drifting Clouds en The Man Without a Past de andere delen zijn.

Tot slot de vertoning van de Filmmuseum-productie La mystère de la Tour Eiffel laten lopen, maar gekozen voor een speciale avond met Oliver Stone. Er werd een nieuwe kopie vertoond van zijn twintig jaar oude klassieker Platoon. Voorafgaand werden de acteurs Charlie Sheen, Willem Defoe en Tom Berenger op het podium geëerd en voerde Stone een komisch nummer op met festivaldirecteur Thierry Frémaux. Stone vertelde in het Frans dat hij het een enorme eer vond om in Cannes te zijn. Frémaux deed de Engelse vertaling.

Voor Platoon werd de eerste akte vertoond van Stone's nieuwste film: World Trade Center. 'Een work in progress', dekte Stone zich van tevoren in, want 'het Cannes-publiek is het moeilijkste publiek'. 'Het is hdtv en nog geen film', aldus Stone. 'Het geluid is nog niet goed en sommige special effects lijken wel Japanse science fiction'.

Hoe dan ook. De eerste twintig minuten van World Trade Center, met Nicolas Cage als een politieagent die reddingswerk probeert te verrichten op de plaats van de ramp, maakten diepe , diepe indruk.

Zaterdag 20 mei, Jan Pieter Ekker

Liefst zes films gezien, waaronder veel 'taboe-doorbrekende' werkjes waarin mainstream met expliciete porno wordt gecombineerd. Daarover meer in de krant van woensdag - koop die krant!

Verder, in vogelvlucht: Selon Charlie van Nicole Garcia, een fraaie, Franse Short Cuts-variatie; Serambi, een korte indringende documentaire over de gevolgen van de tsunami in Atjeh, gemaakt door de Indonesiër Garin Nugroho. En Nuri Bilge Ceylans Iklimler, de opvolger van het wonderschone Uzak (waarover meer in de krant van dinsdag).

Te laat gekomen op een etentje van distributeur RCV en - niet heel netjes - voor de koffie weer vertrokken omdat ik nog een film op mijn lijstje had staan.

Ergens tussen de bedrijven door werd ik aangesproken door een jongen. Welke film de Gouden Palm moest gaan winnen, en waarom. Volver, antwoordde ik, en terwijl ik bezig was met een diepgravende bespiegeling ('Gunt de juryvoorzitter Wong Kar -wai, die nog nooit een Gouden Palm heeft gewonnen, de hoofdprijs aan Pedro Almodóvar, die andere grote filmmaker die nog nooit een Gouden Palm heeft gewonnen'), zag ik dat hij mijn badge bekeek, 'Jan' op een papiertje schreef en 'Volkstrand'. Voor ik er erg in had, was er een foto van me gemaakt. De volgende dag stond ik in de tweetalige uitgave van de Metro, in het popcornpanel . Jan van de Volkstrand.

Nog meer slecht nieuws: mijn mobiele telefoon gleed uit mijn broekzak tussen de stoel en kwam gekneusd weer tevoorschijn. Op het scherm is niets meer te lezen. Ik kan nog wel gebeld worden, maar ik zie niet door wie. Ik kan nog wel bellen, maar alleen naar nummers die ik uit mijn hoofd weet. Jullie hoeven ook geen sms-jes meer te sturen...

vrijdag 19 mei, Jan Pieter Ekker

Tijdens een wandeling van bioscoop naar bioscoop liep ik tegen het lijf: Zwartboek-producent San Fu Maltha (die dertig bioscoopzalen in Indonesië gaat openen), Binger-directeur Ido Abram ('Binger gaat een schitterend jaar tegemoet '), Fortissimo-baas Wouter Barendrecht (druk druk druk) en de Deense journalist Jorn Rossing Jensen, die me trots voorrekende dat hij - voor de dertigste keer op het festival -  een jaar van zijn leven heeft doorgebracht in Cannes. En later, van bioscoop naar huis: A-film directeur Dirk de Lille, die blij was met het Volkskrantstuk over Marie-Antoinette ('Dat noemen wij awareness') en Jacques van Heijningen (directeur van het Rotterdams filmfonds) en Doreen Boonekamp (' Hee hai.' Hee hai!).

Er draaien ook nog gewoon veel films. Rond middernacht een fraaie, gerestaureerde versie van Eisensteins Oktober (met GPD- collega Pieter van Lierop, die aan zijn laatste Cannes toe is). Verder de teleurstellende competitiefilms The Wind That Shakes the Barley van Ken Loach ( een taaie, lange verhandeling over de beginjaren van de IRA) en Fast Food Nation van Richard Linklater, een fictiefilm naar een nonfictie-bestseller met louter personages van bordkarton. De Amerikanen zijn uit op geldelijk gewin. De Mexicanen zijn arm en worden uitgebuit. En dat zorgt ervoor dat er stront in hamburgers zit. De beelden van de vleesfabriek zijn smerig, dat wel.

Nog viezer is Taxidermia van György Pálfi (die in 2002 debuteerde met het verrassende Hukkle) over drie generaties mannen. De grootvader is geobsedeerd door zijn piemel (er komen steekvlammen uit). De vader is geobsedeerd door eten (hij doet mee aan de Spartakiade: kampioenschappen eten, in de categorieën soep , paardenworst, hardgekookte eieren en pudding. Er is een speciale kotstechniek naar hem vernoemd). En de zoon is geobsedeerd door onsterfelijkheid. Veel gedoe , veel onsmakelijk beelden. Er wordt wat af geëjaculeerd, geconsumeerd en gekotst.

Typisch Cannes, zou ik zeggen.

Donderdag 18 mei, Ronald Ockhuysen

Ken Loach, de maker van The Wind That Shakes the Barley, heeft hier veel volgelingen. Wat niet zo vreemd is; Loach maakt voor de achtste keer kans op een Gouden Palm.

Ook het publiciteitscircus draait op volle toeren. Dinsdag na aankomst met VPRO-collega Nel Koopman de eerste interviews geregeld, wat inhoudt dat we enkele uren kwijt waren aan wachten, handjes schudden, glimlachen binnensmonds vloeken wanneer Cinema.nl niet de regisseur of acteur kreeg waarop zo vurig werd gehoopt. 'Sorry Ron. Pedro hates to do tv.'

De eerste sessie, vanmiddag op het dak van Hotel Martinez, valt ook al niet mee. The Da Vinci Code-acteur Jean Reno komt niet opdagen. 'Hij is plotseling ziek geworden ', zegt de persdame van Sony zonder verder ook maar een kleine verontschuldiging te maken. 'Dan heeft hij zeker de recensies gelezen', riposteert een Noorse collega - en nee: ook die opmerking kan het ijs niet breken.

Ian McKellen , de man die Ron Howards film nog enige bravoure geeft, zit wel op zijn plek. ' Je hebt vijf minuten', zegt de dame die me naar de Engelse topacteur toebrengt. McKellen oogt doodop, en begint meteen te kletsen over festivals, hotels en of ik nog tijd had andere dingen te doen dan films bekijken. Op de achtergrond steekt de pr-dame vier vingers in de lucht. De boodschap: de eerste van de vijf minuten is voorbij gegaan zonder dat ik nog maar één vraag heb gesteld.

Glamour. Glitter. Gekte. Het grote feest is echt begonnen.

Woensdag 17 mei, Jan Pieter Ekker

Mijn accreditatie is al opgehaald. Dat is fijn, want als ik me naar mijn eerste film spoed, staat er een enorme rij voor het loket. Bij het festivalpaleis, waar de meeste zalen zijn, staan óók lange rijen, het gevolg van de tergend trage manier waarop de bewakers de badges bekijken en tassen doorzoeken. Net op tijd voor Paris je t'aime, een gesamtkunstwerk over de stad van de liefde; ik kaap de allerlaatste stoel weg voor een boze Italiaan. De wraak van Italië is zoet: naast me blijkt een andere Italiaan te zitten, die zes keer zijn mobiel opneemt tijdens de film en gezellig begint te keuvelen. De film valt ook niet mee, hoewel de bijdrage van Joel en Ethan Coen érg grappig is . Met Steve Buscemi als Amerikaan in Parijs, die doet wat de reisgids hem zegt te doen.

Vervolgens naar The Da Vinci Code - heel, heel erg slecht; de code wordt terecht gekraakt -, met een geleende computer een stukje voor de krant geschreven. Daarna naar Lou Ye's Winter Palace, de eerste competitiefilm, ook al over de liefde (veel te lang en nooit meeslepend). Snel wat Vietnamees gegeten en ingehaakt bij de 1-0 van Arsenal. Voetballen. Dus het publiciteitsbureau DDA vertoonde de finale van de Champions League in het Majestic Hotel, met veel lallende Engelsen erbij. Er altijd vertrouwen ingehouden dat het goed zou komen en Barcelona zou winnen. Het kwam goed. Zoals in Cannes alles altijd goed komt.