Filmjournalist Ronald Ockhuysen houdt een weblog bij over het oudste filmfestival ter wereld: het filmfestival van Venetie. 'Op het Lido, met zijn vrolijke Pippi Langkous-huizen en klotsende kanalen, is geen plaats voor stress.'

Donderdag 31 augustus

Intussen moet er natuurlijk wel gewerkt worden. Drie films vandaag, twee stukken schrijven voor de Volkskrant, en ook nog twee persconferenties - dat zijn doorgaans bijeenkomsten doorspekt met obligate opmerkingen, maar waar vaak ook enkele uitspraken zijn op te vissen die het verslag in de krant een duw in de rug geven.

Behalve de openingsfilm The Black Dahlia - een visueel imponerende en tegelijk wat saaie film noir-variant van Brian De Palma - was het vandaag de dag van Infamous, een film over Truman Capote.

Pardon?

Capote?

Ja. Inderdaad. Infamous gaat net als Capote (met Oscar-winnaar Philip Seymour Hoffman) over de schrijver Truman Capote. Sterker: de film zoomt net als de voorganger ook nog precies op dezelfde periode in diens carrière in: het moment waarop hij werkt aan zijn magnum opus In Cold Blood.

Infamous heeft vanzelfsprekend veel last van de eerder uitgebrachte en alom gelauwerde Capote. Hoofdrolspeler Toby Jones, die een ijzersterke prestatie levert, moet opboksen tegen Hoffmans personificatie van de temerige en snobistische schrijver , met als gevolg dat de bioscoopbezoeker soms denkt: knap! Hij lijkt precies op Philip Seyour Hoffman.

Doodzonde, eigenlijk. Want Infamous is een geslaagde biopic, waarin Capote's honger naar succes en erkenning langzaam maar zeker transformeert in een destructieve kracht.

Ontroerend was ook de documentaire The U.S. vs. John Lennon, over de politieke activiteiten van Lennon na diens tijd bij The Beatles. De boodschap van de film - pacifisme en idealisme zijn meer dan residuen uit het naïeve hippie-tijdperk - wordt er met grof geschut in gehamerd, maar het resultaat is er ook naar: de hele avond galmde Lennons Give Peace a Chance nog door het hoofd, terwijl de tegenwoordig alom opduikende minachtig voor 'de linkse kerk' plotseling walging opwekte. Mooi om te zien: de onvoorwaardelijke liefde van Lennon voor Yoko Ono. Zelfs zoenend in een zijstraatje staan ze erbij alsof ze in het Paradijs verkeren.

Het festival van Venetië is een dag onderweg, en meteen kan naar de vijfde versnelling worden overgeschakeld. Morgen, na de ochtendvoorstelling van half negen, moet ik met spoed langs de pr-bureaus van UIP en DDA. Bij het invullen van de schema's bleek namelijk dat twee interview-sessies (met Oliver Stone en met Douglas McGrath, de regisseur van Infamous) precies op dezelfde tijd beginnen.

Dat wordt een kwestie van hoge diplomatie bedrijven. Troostende gedachte: als er een interview afvalt, kan hier altijd nog een extra kop van die goddelijke koffie worden gedronken.

Vrijdag 1 september

De terugkeer van Verhoeven! Gouden Leeuw-kanshebber! Wereldpremière!

Die drie kreten maken redacties meer dan hitsig. Vier radio-programma's hebben me gebeld.Dat het zo lastig is Verhoeven of een van zijn hoofdrolspelers aan het woord te krijgen, en of dan maar de Volkskrant-journalist niet iets kan melden over wat er op het Lido gebeurt. Nou ja - dat kan. Ten minste. Als het journalistiek deugt(Met het oog op morgen; De Wereldomroep).

Het wordt een Hollands dagje, kortom. Met Verhoeven op scherp. Want hoe zal de internationale filmpers reageren op de oorlogsfilm? Op het festivalterrein klinkt intussen een dromerig lied over de liefde, en hoe die zomaar kan toeslaan. Niet alles is hype en marketing.

Zaterdag 2 september

De dag begint heerlijk: The Queen van Stephen Frears, een inkijk in de Britse monarchie ten tijde van de dood van Lady Diana in 1997, blijkt een lichtvoetige en tegelijk zinvolle productie over de rol van het koningshuis in deze tijd.

De gedachten gaan meteen naar de Nederlandse situatie. Zou het bij ons mogelijk zijn een film te maken over prins Bernhards privéleven op Soestdijk? Of over de Greet Hofmans-affaire?

Op het toneel gebeurt dat al, en er zijn ook enkele filmpogingen ondernomen (Het wonder van Maximá), maar dat bleef allemaal erg in het nette.

Eens was Arjan Ederveen bezig met een tv-serie over de koningin, die Wij moest gaan heten. Kan iemand hem vragen die scenario's om te bouwen tot een filmscript? Pieter Kramer, liefhebber van koningshuizen en poppenkast, kan regisseren.

Zondag 3 september

Hij is als producent betrokken bij twee waardevolle en prachtige films: de nieuwe van Apichatpong Weerasethakul, en Daratt, een film over vergeving uit het Afrikaanse land Tsjaad - ja, er is in Venetië meer te zien dan Engelstalige kwaliteitsproducties.

In de middag eindelijk dan ook World Trade Center van Oliver Stone bekeken. En baf! Helemaal onderuit. Grote bewondering voor de man die uit de hel van 11 september een positieve boodschap weet te halen, en die vervolgens in volle glorie aan zijn publiek presenteert.

Op de persconferentie krijgt Stone het behoorlijk te verduren. De collega's hadden deze draai van de provocateur Stone niet verwacht. Brandende vraag: wat is er tegen een film die niets anders wil doen dan hoop bieden?

Maandag 4 september

Tijdens een lunch - artisjokkenharten, vijgen, en spaghetti met tomaat - komen plotseling twee reusachtige bewakers het terras op. Van die boomstammen. Met een glimmende, zwarte zonnebril op de neus, en een blik die niet direct de indruk wekt dat het een goed idee is om beide heren even naar de nieuwe film van Tsai Ming-liang te vragen.

Wat doen ze hier?

Wat staat er te gebeuren?

Kort daarop maken producent Harvey Weinstein en zijn gevolg hun opwachting op het terras. Dat zal het zijn. Weinstein, die aan de verkoop van zijn bedrijf Miramax een kapitaal verdiende, is wel zo'n type dat bodyguards met zich meeneemt - al is het maar omdat het lekker belangrijk staat.

Tijdens de lunch neemt Harvey een jonge, Aziatische vrouw, met rood gestifte lippen als oorlogswapen, een tijdje terzijde. Daarna vertrekt zij, met het enige wat zij consumeerde in de hand: een flesje water. En zoef - meteen schieten de twee boomstammen in het gelid.

Aha!

Ze zijn er voor haar.

Het is Zhang Ziyi, de Chinese ster die in Venetië The Banquet komt promoten. Vandaar ook het groepje Chinezen elders op het terras; zij vormen de hofhouding van Zhang Ziyi, maar zijn door de assistenten van Weinstein pardoes aan een andere tafel geplaatst.

De grote dikke Harvey wilde de broodmagere Zhang Ziyi even alleen spreken.

Woensdag 6 september

The Fountain was voor Aronofsky niet zomaar een film. Ruim zes jaar heeft hij erover gedaan om de productie van de grond te krijgen, en in die lange periode heeft hij tal van lucratieve aanbiedingen om een studiofilm te maken naast zich neergelegd.

Enkele jaren terug was hij al bijna begonnen met de draaiperiode van The Fountain. Maar plotseling klapte zijn film uit elkaar: hoofdrolspeler Brad Pitt stapte na artistieke onenigheid op, en weg waren ook de overige financiers. Probleem: er was toen al 18 miljoen dollar uitgegeven.

Het 63e festival van Venetië moest zijn festival worden. Want uiteindelijk is het dan toch gelukt. Aronofsky heeft zijn mythologische film over de 'tree of life' eindelijk gemaakt. Met Hugh Jackson in de mannelijke hoofdrol, en zijn eigen partner Rachel Weisz in de vrouwelijke hoofdrol.

'Ik ben dol gelukkig dat het zover is', zegt Aronofsky, die makkelijk en veel praat - of het nou over Genesis gaat, Botox, de kleur van kozijnen of over de vraag wat het eeuwige leven zou doen met het wezen van de mens. Die kritieken en het boegeroep , dáár heeft hij geen last van, zegt hij manmoedig. 'Pi en Requiem werden ook gekraakt door vooraanstaande kranten. Nu lees ik dezelfde dagbladen dat het moderne klassiekers zijn.'

Na afloop van het interview verdwijnt Aronofsky met Rachel Weisz naar de rust van de hotelkamer. Even bijkomen. Zover baby Henry Chance dat toelaat.

Donderdag 7 september

Tegen het einde van het festival begint dat overzichtelijke en verslavende schema scheuren en barsten te vertonen. Al die beelden en vraaggesprekken doen het hoofd overlopen, waardoor de behoefte groeit ook weer eens even te ontspannen.

Zo kan het gebeuren dat twee Zweden, een Duitser, een Italiaan , een Engelsman en een Nederlander (ja, die van de Volkskrant) na een korte drinkpauze besluiten om maar eens samen te gaan eten. Leuke avond levert dat op . En curieus ook. Iedereen kent elkaar van buitenlandse reizen, dus al gauw gaat het over die ene keer in Rome (toen een van de Zweden onder de tafel gleed en daar maar meteen bleef liggen), of die nogal lang uitgevallen avond in Cannes.

Deze avond staat in het teken van Zwartboek. De collega's willen weten waarom de Nederlandse journalisten zo zuinig op Paul Verhoevens film reageren. Is dat vanwege Verhoevens zwarte visie op het Nederlandse verzet? Of heeft het te maken met de Nederlandse behoefte om te allen tijde vooral gewoon te blijven? (Ja - ze denken over de grens dat wij nog altijd een nuchter volkje zijn).

Filminhoudelijke argumenten worden met witte wijn en grappa weg gewuifd. 'Je bent zaterdag al hoog en droog in Amsterdam?', vraagt de Italiaan smalend. 'Dan zit je er mooi naast als Verhoeven hier zijn prijs komt ophalen.'

'Heren! Heren! We hebben het over Nederland', werp ik tegen. 'Als Carice van Houten zaterdag de prijs voor beste acteertalent krijgt, dan is het toch een kwestie van even haar telefoonnummer draaien?'

Carice van Houten! Zomaar even bellen!

Dat wekt indruk.

Niet alleen omdat zij in Zwartboek een grootse prestatie levert, maar ook omdat zij in Venetië tijdens interviewsessies vrolijk en geestig antwoorden gaf op de meest curieuze vragen over seksscènes en de liefde - de internationale pers had zoveel openhartigheid niet vaak meegemaakt.

'Jullie hebben Carice', herstelt de Italiaan zich. 'Maar wij zijn wereldkampioen.'