Filmjournalist Gerhard Busch houdt een weblog bij over het 'festival der festivals'.

Vrijdag 14 september

Toronto is zoals dat zo mooi heet een 'non competitive' festival. Wat betekent dat ze geen competitie hebben. Wel prijzen. Maar die worden pas op zaterdag uitgereikt. Een beetje als mosterd na de maaltijd.

Het zijn ook geen belangrijke prijzen. Voor de beste Canadese debuutfilm, Canadese speelfilm , Canadese korte film, dat soort prijzen. De belangrijkste prijs is de publieksprijs. En daar zijn ze in Toronto best trots op. Want twee jaar geleden ging de prijs naar de onbekende Zuid-Afrikaanse film Tsotsi, die vervolgens een Oscar won.

Of dat ook dit jaar gaat gebeuren, is de vraag. Er draaiden goede films in Toronto, maar die draaiden ook al in Cannes of Venetië (Paranoid Park, The Assassination of Jesse James, en No Country for Old Men bijvoorbeeld ). De buzz in Toronto gold een drietal nieuwe films: de komedie Juno van Jason Reitman, David Cronenbergs misdaaddrama Eastern Promises en Lars and the Real Girl, Craig Gillespie's komische drama met 'rising star' Ryan Gosling in de hoofdrol. Stuk voor stuk goede films, maar een Oscarwinnaar zit er niet tussen.

Donderdag 13 september

Help Me, Eros is de tweede film van Kang-sheng, de vaste acteur van de Taiwanese filmauteur Tsai Ming-Liang. De film vertelt het verhaal van een beurshandelaar (gespeeld door Kang-sheng zelf) die financieel en emotioneel bankroet is. Hij vlucht in marihuana en seks, maar kan niet ontsnappen aan de leegte om hem heen.

De seks in de film wordt uitvoerig en niets verhullend in beeld gebracht. Vragen daarover worden door de regisseur nonchalant en openhartig beantwoord, maar de vertaler wordt zichtbaar zenuwachtiger.

Na het interview vraag ik waarom. Lijkt Taiwan (China) op Japan als het gaat om extreme beleefdheid en omzichtigheid in gesprekken?

Nee dat was het niet, de vertaler voelde zich een beet je ongemakkelijk omdat hij alles moest beschrijven. In China zijn er namelijk geen woorden voor 'kontlikken' en fallische symbolen.

Woensdag 12 september

Wel een film bekeken waarvoor ik een contract moest ondertekenen waarin stond dat ik er niet over zou schrijven voordat de film in Nederland uitkomt. Dat contract ga ik nu breken, want Gillian Armstrongs Death Defying Acts is een te mooie film om zolang dood te zwijgen.

Met een indrukwekkende Guy Pearce als boeienkoning Harry Houdini, die verliefd wordt op een oplichtster. Een opvallende kwetsbare (en goede) Catherine Zeta-Jones speelt de oplichtster, die ondanks snode plannen ook valt voor de Great Houdini.

Romantiek, Zeta- Jones, Victoriaans Schotland... Ik hoor u denken: dat kan niets wezen. Wel dus. Intelligent script, goed spel en prachtige beelden. Hou deze film in de gaten. Maar dat heeft u niet van mij.

Dinsdag 11 september

Elk interview in het Intercontinental Hotel in downtown Toronto begint steevast met een enigszins ongemakkelijke gang door een haag van cameramensen en fans. Terwijl het gros van de mensen buiten moet wachten doet het journalistenpasje om de nek wonderen.

Veiligheidsmensen en portiers zien meteen of iemand van de pers is of niet, maar het wachtende publiek kijkt je vaak lang en onderzoekend aan. Is dat niet David Cronenberg? Misschien Viggo Mortensen, of zelfs Sean Penn. Als journalist ga je je bijna schuldig voelen, dat je geen filmster bent. Je loopt snel door om maar zo min mogelijk aandacht te trekken.

Ondertussen mag jij wel naar binnen en ga je meestal diegene spreken waar zij een hele dag voor in de rij staan. Een voorrecht? Niet altijd. Naast prettige interviews met David Auburn (de regisseur van het niet onaardige The Girl in the Park) en Ellen Page (de rijzende ster uit oa Hard Candy, Juno en The Tracey Fragments), sprak ik vandaag ook met Lou Reed.

Dat wil zeggen , spreken... ik zat in een groep mensen die werden gekapitteld als ze de verkeerde vraag stelden. Als we al antwoord kregen op een vraag, bleef dat vaak beperkt tot een 'ja' of 'nee', en soms - als Lou er zin in had - een hele zin.

Een pijnlijke ervaring, maar o wat zullen de camera's gerateld hebben toen Lou het hotel uitstapte.

Maandag 10 september

Hoogtepunt was, geloof het of niet, de junket met de cast van de Coen Brothers-film No Country For Old Men. Junkets zijn doorgaans tenenkrommend, maar eens in de zoveel tijd is de samenstelling zo dat er echt iets van een gesprek met de filmsterren ontstaat.

De hoofdrollen in No Country For Old Men worden gespeeld door Kelly MacDonald, Josh Brolin en Javier Bardem. Van wie vooral de laatste onvergetelijk is als huurmoordenaar Anton Chigurh, een engerd met sluik haar die moordt zonder geweten of emotie.

No Country zit vol geweld, het meeste veroorzaakt door Chigurh (klinkt als 'sugar'), en dat was de reden dat Bardem bijna bedankt had voor de eer. Hij heeft namelijk een hekel aan geweld. Kan wapentuig nauwelijks vasthouden, en liet zich alleen overtuigen door het feit dat het geweld van Chigurh nooit iets oplost, alleen nieuw geweld oproept.

Of de film een commentaar is op Bush, wil een journaliste uit Griekenland weten. Bardem denkt van niet (de Coens bespreken nooit iets met de acteurs), maar wil de voorzet best inkoppen. Het geweld dat Bush gebruikt lost ook niets op, en roept alleen nieuw geweld op. We mogen zelf onze conclusies trekken.

De beste anekdote van de dag komt van Josh Brolin. Bardem had besloten dat Chigurh, de personificatie van dood en geweld, zo bleek als een geest moest zijn. Daarom bleef hij tijdens de draaidagen altijd binnen zitten. Als ie al naar buiten ging was het met een paraplu, zijn gezicht vol gesmeerd met factor 50.

Na een paar weken was Bardem zo depressief, dat Brolin besloot dat hij moest ingrijpen. Met succes. Dankzij Brolin kwam Bardem er weer bovenop. Dankzij Brolin en een paar liter bier.

Zondag 9 september

Ja, ik weet dat de films al in Venetië en Deauville te zien zijn geweest, en ik begrijp dat nu de Amerikaanse pers aan de beurt is. Het zijn vooral lessen in nederigheid.

Met af en toe een prettige uitzondering. Zo zit ik zondagmiddag al te praten met Julio Medem over zijn nieuwe, onbegrijpelijke, maar ook betoverende film Chaotic Ana. En schuif ik 's avonds aan bij een speciaal voor de Macedonische regisseur Milcho Manchevski georganiseerd diner. Op uitnodiging van de publicist van die film, Stephen Lan.

Aansluitend aan het diner is de voorstelling van Manchevski's film. Een dromerig en ook wel griezelig verhaal over een man die de geesten van het verleden van zich af moet schudden. Titel: Shadows. Macedonië speelt een grote rol in de film (net als in Machevski's eerdere films, waaronder het voor een Oscar genomineerde Before the Rain), maar tijdens de introductie zegt de regisseur tegen het publiek dat de film zich eigenlijk overal had kunnen afspelen.

Grappig, want aan het diner zaten ook belangrijke Macedonische geestelijken die helemaal vanuit Chicago waren over gekomen, net als een van oorsprong Macedonische en nu in Toronto werkzame directeur van Boeing. Allemaal aanwezig op uitdrukkelijke wens van Macedoniër Milcho Manchevski.

Zaterdag 8 september

Zaterdag gaat het dan eindelijk echt beginnen. Het is mijn eerste keer in Toronto, dat voor Europese journalisten extra interessant is, omdat er zoveel Amerikaanse filmsterren hun opwachting maken.

Maar dat wil niet zeggen dat je ze ook allemaal te spreken krijgt. Zeker niet nu de beste Amerikaanse titels al in Venetië en/of Deauville te zien zijn geweest. Dan gaan de publicisten van de film er vanuit dat iedereen in Europa zijn kans al gehad heeft en kom je onder aan een lijst, waar je dan ook meestal blijft staan.

Persconferenties moeten dan uitkomst bieden. Ik ben er zaterdag op drie geweest : die voor Juno (een geslaagde komedie van de maker van Thank You For Smoking), Eastern Promises (een inktzwarte thriller van David Cronenberg) en The Assassination of Jesse James by the Coward Robert Ford (waarvoor hoofdrolspeler Brad Pitt in Venetië een Gouden Leeuw won).

En al is het sterren kijken wel aardig (ze zaten er allemaal; van Brad Pitt tot Sean Penn, van Naomi Watts tot Cate Blanchett), dit zijn de laatste drie persconferenties waar ik heen zal gaan. Het zijn eigenlijk veredelde photo calls. De fototoestellen ratelen tijdens de obligate gesprekjes zo hard, dat je de antwoorden niet eens meer hoort. En dat is meestal maar beter ook. 'How do you like Canada, Mr Pitt?'