Mensen zouden meer moeten doen wat ze willen, propageert regisseur Silvio Soldini in zijn films. Ook in zijn nieuwste productie, Burning in the Wind, die de grote prijs van Film by the Sea in Vlissingen won, daags nadat de Gids hem hierover sprak.

Om zich te onderscheiden van andere filmfestivals richt het Vlissingse festival Film by the Sea zich nadrukkelijk op de boekverfilming. Er is zelfs een speciale Film- en literatuurprijs (een pakkende naam heeft die prijs vooralsnog niet), die dit jaar ging naar Silvio Soldini's Burning in the Wind. Dat Soldini 's bewerking van Agota Kristofs Hier (Gisteren, Van Gennep, 2002) de grote prijs van Vlissingen zal winnen, is nog onbekend wanneer wij elkaar zaterdag 14 september - één dag voor de prijsuitreiking - treffen in de festivaltent van megabioscoop Cinecenter.

Op weg naar een rustiger plekje voor het interview excuseert de 44-jarige regisseur zich alvast voor zijn gebrekkige Engels: 'It's a little slow.' Achteraf komt hij er nog eens op terug. Dat het toch jammer was dat hij de vragen niet in het Italiaans kon beantwoorden, want hij had soms moeite zijn gedachten in een vreemde taal weer te geven en hij is bang dat er veel nuances verloren zijn gegaan.

Het is een bezorgdheid die je niet direct zou verwachten bij de regisseur van Pane e Tulipani (2000), een charmante, maar niet overdreven subtiele komedie over een vrouw die genoeg heeft van haar bestaan als echtgenote en moeder en radicaal breekt met haar oude leven. Pane e Tulipani was een onverwacht internationaal succes (meer dan een miljoen bezoekers in Duitsland, bijvoorbeeld) en betekende Soldini's doorbraak naar een groot publiek. Maar Pane e Tulipani is een fremdkörper in het werk van Soldini, dat tot dan toe gekenmerkt werd door dromerige, melancholieke films. De behoefte goed begrepen te worden past juist prima bij de regisseur van Le acrobate (1997) en Un'anima divisa in duo (1993).

Psychologische druk om in zijn eerste film na Pane e Tulipani het succes te evenaren voelde Soldini niet. 'Integendeel, doordat die film een hit werd, lieten de financiers me met rust en kon ik precies doen wat ik wilde. Ik hoop dat ik nog lang zo door kan gaan, al zal ik waarschijnlijk nooit meer een film maken die zo succesvol is als Pane e Tulipani. Die film is van alle kanten bestudeerd. Was het vanwege de hoofdrolspelers, Venetië, het verhaal? Maar al gooi je al die ingrediënten weer bij elkaar, dan nog is dat geen garantie voor een nieuw succes. Het was de juiste film op het juiste moment.'

In Italië - dat de laatste jaren weinig internationaal aansprekende films produceerde - hoopte men stiekem dat Burning in the Wind het succes van Pane e Tulipani toch zou evenaren, maar Soldini wist wel dat dat niet zou gebeuren. Daarvoor is het boek waarop de film gebaseerd is te afstandelijk, te cerebraal. In korte, minimalistische zinnen vertelt Kristof daarin het (op haar eigen leven gebaseerde) verhaal van Tobias, een Hongaarse immigrant in Frans sprekend Zwitserland, die verscheurd wordt door eenzaamheid, de herinnering aan zijn vaderland, en zijn liefde voor de door hem verafgode Line.

Soldini: 'Toen ik het boek las, werd ik gegrepen door de stijl. Het verhaal is melodramatisch, zelfs geschikt voor een opera, maar de taal is anti- melodramatisch. Kristof gebruikt heel weinig woorden. Dat kan zijn omdat ze als Hongaarse die in het Frans schrijft een beperkt vocabulaire heeft, maar de taal die ze gebruikt is weer zo sterk, zo precies, dat ik me voor de film geen andere taal kon voorstellen. Ik wilde de poëzie van Kristof bewaren. En daarom behield ik bijna alle voice-overs van Tobias en bleef ik voor de dialogen zo dicht mogelijk bij het boek. We moesten af en toe wel iets veranderen, want als je al de teksten letterlijk overneemt, gaan de personages te literair praten en wordt het belachelijk.'

De zelf opgelegde beperking zo dicht bij het boek te blijven gaf Soldini opvallend genoeg méér vrijheid. 'Als een grens een uitdaging wordt, is het geen beperking meer. Ik zou in grote problemen zijn als ik geen grenzen zou hebben. Je hebt ze juist nodig om de vrijheid te vinden. Hetzelfde geldt voor de acteurs. Als regisseur moet je van tevoren heel duidelijk de grenzen aangeven, zodat ze daarbinnen naar hartelust kunnen experimenteren.'

De acteurs voor Burning in the Wind zocht Soldini in heel Europa. 'Ik begon bij Tobias. In het boek een Hongaar, maar van mij mocht hij uit heel Oost-Europa komen. Pas toen zijn nationaliteit bekend was, konden we van daaruit verder casten. We zochten in Hongarije, Tsjechië, Bulgarije, Polen. Gingen naar de hoofdsteden van zeven, acht landen en naar Parijs, waar we uiteindelijk Ivan Franek vonden. Een Tsjech die ook nog eens Frans spreekt, wat essentieel is voor de rol. We hadden hem natuurlijk achteraf kunnen dubben, maar dat wilde ik per se voorkomen. Voor je het weet wordt je film zo'n Europudding, waarin ieder co- producerend land zijn eigen ster heeft, en de actie zich netjes verplaatst naar alle landen die er geld in hebben gestopt.'

Maar hoe regisseer je als Italiaan een Tsjech, notabene in het Tsjechisch én het Frans? 'Frans spreek ik wel, maar het Tsjechisch moest via een tolk. Gaandeweg ontdekte ik wel dat de taal er niet zoveel toe doet. Je ziet of iemand oprecht speelt aan de manier waarop hij iets zegt, de manier waarop hij beweegt. Dat is veel belangrijker dan taal. In film kan taal alleen duidelijk maken wat iemand zegt, maar door de mimiek en de expressie weet je waarom hij zegt wat hij zegt en welke emoties er achter schuilgaan. Dat is universeel. Tenminste, als je binnen bepaalde culturele grenzen blijft. Ik denk niet dat ik een Japanner goed kan aanvoelen, maar een Tsjech lukt nog wel.'

De typische held in de films van Soldini is iemand die zich realiseert dat het leven dat hij leidt onecht is, en daar vervolgens aan probeert te ontsnappen, zonder precies te weten wat hij nou wel wil. Soldini: 'Er zijn maar weinig mensen die doen wat ze echt willen. Er zijn ook allerlei beperkingen: familie, vrienden, werk. Maar er komt een moment dat je moet kiezen. Ga ik door terwijl ik weet dat ik hier niet gelukkig van word, of kies ik een andere weg, ook al weet ik niet waarheen die leidt. Dat is een keerpunt in je leven. In personages die zich op dat punt bevinden ben ik het meest geïnteresseerd.'

Zelf heeft de regisseur dat punt nooit bereikt. ' Professioneel ben ik een van de weinigen die doet wat hij wil. Ik heb gewoon geluk gehad.' Op de vraag of hij daarom - als een heuse evangelist - dat geluk met anderen wil delen, moet hij eerst hard lachen, om er even later serieus aan toe te voegen: 'Iedereen die films maakt moet zich ook een beetje verantwoordelijk voelen voor mensen die zich niet goed kunnen uitdrukken. Elke filmmaker heeft de verplichting iets te maken dat van belang kan zijn voor de mensen die gaan kijken.' Dus toch een beetje evangelist.