Edwin Carels is de drijvende kracht achter de debatten die elke avond werden georganiseerd rond het thema 'What (is) Cinema?'. Filmtijger sprak met Carels na afloop van de laatste discussie.


In het begin ging het wat moeizaam, maar we zijn in schoonheid geëindigd. Er zijn veel interessante vragen gesteld. Duidelijke conclusies zijn niet getrokken, maar dat hadden we ook niet verwacht. Daarvoor is het terrein te wijd. Erg blij ben ik wat dat betreft met het schriftje dat bij deze serie hoort, waarin een hoop punten duidelijk aan de orde komen. Mensen die nu niet bij de debatten zijn geweest, zullen thuis het schriftje weer openslaan en misschien tot een gesprek komen. Dat was belangrijk voor ons: gesprekken stimuleren die ergens over gaan.


Wat bij veel debatten terugkeerde is de aarzeling tussen een positief en een negatief toekomstbeeld. Daarbij viel mij op dat de meeste mensen vooral optimistisch gestemd zijn over de toekomst van de cinema. Dat komt overeen met onze wens geen weeklacht te laten horen als 'vroeger was alles beter'. Daarom hebben we ook jonge, beginnende filmmakers bij de discussie betrokken. Het zijn verwarrende tijden, maar die verwarring biedt juist ook nieuwe, hoopvolle perspectieven. Bijvoorbeeld op de rol en het belang van de Nieuwe Media voor de cinema. Een ander terugkerend thema was de taak van de filmkritiek. Houdt die nog wel gelijke tred met de huidige ontwikkelingen? Dat onderwerp is zeker een eigen discussie-serie waard.


De ene avond ging het beter dan de andere. Dat het niet altijd goed ging lag vooral aan het tijdgebrek. Dat krijg je vanzelf met al die verschillende perspectieven aan tafel, die allemaal aan de orde moeten komen. Het is ook jammer dat we in deze ruimte zaten (de Kleine Zaal van de Schouwburg, red.), die steeds weer voor andere doeleinden gebruikt moest worden. Je kunt er geen plek van maken waar mensen na het debat verder gaan praten aan de bar. Maar we hadden een warm publiek, en dat biedt genoeg hoop voor volgend jaar.


Maar als de discussies echt te bar werden, liet het publiek heus wel merken dat het er was. Laten we alleen niet in detail-kritiek vervallen.