In Capturing the Friedmans (VS, 2003), reconstrueert Andrew Jarecki een Amerikaans incestschandaal uit de jaren tachtig. Vader Arnold Friedman en jongste zoon Jesse worden gearresteerd op verdenking van pedofilie en seksueel misbruik. Beiden ontkennen, hoewel de politie met een groot aantal belastende verklaringen op de proppen komt. Maar hoe waar zijn onder hypnose opgewekte getuigenissen? Hoogleraar rechtspsychologie Peter van Koppen plaatst kanttekeningen bij de zaak.

Afgelopen zomer raakten de Amerikaanse bioscoopbezoekers er niet over uitgepraat. Na vrijwel elke vertoning van de documentaire Capturing the Friedmans vond op de stoep een heftige discussie plaats: was Arnold Friedman, gerespecteerd computerleraar, enthousiast muzikant en liefdevolle vader van drie zoons, wel schuldig? En hoe zat het met zijn jongste zoon Jesse, die op zijn achttiende samen met z'n vader werd gearresteerd omdat hij hem zou hebben geholpen tientallen kinderen seksueel te misbruiken in de kelder waar Arnold computerbijles gaf.Was Jesse zelf ook slachtoffer? Het enige bewijs voor de aanklacht was het stapeltje kinderporno-magazines dat in huis in Great Neck, een slaapstadje op Long Island werd gevonden. En de rammelende getuigenissen van kinderen die de computerlessen hadden gevolgd. Getuigenissen, soms door hypnose opgewekt, van sodomie, aanranding en anale verkrachtingen.

Als in 1984 vader Arnold wordt betrapt op het aannemen van een (Nederlands!) kinderpornoblad van een als postbode vermomde politieman, volgt er onmiddellijk een huiszoeking . Daarbij stuit de politie in het computerlokaal op een lijst met namen van de computerleerlingetjes, allen jongens.

'Wij wisten meteen dat hier iets aan de hand was, herinnert de dienstdoende politieman zich in de film. In allerijl worden rechercheteams geformeerd, die de kinderen thuis gaan ondervragen. De ouders zijn inmiddels buitengewoon ongerust geraakt; het zedenschandaal doet heel Great Neck op z'n grondvesten schudden.

'Hier is elke fout gemaakt die de politie kan maken,' oordeelt hoogleraar rechtspsychologie Peter van Koppen, na het bekijken van de film. 'Die Amerikaanse rechercheurs zijn met zo veel mogelijk mensen en heel haastig die kinderen gaan verhoren. Daarbij hebben ze de zogenaamde trawler-methode gebruikt , genoemd naar een bepaalde manier om vis te vangen.'

De politie van Great Neck, onder druk van de verontruste bevolking, wil zo snel mogelijk bewijslast boven tafel krijgen en probeert de ouders ervan te overtuigen dat hun kind slachtoffer is. Met suggestieve vragen, overredingskracht ('we weten wat er is gebeurd') en in een enkel geval door middel van hypnose, worden ook die kinderen die zich niets onwelvoegelijks herinneren, tot een belastende verklaring gebracht.

Van Koppen:'In Nederland worden kinderen in een verhoorstudio ondervraagd, door politiemensen die daar een cursus voor gevolgd hebben.' Hierdoor verbeterde de gemiddelde kwaliteit van de verhoren, denkt Van Koppen, als hoofdonderzoeker verbonden aan het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR).'Vroeger liet men dergelijke verhoren over aan psychologen, maar die maakten er een potje van.'

Toch ging het nog mis in de Enschedese ontuchtzaak in 1999, waarbij twee zusjes 'tientallen' kleuters seksueel zouden hebben misbruikt. Er was kritiek op de manier van verhoren en de politie werd beticht van 'tunneldenken', waarbij al het bewijsmateriaal in de richting van één bepaalde verdachte of bepaalde hypothese wordt gebogen.Van Koppen:'In vakliteratuur wordt dit fenomeen aangeduid als shared delusion.'

Terug naar de Friedmans wier ondergang werd beklonken door de Amerikaanse media.Verschillende televisieploegen filmden hoe Arnold geboeid werd afgevoerd; het gebogen hoofd van Jesse; tot in de rechtzaal stond een camera opgesteld.Typisch Amerika?

Van Koppen:'De druk van de media is daar misschien wat groter, maar het gebeurt bij ons ook. De secretaris-generaal van het ministerie van Justitie werd onlangs beschuldigd van ontucht. Dan springen alle Nederlandse media erop.'