VN-generaal Roméo Dallaire keek machteloos toe tijdens de genocide in Rwanda. Onvergeeflijk, vindt hij achteraf. In de documentaire Shake Hands with the Devil keert de generaal, precies tien jaar na de genocide, voor het eerst terug naar het land. 'Dallaire heeft een nieuwe missie: Rwanda te helpen waar en hoe hij maar kan.'

In de film Hotel Rwanda, die momenteel in de bioscopen draait, zien we hoe VN -kolonel Oliver (gespeeld door Nick Nolte) zich in toenemende mate opwindt over zijn weinig doortastende superieuren. Hij zou zijn vriend Paul Rusesebagina, een gematigde Hutu die in hotel Des Mille Collines meer dan duizend Tutsi's beschermt tegen de moordzuchtige Hutu-milities, graag willen helpen, maar krijgt van de VN geen toestemming om in te grijpen. 'This is a peace keeping, not a peace making mission.'

De kolonel moet lijdzaam toezien hoe landen als België hun soldaten terugroepen, en krijgt ondanks herhaalde verzoeken geen extra manschappen of materieel. Op het toppunt van frustratie roept hij tegen Paul: 'Jullie zijn stront. Het Westen, de supermachten... we vinden dat jullie stront zijn. Je bent niet eens een nikker, Paul. Je bent een Afrikaan.'

Tijdens de genocide in Rwanda in het voorjaar van 1994 - toen in honderd dagen tijd bijna een miljoen Tutsi's en gematigde Hutu's werden afgeslacht door Hutu- extremisten - bestond er geen VN-kolonel Oliver. Het aangrijpende verhaal van Rusesebagina in hotel Mille Collines is waar gebeurd, maar kolonel Oliver is door de makers van Hotel Rwanda verzonnen. Daarbij baseerden ze zich losjes op VN-generaal Roméo Dallaire.

In december 1993 komt deze Canadese generaal nog optimistisch naar Rwanda. Vanwege het vele groen en het glooiende landschap denkt hij dat hij in het paradijs is aanbeland. Amper een maand later krijgt hij informatie die er op wijst dat in Rwanda binnenkort de hel zal losbarsten. Hutu -extremisten zijn van plan de Tutsi-minderheid in Rwanda systematisch af te slachten. In geheime wapendepots worden de kapmessen al geslepen. Dallaire wil de depots ontmantelen, maar krijgt van de VN geen toestemming. Peace keeping, not peace making.

Als drie maanden later, op 7 april 1994, het moorden inderdaad begint, krijgt de generaal gelijk. Maar niet van de VN. Die blijven ondanks Dallaires continue smeekbeden militair ingrijpen verbieden. De genocide stopt pas als het rebellenleger van de Tutsi's op 17 juli hoofdstad Kigali ontzet en de Hutu-regering op de vlucht slaat naar buurland Congo (toen nog Zaïre).

Na de genocide en de terugkeer naar Canada draait Dallaire door. Hij wordt depressief en doet verschillende zelfmoordpogingen. Begin 2000 begint hij aan een boek waarin hij precies uiteenzet wat er tijdens zijn missie in Rwanda is gebeurd. Shake Hands With The Devil is klaar in 2003 en is ook de titel van de documentaire die landgenoot Peter Raymont een jaar later maakt. Daarin wordt de generaal gevolgd als hij in april 2004, precies tien jaar na de genocide, voor het eerst terugkeert naar Rwanda.

Raymont: 'We zijn daar twee weken geweest. En de mensen daar maken onderscheid tussen Dallaire en de VN . Ze haten de VN, ze haten de Belgen en de Fransen, die een zeer dubieuze rol hebben gespeeld tijdens de genocide, en ze haten de internationale media, die destijds te weinig van zich liet horen. Maar generaal Dallaire heeft een status aparte in Rwanda. Toen wij er waren werd hij de hele tijd op straat herkend en wilden mensen zijn hand schudden. Bijna iedereen is er daar van overtuigd dat Dallaire zijn uiterste best heeft gedaan.'

President Kagame niet. In de documentaire zien we hoe hij Dallaire in een officiële toespraak verwijt zich achter zijn mandaat te hebben verscholen.

'Ik zat bij Dallaire in de auto toen we Kagame's uitspraken op de radio hoorde. Dat was de dag voordat ze elkaar zouden ontmoeten. Ik schrok me kapot. Hier is de president van Rwanda die in het openbaar Dallaire afvalt. Ik keek hem aan en vroeg wat hij er van vond. Hij zei alleen: "Dit moest 'ie zeggen." Ongelooflijk, maar hij nam Kagame's verwijt niet persoonlijk op. Dallaire is een generaal, hij denkt strategisch.

' Overigens had Dallaire van zijn kant weer problemen met Kagame, die wat hem betreft in 1994 veel eerder had moeten ingrijpen. Toch zitten ze een dag later opvallend hoffelijk tegenover elkaar, zoals je in de documentaire kunt zien. Ze begrijpen wel dat ze elkaar nog nodig zullen hebben in de toekomst. Dallaire denkt er immers over om te gaan wonen in Rwanda. Hij beschouwt zijn vorige missie in Rwanda als mislukt, en heeft nu als nieuwe missie - militairen hebben nu eenmaal een missie nodig - het land te helpen hoe en waar hij maar kan.'

Hoe beleefde Dallaire zijn terugkeer naar Rwanda?
'Ik vreesde voor zijn geestelijke gezondheid. Dit is een man die twaalf pillen per dag slikt om op de been te blijven. Maar de terugkeer, samen met zijn vrouw Elizabeth, was als een therapie voor hem. Hij móest terug en dat wij die terugkeer voor hem documenteerden was onderdeel van het proces. Het moeilijkste moment kwam toen we naar het lijkenhuis gingen waar destijds de tien vermoorde Belgische VN- soldaten lagen opgestapeld. Dallaire heeft veel kritiek gekregen dat hij ze toen niet heeft proberen te redden. De generaal bleef dat bezoek maar uitstellen. De avond voor we zouden vertrekken zijn we er uiteindelijk toch naartoe gegaan. Wat je in de documentaire ziet is zo'n beetje alles wat we hebben geschoten. Op de terugreis zei Dallaire helemaal niets. En dat terwijl hij de rest van het bezoek maar bleef praten.'

Hoe zou u de toestand in Rwanda nu omschrijven?
'Het is elf jaar later, maar het land is nog steeds in shock. Iemand vertelde me dat er in het hele land drie psychiaters zijn. En de moordenaars van toen worden zo langzamerhand allemaal vrijgelaten en keren terug naar hun dorpen. In plaatselijke rechtbanken, de zogenoemde gacaca, wordt bepaald of ze weer worden opgenomen in de gemeenschap. Kinderen die hebben gezien hoe voor hun ogen hun moeders werden afgeslacht zullen in hetzelfde dorp moeten leven als de moordenaars. Bovendien zitten er nog tienduizenden genocidaires in Congo en die keren nu ook terug. Ik vrees voor de toekomst van Rwanda.'

U gaat verder dan Hotel Rwanda in het tonen van de gruweldaden. Waarom?
'Er zijn afschuwelijke beelden die ik niet gebruikt heb en die me nog steeds achtervolgen . Tijdens de research voor de documentaire zag ik tientallen uren van Rwandese cameraploegen en alles wat de BBC heeft opgenomen. Materiaal dat niemand zou moeten zien. In de documentaire zitten nu twee opnames die met een telelens werden gemaakt. Ik vind namelijk dat je wel íets moet laten zien. In eerdere versies zat nog gruwelijker materiaal, maar test screenings wezen uit dat mensen dat niet konden verwerken. Het is ook een ethische kwestie. Als je die beelden ziet kun je ze nooit meer uit je geheugen wissen. Ik vind dat je dat andere mensen niet kan aandoen. En toch krijg ik soms nu nog te horen dat ik met die twee beelden op afstand al te ver ben gegaan.'