When the Levees Broke is de monumentale, vierdelige documentaire van Spike Lee over New Orleans en Katrina. Schokkend en onthullend, maar ook een wonder van montage. Een gesprek met editor en co-producer Sam Pollard.

Toen orkaan Katrina zich op New Orleans stortte, poseerde regisseur Spike Lee op de rode loper van het filmfestival van Venetië, waar zijn thriller Inside Man draaide. Het was een pijnlijk contrast, zei Lee later. Het zonovergoten Lido in een stad die al eeuwen door het water dreigt te worden verzwolgen en de televisiebeelden van tienduizenden hulpeloze Afro-Amerikanen, peddelend, op daken, in bomen.

Lee sloot zich na de eerste berichten op in zijn hotelkamer en keek televisie, om niets te missen van de tragedie. Hoewel zijn hoofd er niet naar stond, moest hij af en toe filmjournalisten te woord staan over Inside Man: 'Ze vertelden mij dat de beelden van New Orleans hen deden denken aan een derdewereldland en niet aan de machtige Verenigde Staten.'

De televisiebeelden en Europese reacties op de chaos in New Orleans bleven door Lee's hoofd spoken toen hij terugkeerde naar de VS. Hij ontmoette Sam Pollard, al jaren een van zijn vaste editors en vertelde hem over zijn plan voor een documentaire over Katrina. Pollard: 'Hij wist nog niet precies waar de film over zou moeten gaan, maar hij had wel al een titel: When the Levees Broke.' Want, zei Lee later, de meeste mensen denken dat New Orleans werd verwoest door Katrina. Maar de stad kwam voor tachtig percent onder water te staan door het breken van de dijken. 'Het was niet de orkaan.'

Op internet verzamelde Pollard materiaal over Katrina. Pollard: 'Ik probeerde de gebeurtenissen chronologisch achter elkaar te zetten. Een eerste structuur voor een film te ontwerpen. Ik heb bijvoorbeeld de openingssequentie opgeschreven. Beelden van New Orleans vroeger, shots van Mardi Grass, afgewisseld met shots van huizen met de tekst Dead body inside. Die beelden wilde ik monteren op muziek van Louis Armstrong die zingt 'Do you know what it means to miss New Orleans?' De indeling in actes had ik ook al. Acte 1 zou gaan over de dagen voor de orkaan. Wat deden mensen, vluchtten ze of besloten ze te vertrekken naar de Superdome of het Convention Center. Wat gebeurde er precies toen de orkaan de stad bereikte. Waarom bleef hulp uit? Zoals Spike zei: nog nooit heeft een Amerikaanse regering zo zijn rug naar de eigen bevolking gekeerd. Toen kregen we ook het gevoel dat de kijkers na de documentaire iets over de geschiedenis van de stad moesten weten. De uiteindelijke film wijkt nauwelijks af van dat eerste idee.'

Pollard en Lee legden het plan voor aan Sheila Nevin, hoofd documentaires en familieprogramma's van betaalzender HBO, die al eerder films van Lee had medegeproduceerd. Nevin was meteen enthousiast, betaalde een miljoen dollar voor een documentaire van twee uur. Pollard en Lee zouden de film samen produceren, Pollard kreeg ook de titel supervising editor.

Acht keer reisde Spike Lee met cameraman Cliff Charles naar New Orleans, maakte zo'n honderd interviews, van burgemeester C. Ray Nagin en Kathleen Blanco, gouverneur van Louisiana, tot beroemdheden als Harry Belafonte, Sean Penn, Kanye West en Wynton Marsalis, met ingenieurs, historici en journalisten. Maar hij sprak vooral met gewone inwoners, die probeerden te overleven in bijvoorbeeld de wijk Lower Ninth Ward. Lee vergeleek het gebied met Hiroshima en Nagasaki, met Berlijn aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Pollard: 'Hij begon met de opnamen in het weekend van Thanksgiving 2005. We moesten de film aan HBO afleveren op 15 augustus 2006 . Ik begon pas echt met de montage in maart 2006. Spike had bijna 500 uur materiaal opgenomen. Interviews, beelden van de dijken die waren bezweken, huizen die nog onder water stonden. Er was 200 uur archief materiaal. Ik had dus maar tien weken om twee uur te monteren. Na zes, zeven weken montage werd duidelijk dat we het verhaal nooit in twee uur zouden kunnen vertellen.'

Opnieuw klopten Lee en Pollard aan bij Sheila Nevin van HBO. Ze stelden voor een film van vier uur te maken. HBO betaalde wederom een miljoen dollar. Pollard: ' We huurden twee andere editors in (Geeta Gandbhin en Nancy Novack, red.), die ieder een uur moesten monteren, acte 3 en acte 4. Ze kregen mijn papieren plan.'

Op het moment dat u het materiaal in de montagekamer krijgt, ontstaan er natuurlijk ook nieuwe ideeën voor de film.
Pollard: 'Natuurlijk. Maar er zijn twee dingen die je moet doen als je een film maakt, dat geldt zowel voor documentaires als voor speelfilms: je moet je voorbereiden en goed organiseren voor je ook maar iets gaat draaien. Tegelijk moet je openstaan voor verrassingen. Maar als je je goed hebt voorbereid kun je een nieuwe visie makkelijker verwerken. In acte 3 en 4 wordt gesproken over de bendes in Houston, die zouden bestaan uit gevluchte jongeren uit New Orleans. Spike vond dat geweldig materiaal, maar het stond niet in mijn treatment. Spike wilde bij voorbeeld ook meer horen over het leven in New Orleans na de terugkeer van de bevolking. Hoe gevaarlijk was het toen in de stad? Dat stond evenmin in ons eerste plan. Onze researcher, Judy Aley, ontdekte het archiefmateriaal met Barbara Bush. Ze zegt in de Houston Astrodome tegen de televisiecamera's: "Wat ik hoor, en dat verontrust me zeer, is dat veel vluchtelingen in Texas willen blijven. Iedereen wordt zo goed opgevangen. Heel veel van de mensen die hier naartoe zijn gekomen zijn hoe dan ook kansarmen." Ook dat stond natuurlijk niet in onze eerste opzet .'

Alleen al het bekijken van honderden uren aan interviews kost ontzettend veel tijd. Hoe selecteerde u de gesprekken?
Pollard: 'Onze line producer stuurde mij elke week dozen vol dvd's van alle interviews. Alle interviews waren uitgetypt. Thuis kruiste ik de quotes aan die ik bijzonder vond . Spike kreeg ook al die uitgetypte interviews en maakte zijn keuze. Al het materiaal werd gedigitaliseerd op onderwerp: De dagen voor de storm. De dag van de storm, De falende overheid. Al het materiaal over een onderwerp bekeek ik, begon met indikken, probeerde een rode draad uit de verschillende interviews te destilleren. Die talking heads sneed ik dan terug naar zo'n twintig minuten. Daarna bekeek ik het archiefmateriaal, monteerde dat samen met de interviews tot een blokje van een minuut of tien per onderwerp. Spike wilde pas kijken toen er een ruwe montage van twee uur was.'

Als Spike Lee het materiaal bekeek, wat was dan zijn grootste kritiek?
Pollard: 'Hij had natuurlijk wel opmerkingen, vroeg zich bij voorbeeld af of een quote van de burgemeester niet ergens anders kon worden geplaatst, of hij miste iemands belevenissen de dag voor de storm. Ook was er kritiek van hbo. Sheila Evans vond de eerste versies van de film te weinig emotioneel en vooral niet visueel genoeg. Dus heb ik sommige interviews ingekort. Spike had bij voorbeeld een interview van twintig minuten met Sean Penn. Hij vertelde waarom hij naar New Orleans ging, wie hij wilde redden, wat hem allemaal was overkomen. Ik sneed het tot een blok van tien minuten, vond het veel te lang, maar Spike was wel enthousiast. We lieten de film aan Sheila van hbo zien en die zei: wie is er nou geïnteresseerd in Sean Penn en Katrina? Er is nog geen drie minuten van Penn overgebleven. Zo ging het de hele tijd. Het was een kwestie van praten, inkorten en schuiven met scènes. Bij elkaar zijn er dertig versies geweest.'

De trend bij documentaires is : geen talking heads, pratende hoofden. When the Levees Broke zit vol pratende hoofden zonder dat het verveelt Hoe kreeg u dat voor elkaar?
Pollard: 'Ik heb nu drie documentaires met Spike gemaakt en het eerste dat Spike me altijd vraagt is: hebben we een verteller nodig, commentaar? Ik zeg altijd: nee. Spike wil in zijn documentaires de mensen zelf het verhaal laten vertellen. Maar dat kan alleen als je de ruimte krijgt. Als je in de Verenigde Staten een documentaire maakt voor de televisie van pakweg vijftig minuten, dan moet je in 9 van de 10 gevallen commentaar gebruiken, anders is iedereen te lang aan het woord. Dus je moet de interviews sterk inkorten en de uitspraken met elkaar verbinden door commentaar. Maar ook in deze documentaire wilde Spike de bewoners van New Orleans het verhaal zelf laten vertellen.'

Toen Lee, die door velen wordt beschouwd als de woordvoerder van 45 miljoen Afro-Amerikanen (een positie die hij zelf allerminst ambieert), werkte aan When the levees broke, verschenen er berichten dat hij wilde aantonen dat de overheid sommige dijken had laten bombarderen om rijke blanke wijken te beschermen ten kosten van arme zwarte buurten. Sommigen in de film komen inderdaad met die theorie. Maar Lee richt zijn pijlen vooral op de ingenieurs (de dijken waren slecht gebouwd en onderhouden) en natuurlijk op de overheid. Hij toont de zwarte minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice die op het moment van de ramp Ferrigamo schoenen koopt op Madison Avenue. President Bush landt niet in New Orleans, maar laat de Air Force One aanvankelijk slechts een rondje over de stad vliegen. Maar het zijn vooral de beelden van de ondergelopen stad die schokken.

Het klinkt misschien vreemd maar over welke gedeelte bent u het meest tevreden?
'Aan het eind van acte 2 zit een stukje van 78 seconden. Het bestaat uit foto's van drijvende lijken, van lijken die soms dagen en weken gewoon op straat zijn blijven liggen. Het gaat mij om de spanning tussen de muziek en de lijken. Ik wilde dat het publiek de tragedie van Katrina hier echt voelde. Ik heb die scène gemonteerd zonder dat Spike er iets van had gezien, heb ook niet alle shots van lijken gebruikt. Spike zou er zeker meer van zulke shots hebben ingestopt. Mijn stijl is om minder shots te gebruiken, maar ze langer te laten staan. Het gaat voor mij altijd om de innerlijke emotie van een beeld.'