In de gloednieuwe bioscoop Must See in Breda, die alleen al om het glittertoilet het bezoeken waard is, ging woensdag de eerste editie van het International Film Festival Breda van start. Hoewel het festival in korte tijd in elkaar geflanst werd, wist de organisatie toch een aantal grote namen te strikken. Prins Constantijn en Prinses Laurentien woonden de openingsfilm The Reader bij, Anton Corbijn trad op als gastcurator van het festival en Lukas Moodysson was present om vragen te beantwoorden over zijn nieuwste film Mammoth.

Het is ‘s ochtends nog rustig in Must See. De rode loper ligt er nog wat verlaten bij en verschillende groepjes mensen zijn in de weer met decorstukken. Op een paar MBO-scholieren na, die wachten op een vertoning van het Shorts- programma, is er nog weinig publiek. Directeur van het festival Leo Hannewijk zwaait met zijn pasje naar de portier: ‘Ik ben hier nog niet bij iedereen berucht,’ grapt hij.

Hannewijk, die al tien jaar ervaring heeft als directeur van het Film by the Sea festival in Vlissingen, is redelijk tevreden over de opkomst. ‘De opening was zeer succesvol, 1400 mensen. Ik vond het donderdag moeizaam op gang komen, moet ik eerlijk zeggen. Maar ik heb me laten vertellen dat Breda een moeilijke stad is om te veroveren. Daarom hebben we een zeer divers programma. Doelstelling van dit jaar is 10.000 bezoekers, en dat moet ieder jaar verdubbelen.’

Het IFFB is ontstaan uit de wens van de gemeente Breda om zich als stad van beeldcultuur te profileren. Met de kunstacademie Sint Joost, het Graphic Design Museum een game-opleiding en verschillende beeldgerelateerde festivals, kon een filmfestival niet ontbreken . ‘Het unieke aan dit festival is dat het film met andere uitingen van de beeldcultuur combineert. We zoeken aansluiting met fotografie, internet, videokunst, games en machinema.’

Daarbij is sprake van een succesvolle kruisbestuiving tussen de festivals in Vlissingen en Breda. ‘Alle research en contacten die we hier hebben opgebouwd gebruiken we weer voor Film by the Sea en omgekeerd. Dus de films die we niet voor Vlissingen kunnen of mogen gebruiken, kunnen we misschien weer doorschuiven naar Breda en vice versa . Maar wel met een andere focus. Bij ons zal beeld zo veel mogelijk boven de inhoud gaan.’ Uiteindelijk hoopt Hannewijk filmmakers aan het IFFB te binden doordat zij Breda zillen zien als het Europese kruispunt van de film- en beeldcultuur.

‘Op langere termijn is mijn doelstelling het dédain dat bestaat in Amsterdam en de rest van de randstad te doorbreken,’ zegt Hannewijk. ‘Journalisten schreven dat het IFFB een festival van voorpremières is . Dat vind ik een beetje flauw. Je moet ergens beginnen en wij zijn pas vanaf november bezig. De helft van de films die hier vertoond worden, zijn films die niet in de Nederlandse bioscopen uitkomen, en als die mensen een beetje opgelet hadden op het Festival van Berlijn dan hadden ze geweten dat hier pareltjes draaien.’

Eén van die voorpremières op het IFFB is het door critici in Berlijn verguisde Mammoth van regisseur Lukas Moodysson. De veertigjarige Zweed, dit keer met een kek petje in plaats van zijn gebruikelijke zwarte muts, heeft er al een lange dag van interviews op zitten. Gedwee laat hij zich sturen door de fotografen. Waarom hij juist naar dit festival kwam? 'Soms is het fijn ergens heen te gaan waar je nog nooit geweest bent,’ zegt hij. ‘Ik vind dat de kleinere festivals vaak fijner of beter zijn omdat er meer 'echt' publiek komt. Niet zoveel mensen uit de industrie en recensenten, maar mensen die echt voor de films komen. Ik generaliseer misschien, maar mensen die niet in de filmindustrie werken, hebben meestal niet die sterke behoefte om te laten zien dat ze alles weten en begrijpen. Dus soms voelt het alsof mensen meer open zijn op dit soort plekken.’

Hannewijk nodigde Moodysson uit, omdat het een regisseur is, die volgens hem met Lilja 4-Ever, Together en een vormexperiment als Container, blijk heeft gegeven van een bepaalde eigenzinnigheid. ‘Moodysson is een interessante regisseur om te volgen , ook voor het publiek,’ aldus Hannewijk. ‘Want hoe komt hij erbij om na al die aparte films nu toch ogenschijnlijk een soort concessie te doen aan een groot publiek, door een film te maken die meer mainstream is?’

Zelf ziet Moodysson Mammoth niet als mainstream. ‘Het is meer dat ik soms niet tien dingen , maar honderd dingen probeer te beschrijven. En dan eindigt de film in chaos. Je moet altijd een compromis sluiten als je een simpel verhaal vertelt; want hoe simpeler het verhaal, hoe meer je weg moet laten. En in dit geval wilde ik niet één, maar een paar hele simpele verhalen vertellen, met verschillende lagen, maar nog steeds heel eenvoudig. En dat is misschien het moeilijke eraan. Er zijn zoveel dingen die gebeuren en zoveel dingen die je in de film wilt stoppen terwijl er niet echt ruimte voor is.’

‘Het tegenovergestelde is ook erg lastig, zoals in mijn vorige film Container, die totaal chaotisch is. Dat was een film waarbij ik over alles tegelijk probeerde te praten. En dat staat op een bepaalde manier dichter bij de manier waarop ik de wereld zie. Ik zie de wereld als heel chaotisch. Om alles tegelijk te zien is voor een mens extreem vermoeiend. Je moet een soort tunnelvisie voor jezelf creëren. Anders raak je geestelijk totaal de weg kwijt.’

Het blijft even stil. Dan vervolgt hij: ‘Ik denk dat het verschil tussen mij en iemand die daadwerkelijk in een gesticht zit, is dat ik controle over mijn obsessies heb. Ik kan heel erg geobsedeerd raken door dingen, maar probeer ervoor te zorgen dat ik niet met alles tegelijk geobsedeerd raak, maar dat ik één voor één, stap voor stap mijn obsessies heb. Ik denk dat als ik geen films zou maken of niet zou schrijven, ik wel wat problemen zou hebben, omdat ik een soort nieuwsgierigheid voor bijna alles heb. Dat klinkt vermoeiend, maar het is ook heel erg leuk. Want je krijgt ook de hele tijd nieuwe kleine hobby’s erbij. En het is goed om de hele tijd nieuwe interesses in je leven te hebben.’

‘Toch moet ik mezelf soms beschermen, omdat ik weet dat ik geobsedeerd raak door dingen,’ vertelt Moodysson terwijl hij met een potlood onophoudelijk op een blaadje kladt. ‘Toen ik bijvoorbeeld een nieuw keukenmes nodig had, begon ik plotseling alles over messen te lezen en kocht ik niet één mes maar iets van vijftien. Die obsessies verweef ik ook in mijn films. Dat van de messen is terug te zien in Mammoth. Dat thema is heel klein, maar wel heel interessant omdat een mes iets raars is. Het is een object dat heel veel schade kan aanrichten, maar het is ook iets dat gebruikt kan worden om iemand beter te maken, want een chirurg gebruikt een scalpel om dingen binnenin beter te maken. Zo hebben sommige dingen dubbele betekenissen of functies.’

Hoewel Moodyssons films van elkaar verschillen, zijn er thema’s die steeds terugkomen. Bijna al zijn films gaan in meer of mindere mate over kinderen. Ook in Mammoth spelen kinderen een belangrijke rol. ‘Nee, ik ben niet geobsedeerd door kinderen,’ grinnikt hij. ‘Er zijn twee redenen waarom er bijna altijd kinderen in mijn films zitten. Ik denk dat over de hele wereld veel kinderen veel te lijden hebben. Vaak worden ze aan hun lot overgelaten, of verwaarloosd. Dat wil ik aankaarten, maar persoonlijk ben ik meer geïnteresseerd in het perspectief van kinderen.’

‘Dat heeft een beetje te maken met de manier waarop ze de wereld zien. Net als ik zien ze alles tegelijk. Alles is nieuw voor ze en ze staan open en nemen grote hoeveelheden informatie tegelijk op.’

‘Ik heb inderdaad wel eens overwogen een kinderfilm te maken. Enerzijds zou ik het graag doen, maar ik zie toch een paar problemen. Ik vind het ethisch gezien discutabel om met kinderen te werken. Ik vind dat ik een heel vriendelijke regisseur ben, wanneer ik met kinderen werk ten minste. Maar nog steeds vraag je heel veel van ze en zet je ze onder druk. Als mijn kinderen moe worden, dan kunnen ze relaxen of gaan slapen . Maar als een kind-acteur moe is, moet je tegen ze zeggen "We moeten eerst deze scène nog doen," en dat vind ik een beetje dubbel. Ook omdat die kinderen door dat hele auditieproces moeten, en de meesten afgewezen worden. Maar wie weet, ooit in de toekomst.’

Sinds Lilja 4-Ever, waarin de regisseur een zwart portret schetst van een Russisch meisje dat het slachtoffer wordt van mensenhandel, staat Moodysson te boek als sombermans. ‘Ik zie mijn films niet als zwart,’ zegt hij. ‘Nou ja, ze zijn het misschien wel, maar ze zijn ook altijd heel erg hoopvol. Dat is een ander thema dat altijd terugkomt in mijn films.’

‘Ik zou het woord pessimistisch niet gebruiken, want dat wil zeggen dat alles erger wordt dan dat het al was. Ik voel veel meer voor optimisme, omdat dat volgens mij betekent dat alles nu niet geweldig is, maar dat de dingen beter worden. In optimisme schuilt hoop. Het is het tegenovergestelde van stilstaan. Mensen en de wereld zijn in beweging, en dat is optimisme voor mij. Ik denk dat ik misschien heel negatief kan zijn, terwijl ik tegelijkertijd heel positief ben.’

‘Er bestaan best goede films in het pessimistische genre, maar die zou ik nooit maken. Dat zijn films die donker zijn omdat iedereen stilstaat. Films die de wereld laten zien van mensen die totaal vastzitten in hun situatie. En dat vind ik heel deprimerend en het komt niet overeen met de realiteit, want mensen zitten nooit helemaal vast. Voor mij is zelfs zelfmoord op een bepaald niveau optimistisch, omdat die persoon het lot in eigen hand neemt. Er is niets meer deprimerend dan mensen die zich schikken in hun lot en bij wie alles hetzelfde blijft. Voor mij was Lilja 4-Ever daarom ook altijd een film die staat voor de aanwezigheid en afwezigheid van hoop. Een film die laat zien dat het niet eindigt, wanneer je van een brug springt.’

Het eerste International Film Festival Breda vindt plaats van 25 tot en met 29 maart 2009.

Klik hier voor de website.