In de verfilming van de bestseller De eenzaamheid van de priemgetallen speelt Alba Rohrwacher de volwassen versie van Alice, een van de priemgetallen uit de titel. ‘Alice raakt me in mijn ziel.’

Je zou haar bijna over het hoofd zien. Zo stil, breekbaar en bijna transparant is ze. Ik zit medio september naast haar op de bank in een hotelkamer ergens in Toronto. Ze is gast op het filmfestival vanwege haar rol in De eenzaamheid van de priemgetallen. Een verpletterende rol, want op het witte doek kan je niet om haar heen. Dat bewees ze dit jaar ook al in de films Io sono l’amore en Cosavogliodipiù.

Alba Rohrwacher. Italiaanse actrice met een Duitse vader. Vandaar de conflicterende naam. Alba betekent overigens wit in het Latijn, en verdomd, Alba heeft rood haar en een witte huid.



In De eenzaamheid van de priemgetallen speelt ze de volwassen versie van Alice, een van de priemgetallen uit de titel. Een ongemakkelijk meisje dat we volgen als ze kind, tiener en jongvolwassene is. Na een traumatische ervaring in haar jeugd heeft ze altijd moeite gehad contact te leggen met anderen. De enige bij wie ze zich veilig voelt is Mattia, briljant wiskundige en ook in zijn jeugd getroffen door een traumatische gebeurtenis.

De eenzaamheid van de priemgetallen is net als zijn hoofdpersonages geen gemakkelijke film. Stroef, zeker in het begin, maar eerlijk en oprecht, en na verloop van tijd weten de personages, hoe extreem ze ook zijn, je te raken. Dat gold ook voor het gelijknamige boek van Paolo Giordano, dat een paar jaar geleden een internationale bestseller was.

Rohrwacher (1979) kende het boek al voordat ze aan de film begon. ‘Ik heb het een paar maanden nadat het uitkwam gelezen. Vooral het begin vond ik fantastisch. De eerste twee hoofdstukken, waarin de twee ongelukken van Alice en Mattia worden beschreven. Giordano gaat heel diep in op de pijn. Daardoor kan je beter begrijpen waarom het later in hun levens zo mis gaat.’

Enig idee waarom de zware jeugd van het tweetal zo bij u binnenkwam?
‘Ze riepen heel veel empathie op. Niet dat ik er veel van mezelf in herkende, meer dat ik het bij mensen om me heen had gezien.’

Dacht u toen het boek las al: als er een film komt wil ik die Alice wel spelen?

‘Ja. Tenminste, iedereen in mijn omgeving zei tegen me dat ik Alice was. Maar toen ik Saverio Constanzo, de regisseur, ontmoette, vond die het juist een probleem dat iedereen mij in die rol zag. Aanvankelijk wilde hij me ook niet casten. Achteraf was dat een voordeel, want het dwong me nog beter mijn best te doen en na te denken over nieuwe manieren waarop ik het verhaal van Alice kon vertellen .’

Waarom dachten veel mensen in uw omgeving dat u Alice was? Bent u ook een priemgetal?
‘Nee. En ik weet eerlijk gezegd ook nog steeds niet precies wat dat betekent. Ik voelde gewoon empathie voor die rol. Alice is heel gereserveerd en in zichzelf gekeerd. Misschien dat mijn vrienden daarom vonden dat ze op mij leek.’

En vindt u dat ook?
‘Nee, absoluut niet. En Saverio ook niet, want hij vertelde me dat hij uiteindelijk toch met mij wilde werken, juist omdat ik niet zo ben als Alice.’

Kon u Alice na de opnamen weer makkelijk van u afschudden?

‘Ja, maar het was wel een zware rol. Een van de zwaarste die ik heb gespeeld. Alice raakt me in mijn ziel.’

Ik heb het boek niet gelezen, maar staat er ook in dat Alice anorexia heeft?
‘Ja.’

Dus dat wist u voor u aan de film begon?
‘Ja.’

Had u daar problemen mee?

‘Nee.’



Ik weet niet hoe dik u begon, maar…
‘Saverio’s idee was om onze geestesgesteldheid ook in onze lichamen te laten terugkomen. Ik moest daarom heel dun worden en Luca Marinelli, die Mattia speelt, heel dik.'

Veranderde u terwijl u afviel ook psychisch?

‘Ja, natuurlijk. Toen ik zo dun was beïnvloedde dat hoe mensen mij benaderden, en ook hoe ik anderen tegemoet trad. Net als in de film.’

Kun u me vertellen hoe u zich toen voelde? Heel klein…?
‘Nee, paradoxaal genoeg juist heel sterk. Ik ben nooit anorectisch geweest, maar toen ik zo dun was begreep ik pas hoe die meisjes zich voelen. Het is een klinisch feit dat anorectische meisjes zich sterker voelen omdat ze de baas zijn van hun eigen eetlust. En voor Luca was het juist het tegenovergestelde. Toen hij zo dik was voelde hij zich sloom en lui. Hij wilde ook minder met andere mensen praten, terwijl ik juist steeds uitdagender werd.’