Sergio Caballero (1966), codirecteur van het befaamde Sonar-festival voor 'Advanced Music and Multimedia Art' in Barcelona is tevens beeldend kunstenaar en muzikant. Het extreem vrijzinnige Finisterrae is zijn eerste film. Met een zeer eigenaardig gevoel voor humor wordt een absurd verhaal geschetst over twee spoken die op pelgrimstocht gaan naar de plaats Finisterrae. Caballero: ‘Mijn tolk en ik hebben allebei expres zwarte kleren aangetrokken om serieus over te komen.’

Idee?
‘De film is ontstaan vanuit het beeldmateriaal dat ik maakte voor het Sonar-festival. Toen werd het veel groter dan nodig, omdat ik het zo leuk vond om er mee bezig te zijn. Steeds bleef ik het veranderen en aanpassen. Het creatieve proces is voor mij het belangrijkste. Tegelijkertijd ben ik bijzonder tevreden met het eindresultaat. Het is een optelsom geworden van allerlei gedachten, beelden en dromen die ik had. Niks mist.’

Invloeden?

‘Ik heb twee kinderen dus ik kijk veel kinderfilms. Verder laat ik mij inspireren door het Zwitserse duo Fischli/Weiss, Andrej Tarkovski en in Finisterrae heb ik een referentie aan Philippe Garrels klassieker La cicatrice intérieure gemaakt. Ik vind dat experimenteel niet los hoeft te staan van humor.’

Sprookje?

‘Deze film is ontstaan vanuit mijn binnenste. Het is een volle expressie van mijn fantasie. Hierin speelt mijn liefde voor de natuur, voor dieren en voor pornofilms uit de jaren ’70 een grote rol. De film begint inderdaad als een sprookje, maar het wordt steeds meer een gedicht. Met happy end. Ik heb de film gemaakt zonder aan het publiek te denken. Deze film moet je luisteren in plaats van kijken, je laten meevoeren en het creatieve proces meevoelen. Ik begrijp de film zelf niet.’

Ambities?

‘Ik wil op deze weg doorgaan. Mijn nieuwe project zal gaan over junkies in de natuur. Ik ben al begonnen in een inspiratieboek. Ik schrijf geen scenario, het gaat mij om beeld .’

Filmen in Spanje?

‘Ik heb niks te maken gehad  met de filmindustrie in Spanje, dat vind ik saai. Met een klein, zeer bekwaam team filmden we op een guerrilla-achtige manier: heel snel, flexibel en doortrapt. Ik wilde Javier Bardem trouwens wel graag als spook, maar dat ging helaas niet.’