De Duitse bioscoophit Almanya gaat over drie generaties Turken in Duitsland. Regisseur Yasemin Samdereli: ‘Wij wilden een film over een familie als de onze. Geen bijzondere familie, maar een die in de media niet vaak aan bod komt.’

Openingsfilm van het afgelopen World Cinema Festival in Amsterdam was de Duitse bioscoophit Almanya – Willkommen in Deutschland. In eigen land kwamen meer dan een miljoen mensen kijken naar deze komedie over drie generaties Turken in Duitsland. Van opa Hüseyin, die als eerste van zijn familie in de jaren zestig als gastarbeider naar Duitsland kwam, tot kleinzoon Cenk, die geen Turks meer spreekt en van zijn ouders wil weten of hij nou Turk of Duitser is. Regisseur van deze sympathieke film is de Turks-Duitse Yasemin Samdereli (1973 ), die ook samen met haar zuster Nesrin het scenario schreef.


Yasemin en Nesrin Samdereli op de set van Almanya

Hoe kwam u op het idee voor de film?

‘Twee dingen. Om te beginnen moesten mensen altijd lachen als ik over mijn jeugd in Duitsland vertelde. Ik ben namelijk opgegroeid in een dorp en zat daar op een Schützenverein. Ken je dat?’

Een schietclub?

‘Ja ook, maar ik speelde fluit en liep mee in marsen. En ik zong Duitse volksliedjes. Veel mensen vinden dat nogal grappig, en dat is het natuurlijk ook. Maar toen wist ik niet beter. De tweede reden is minder grappig. Toen mijn grootvader stierf, realiseerden Nesrin en ik ons dat zijn generatie aan het uitsterven is. Hij vertelde ons altijd over zijn vroege ervaringen in Duitsland. Dat hij zich zo verbaasde over het feit dat er in Duitsland bijna niemand op straat was, terwijl in Turkije het leven zich juist op straat afspeelt. En dat het – omdat de zon er veel minder schijnt – altijd zo donker was. Mijn grootmoeder herinnerde zich dat als ze boodschappen ging doen de verkoper altijd vroeg of hij haar tassen kon dragen. Mensen waren toen nog heel vriendelijk. Er waren veel van die verhalen – groot en klein – en Nesrin en ik besloten dat we daar een film over moesten maken. Een subjectieve geschiedenis over een familie als de mijne.

Hoe autobiografisch is de film?
‘Het is een mengeling. We wilden het niet te persoonlijk maken. We gebruikten wel wat familieverhalen, maar het grote verhaal is fictief . Wat wel biografisch is, is het verhaal van een van mijn ooms, die nog erg jong was toen hij naar Duitsland kwam. Hij was heel erg bang voor Christus aan het kruis, want een vriendje had hem in Turkije verteld dat de Duitsers kannibalen waren die elkaar, maar ook Jezus opaten. In het huis waar hij terechtkwam, hing ergens in een donker hoekje nog een crucifix en toen hij dat ontdekte gilde hij het uit.'

In de jaren zestig spreken de Duitsers in uw film een soort brabbeltaaltje. Hoe kwam u op het idee?
‘Dat hebben we van The Great Dictator van Charlie Chaplin. Toen wij het script schreven, was ons vanaf het begin duidelijk dat, om een zo groot mogelijk publiek te kunnen bereiken, onze Turkse familie Duits moest spreken. Als zij Duits spraken, en ze konden in de jaren zestig de Duitsers nog niet verstaan, dan moesten de Duitsers dus een soort brabbeltaaltje spreken. Soms voelt het alsof je er iets van kon verstaan, maar het waren nooit bestaande woorden.’

Stonden die woorden wel in het scenario?

‘Ja, de acteurs moesten ze uit hun hoofd leren. En dat was voor hun ook belangrijk, want als een acteur iets moet spelen, wil hij ook weten waar het over gaat. Dus schreven we alles uit en vertelden we ze wat wat betekende.’

Ik begreep dat u er bij de financiers voor moest vechten om van Almanya een komedie te kunnen maken.
‘We kregen vaak de kritiek dat ons script onrealistisch was. Omdat we niet inzoomden op de problemen. En de geldschieters waren bang dat er geen publiek voor zou zijn. Volgens ons zijn er al genoeg films gemaakt over de problemen van Turken in Duitsland. Die zijn ook belangrijk, maar er zijn meer dan drie miljoen Turken in Duitsland en het gaat wat ver om te veronderstellen dat ze allemaal problemen hebben met hun geloof, eerwraak, enzovoort. Wij wilden een film over een familie als de onze. Geen bijzondere familie, maar een die in de media niet vaak aan bod komt.’



En toen kwamen er 1,2 miljoen bezoekers. Enig idee waarom uw film zo’n succes was?
‘ Misschien omdat de mensen genoeg hadden van die negatieve kijk. Veel Turken bedankten me dat er eindelijk een normale Turkse familie gevolgd werd. En veel Duitsers vonden het leuk hun cultuur vanuit een heel ander perspectief te zien .’

Was de reactie van het Duitse publiek anders dan van het Turkse?
‘Ze lachten vaak om de zelfde grappen, maar soms waren er kleine verschillen. Zo moesten de Duitsers veel harder lachen op het moment dat Hüseyin tegen zijn dochter, die een affaire met een Engelse jongen heeft, zegt : “Had je dan niet op zijn minst een Duitse jongen kunnen kiezen!” Dan begonnen ze echt te applaudisseren.’

Heeft de film nog debat opgeleverd? De timing is perfect, met al die uitlatingen over het mislukken van de multiculturele samenleving.
‘Dat was niet ons plan, want het heeft tien jaar gekost om de film van de grond te krijgen. En ik focus in mijn films ook liever op het verhaal. Voor mij was het belangrijk dat mensen samen lachen om de zelfde dingen. Dat Duitsers beseffen dat Hüseyin niet zo veel verschilt van Duitse grootvaders. Ook die zouden gewoon blijven zitten als het water kookt en wachten tot hun vrouw de ketel van het vuur haalt. Ik dacht altijd dat mensen hun mening over Turken wel zouden herzien als ze mijn grootmoeder kenden zoals ik haar kende. Ze zag er heel traditioneel uit, een moeke met een hoofddoek, maar ik wist dat ze heel grappig was en ook heel dominant. Maar als mijn Duitse vrienden kwamen eten, zagen ze alleen een vrouw die de hele tijd zei : schep nog eens op, schep nog eens op. Uiteindelijk is Almanya geen politieke film, maar een film over familie. En het is maar de vraag of zo’n film überhaupt iets kan veranderen. Misschien een heel klein beetje. Maar dat beetje doet er wel toe.’