‘Bel me niet meer. Ik bel jou wel.’ Dat zegt een vader tegen zijn zoon in Le gamin au vélo, de nieuwe film van de gebroeders Dardenne. Wij weten dat hij nooit zal bellen, maar zijn zoon Cyril, een elfjarig ventje met rood haar, blijft tegen beter weten in geloven in zijn vader.

Het is een vertrouwd recept bij de Waalse broers Jean-Pierre (60) en Luc Dardenne (57): kies een personage in crisis en blijf hem een film lang op de huid zitten. Zo volgden we in Rosetta een wanhopige tiener die in een caravan leeft met haar alcoholische moeder, in Le fils een timmerman die de moordenaar van zijn zoon in dienst neemt, en in L’enfant twee jonge ouders die hun baby te koop aanbieden.


Jean-Pierre en Luc Dardenne op de set van Le gamin au velo

Sombere verhalen aan de onderkant van de maatschappij, die nog naargeestiger worden door de strenge stilistische keuzes van de broers: schokkerige camera en lange takes, weinig kleuren, geen muziek.

Le gamin au vélo (‘de jongen met de fiets’) neemt voorzichtig afstand van dat hermetische oeuvre. De voor de Dardennes opvallend luchtige en optimistische film speelt zich af in de zomer (‘ onze eerste film in de zomer’), er klinkt zowaar filmmuziek, en de film zit vol sprookjesachtige elementen.

Kapster
In mei waren de broers met Le gamin au vélo in Cannes, waar al hun films in première gaan en waaruit ook altijd wel een of andere prijs wordt meegenomen (geen Gouden Palm dit jaar, wel de Grote Prijs van de jury). Tijdens een rondetafelgesprek over de film praatten zij minzaam en geduldig met de pers.

Ze kwamen op het idee voor de film toen ze in 2002 met Le fils in Tokyo waren voor een campagne tegen de doodstraf. Luc: ‘Daar kwamen we een vrouwelijke kinderrechter tegen die ons het verhaal vertelde van een jongetje dat door zijn vader was achtergelaten in een weeshuis. De vader beloofde hem daar snel te komen ophalen, maar heeft dat nooit gedaan. Dat verhaal liet ons niet meer los, maar we hadden nog niet genoeg voor een film. We werkten parallel aan een film over een vrouwelijke arts, en die twee verhalen hebben we toen maar met elkaar verweven. Van de dokter maakten we een kapster, want toen we eenmaal hadden besloten dat zij zich over de jongen zou ontfermen, leek ons een dokter iets te symbolisch. Je verwacht zoiets bijna van een dokter, die er toch is om het leed van anderen te verzachten. Cyril en Samantha, de kapster, ontmoeten elkaar nog wel in de wachtkamer van een dokter.’

Sprookje
Samantha ontfermt zich over de jongen, die ze bij toeval tegenkomt, en voor wie ze zich gelijk verantwoordelijk voelt. Het is bijna te mooi om waar te zijn. Luc: ‘Voor ons is het een daad van pure goedheid. Ze accepteert zijn schreeuw om hulp. Zij biedt hem haar liefde aan, en is zelfs bereid te wachten tot het moment dat hij zo ver is dat hij om die liefde kan vragen. Dat was genoeg voor ons. We hadden er natuurlijk allerlei redenen bij kunnen verzinnen, dat ze zelf geen kinderen kon krijgen, of dat haar zoon overleden was, maar die verklaringen zouden haar daad alleen maar kleiner maken. Wij wilden onderzoeken of zo’n daad van pure goedheid genoeg was om Cyril te redden.’

De film krijgt daardoor elementen van een sprookje. En dat was ook de bedoeling. Luc: ‘Tijdens het schrijven van het scenario en tijdens het repeteren ontdekten we dat we eigenlijk bezig waren met een sprookje. Dat hebben we tijdens de opnamen nog benadrukt. Cyril draagt de hele tijd een rood T-shirt of rood jack, en staat op een gegeven moment aan de rand van een groot, donker bos. Je voelt dat daar Het Kwaad hem staat op te wachten. We hebben in de film bewust alle secondaire personages eendimensionaal gemaakt. Ze waren goed of slecht. Iedereen staat voor een richting die Cyril kan inslaan. En Samantha is de goede fee in ons verhaal .’

Deeg
Cyril wordt met complete overgave en zeer overtuigend gespeeld door de jonge niet-professionele acteur Thomas Doret . De Dardennes werken graag met niet professionele acteurs, maar kozen voor de rol van Samantha voor een professionele actrice: Cécile de France. Van de regisseurs moest ze wel haar professionele acteertrucjes afleren.



Jean- Pierre: ‘Niet-professionele acteurs zijn vaak heel onbevangen. Vooral kinderen, die hebben nog de onschuld van een dier. Dat is precies de reden waarom veel volwassen acteurs niet graag met kinderen werken. Dan vallen hun eigen trucjes des te meer op. Om een acteur zijn trucjes te kunnen afleren beginnen we ruim voor de opnamen met repetities. Zonder crew, want acteurs hebben de neiging indruk op ze te willen maken, terwijl wij juist willen dat ze zichzelf zijn.
Tijdens die repetities laten we zien dat ook wij niet alle antwoorden hebben. Bij ons hoeft niemand te domineren. Er zijn is genoeg. Je zou ons kunnen vergelijken met bakkers. We zijn de hele tijd met het deeg bezig, maar wij zeggen niet tegen het deeg dat het moet rijzen. Als je lang genoeg bezig bent gaat dat vanzelf.’