Theatermaker Frank Roumen maakte voor EYE de familievoorstelling Reis om de wereld in 50 minuten, gebaseerd op de bekende avonturenroman van Jules Verne. In het stuk komen stomme film, theater, muziek en gaming samen.

Theatermaker Frank Roumen houdt zich al twintig jaar bezig met de stille film . Zo maakt hij voor het filmmuseum jeugdtheatervoorstellingen waarin hij filmbeelden combineert met theater en muziek. Voor het stuk dat tijdens de openingsweek van EYE wordt gespeeld, baseerde hij zich op het beroemde avonturenboek van Jules Verne uit 1872: De reis om de wereld in 80 dagen. Aan de hand van beelden uit de collectie van EYE en een modern vormgegeven game, maken de personages Phileas Fogg en Passepartout een virtuele tijdreis langs Parijs, China, de Noordpool en New York.

Uw voorstellingen bevinden zich op het snijvlak tussen theater en stille film.
Roumen: ‘Wat ik zo interessant vind aan de stille film is dat het een halfproduct is, net als een scenario. Er mist nog iets. Door het oude filmmateriaal te combineren met theater hoop ik dat het – bijvoorbeeld voor kinderen – meer weet te beklijven. De stomme film stond vroeger natuurlijk ook nooit op zichzelf. Die werd ingeleid met een goochelaar of vuurspuwer, en vervolgens muzikaal begeleid door een pianist. Geen enkele filmvoorstelling was daardoor hetzelfde: ze leefden, ademden en groeiden met iedere vertoning. Tegenwoordig wordt film in de bioscoop vertoond en theater in het theater, maar juist die levendige mengvorm van verschillende disciplines vind ik spannend.’

Hoe is het idee van Reis om de wereld in 50 minuten ontstaan?
‘Het was een combinatie van het boek van Jules Verne en de collectie van EYE. Ik was heel blij toen ik de roman onder ogen kreeg, want in het boek worden de innovaties van de negentiende eeuw beschreven, die het onder andere mogelijk maakten sneller te reizen. Het past daarmee perfect bij de vroege periode van de filmgeschiedenis waar EYE in uitblinkt. Een periode waarin het medium zichzelf nog moest uitvinden. Filmpionier Georges Méliès verbeeldde die sfeer bijvoorbeeld heel mooi in Le voyage à travers l’impossible (1904).


Le voyage à travers l’impossible
Méliès gebruikte vernuftige technieken om te goochelen met film, waardoor het medium zich begon los te maken van de al bekende kunstvormen als theater of de roman. Als een reis naar het onmogelijke. Naast dit bekende fragment hebben we vooral veel onbekend beeldmateriaal in de voorstelling verwerkt: beelden vanuit een zeppelin die tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn opgenomen of van de metro in Parijs.’

Zit er ook een moraal in deze cinefiele traktatie?
‘Eigenlijk draait het stuk rond vriendschap. Fogg is een flegmatieke man, die alles onder controle wil hebben en het spel alleen wil winnen. Passepartout is creatief en wil alles meemaken. Aan het einde van de reis komen ze erachter dat ze vooral hun vriendschap hebben gewonnen.’

De voorstelling bevat stomme filmfragmenten en is gebaseerd op een negentiende- eeuws verhaal. Hoe vertaal je dat naar een voorstelling die kinderen van 2012 kan boeien?
‘Met mijn voorstellingen wil ik die oude films niet historiseren, maar juist recreëren. Het boek van Verne diende als inspiratiebron voor een verhaal in het nu. Dat maak ik meteen duidelijk door de acteurs Jim Groot en Emma Strijdhorst te laten opkomen als zichzelf. Pas daarna trekken ze de negentiende- eeuwse kostuums van Fogg en Passepartout aan. Ik heb de oude beelden ook bewerkt en gemonteerd. En het verhaal krijgt een eigentijds tintje door mijn liedteksten en de muziek van Rob Stoop.’

U hebt ook samengewerkt met grafisch animator Niels Mud voor de hypermoderne game die in de voorstelling wordt gespeeld.
‘Ja, door die samenwerking ben ik ook weer anders naar film gaan kijken. Ik had van te voren zelf al wat fragmenten geselecteerd, maar die bleken veel te filmisch te zijn. Voor een game heb je namelijk heel “platte ” beelden nodig, waarin de figuren zich als Super Mario van links naar rechts bewegen. We hebben uiteindelijk slapstickachtige beelden gebruikt van een echtpaar dat op een tandem door Parijs fietst. In de game moeten zij met croissants en stokbroden van hun fiets worden gemept. Van rennende agenten uit Cops (1922) van Buster Keaton zijn donutjagende gamefiguurtjes gemaakt. Zo’n fragment krijgt daardoor naast een nieuwe functie ook een andere laag. Zo probeer ik met de mogelijkheden van nu die beelden een meerwaarde te geven, sterker te maken.’

Zoals recentelijk in The Artist de stomme film is gedigitaliseerd en in Hugo het werk van Méliès in 3D wordt vertoond?
‘Ja, dat is eigenlijk wel heel grappig. Dat dat nu ineens zo hip is. Ik doe het namelijk al twintig jaar.’

Reis om de wereld in 50 minuten (6+)
> Zaterdag 7 april, 16.00 uur
> Zondag 8 april, 14.00 en 16.00 uur
> Maandag 9 april, 14.00 en 16.00 uur