In misdaadthriller The Keeper of Lost Causes van Mikkel Nørgaard probeert inspecteur Mørck een oude ontvoeringszaak op te lossen.

In de Deense misdaadthriller The Keeper of Lost Causes schijnt de zon nooit. Nou ja, één keer. ‘De zon breekt heel even door als Merete met haar broer over de kade loopt. Vlak voordat ze de kooi in gaat. Daarna niet meer. Niet omdat het allemaal somber of zwart moest zijn, maar ik wilde de sfeer van de herfst.’
Aan het woord is regisseur Mikkel Nørgaard (1974), die samen met hoofdrolspeler Nikolaj Lie Kaas (1973) in Nederland is voor de promotie van zijn op Jussi Adler-Olsens bestseller De vrouw in de kooi gebaseerde thriller.

Honderdduizenden mensen in Nederland hebben dat boek gelezen, en voor hen zijn de woorden ‘Merete’ en ‘kooi’ genoeg om zich het boek te herinneren, maar voor de niet-ingewijden kort het verhaal.
In The Keeper of Lost Causes lopen twee verhaallijnen door elkaar. Of eigenlijk naar elkaar toe. In de eerste wordt de veelbelovende jonge politica Merete Lynggaard ontvoerd en in een kooi gevangen gehouden. In de tweede volgen we de norse inspecteur Carl Mørck die vijf jaar later haar zaak opnieuw onderzoekt. Mørck is de baas van afdeling Q, een afdeling die speciaal voor hem is opgericht door zijn chef, die de lastige Mørck op een zijspoor wil zetten. De bedoeling is dat Mørck oude, onopgeloste zaken gaat archiveren, maar samen met assistent Assad, en zeer tegen de zin in van zijn chef, werpt hij zich op Meretes zaak.

Isolatie
Actrice Sonja Richter speelt Merete Lynggaard, de vrouw in de kooi, en heeft zich, zo vertelt Nørgaard, uitvoerig op haar rol voorbereid. ‘Ze heeft twee, drie maanden alles gelezen wat ze kon vinden over isolatie. Wat het doet met je lichaam en geest. Daarna heeft ze voor bijna elke dag in die vijf jaar een schema gemaakt: ’s Ochtends vroeg opstaan, rondje lopen, kleren schoonmaken. Zo kreeg ze een heel precies idee van wat er al die tijd in de kooi gebeurd was. Dat had ze nodig om die rol te kunnen spelen.

Natuurlijk moest ze ook veel gewicht verliezen, maar eerst moest ze juist dikker worden. Dat was voor de scènes voordat ze de kooi in ging. Toen die waren opgenomen heb ik vier weken lang scènes met Mørck en Assad gedraaid, zodat zij mooi kon afvallen. Uiteindelijk was het dus dubbelzwaar voor Sonja, die eerst moest aankomen en daarna weer afvallen.’

Wat de vraag oproept of ze door alle fysieke inspanningen misschien wel geestelijke schade heeft opgelopen. ‘Nee hoor,’ verzekert Nørgaard, ‘Ik heb het daar een paar dagen geleden nog met haar over gehad. Een andere journalist had die vraag ook gesteld, en ik had gelijk “Nee hoor!” geantwoord, maar realiseerde me die avond dat ik het nooit aan Sonja zelf gevraagd had. Dus de eerstvolgende keer dat ik haar zag vroeg ik het haar. Ze vertelde me dat de opnamen, juist omdat ze zich zo goed had voorbereid, werkten als een afsluiting. De dag na de opnamen was Merete verdwenen en Sonja weer terug.’



Veertig
Hoewel Merete in een aantal opvallende scènes in de film zit (onder andere een met een roestige nijptang en een rotte kies), is dit niet haar film, maar van de norse inspecteur Carl Mørck en zijn Syrische assistent Assad.
Nørgaard: ‘Ik wist al toen ik het boek las dat ik voor de rol van Assad de Zweedse acteur Fares Fares wilde. Omdat die een zowel krachtige als zorgzame uitstraling heeft. Het kostte me nog veel moeite hem aan boord te krijgen, want hij was druk bezig in Hollywood [onder andere met Zero Dark Thirty] en wilde dat verder uitbouwen. Pas na een lange skypesessie wist ik hem over te halen.

Toch was Mørck met afstand het moeilijkste personage om te casten. In het boek is hij een vijftigplusser en een half jaar lang heb ik in die groep acteurs gezocht. Maar al die tijd bleef me iets dwars zitten. Hij was te oud. Dat sombere en cynische van Mørck wilde ik wel houden, maar ik wilde dat in een jonger personage. Zodat het publiek in ieder geval nog de hoop kan koesteren dat Mørck kan veranderen. En zo kwam ik terecht bij de veertigers, een heel andere groep acteurs.’

In die groep zat Nikolaj Lie Kaas (spreekt uit: Kos ). ‘Tegen mij zei Mikkel, die ook net veertig is, dat hij zich niet kon neerleggen bij het feit dat deze man alles al opgegeven had. Dat hij geen familie meer wilde. Niet langer wilde jagen. Dat kan gebeuren als je achter in de vijftig bent, maar niet als je veertig bent. Dan wil je nog iets bereiken.’

Klikken

Omdat veel van de droogkomische humor in de film uit Mørcks samenspel met Assad komt, werd vooraf getest of beide acteurs een goede chemie hadden. ‘Het duurde even voordat het klikte,’ herinnert Kaas zich. ‘Wat me verbaasde, want in de regel klikken mannen makkelijker dan vrouwen. Ik hoorde onlangs een stand-upkomiek nog zeggen dat Ocean’s 11 nooit met vrouwen gemaakt had kunnen worden, omdat die elkaar steeds onderuit zouden halen, of onzeker maken met allerlei passief-agressieve opmerkingen. Dat is overdreven, dat weet ik ook wel, maar mijn ervaring is toch dat je mannen veel makkelijker bij elkaar kan zetten dan vrouwen. Maar Fares en ik hadden even nodig. We hebben onlangs deel twee opgenomen en inmiddels gaat het prima tussen ons.’

Dat komt goed uit, want na deel 2 staan er nog twee films met Afdeling Q op de rol, want de Deense producent van de film, Zentropa-baas Peter Aalbæk Jensen, bezit de rechten op de eerste vier delen van Adler-Olsens populaire serie.
Bang dat Kaas, net als zijn rossige, Zweedse collega Krister Henriksson, die Wallander speelt, getypecast zal worden na die vier films is hij niet. ‘Ik heb in al meer dan veertig, onderling zeer verschillende films gespeeld, dus dat zie ik niet snel gebeuren.’

Mochten de Afdeling Q-films even succesvol worden als de Millenniumreeks, dan gaat Kaas met plezier naar Hollywood. ‘Ik heb al een paar keer gewerkt in Hollywood [onder andere als huurmoordenaar in de Dan Brown-verfilming Angels & Demons, GB] en vond dat heel interessant. Al snap ik ook wel dat de mogelijkheden beperkt zijn . Als ik mijn vrouw vertel dat ik een rol in Hollywood kan spelen is het eerste wat ze vraagt of ik met een Russisch accent moet spelen. Als ik dan ja zeg, begint ze diep te zuchten. Maar ik vind het niet erg. Ik heb niets tegen clichés . Niet meer.’