Ansichtkaart uit Lagos

De onstuitbare opmars van de Nigeriaanse homevideo

Gerhard Busch ,

Na Hollywood en Bollywood is er nu Nollywood. De Nigeriaanse filmindustrie produceert tientallen films per week. Op video, vcd en dvd. Ook in de Amsterdamse Bijlmer zijn ze te koop. 'Nigeriaanse homevideo's raken het leven voor Afrikanen'.

Amsterdam, Prinsengracht. In de woon/werkkamer van Alexander van der Meer kijk ik naar een werkkopie van Coming Soon, de Nigeriaanse 'homevideo'. Over de onstuitbare opmars van de filmindustrie in Nigeria. Een curieus fenomeen, omdat er in Nigeria zo goed als geen bioscopen zijn. Die werden begin jaren negentig gesloten omdat men in de steden 's avonds de straat niet meer op durfde. De ruim 1000 speelfilms per jaar gaan direct naar video, vcd of dvd, en vinden vervolgens moeiteloos hun weg over het hele Afrikaanse continent en naar de Afrikaanse immigranten in het Westen.

Alleen in Amerika en India worden jaarlijks meer films gemaakt. Na Hollywood en Bollywood is er nu dus Nollywood, zoals de Nigeriaanse filmindustrie vaak genoemd wordt.

'Zelf hebben ze het overigens nooit over Nollywood,' corrigeert Van der Meer, 'dat vinden ze weer zo'n typisch Westers etiket. In Nigeria hebben ze het gewoon over homevideo 's. Omdat ze direct voor de huiskamer zijn gemaakt.'

Van der Meer stuitte op het fenomeen toen hij vijf jaar geleden voor de NPS een serie over de Bijlmer maakte. 'Die heette De Bijlmer, geloof, hoop en sloop. Werd zaterdagmiddag uitgezonden. Er keek natuurlijk geen hond naar.' De film bracht de maker wel in contact met (illegale) Nigerianen, met wie hij het meteen goed kon vinden. ' Nigerianen zijn veel leuker dan bijvoorbeeld Ghanezen, die zijn mij te saai. Het zijn vaak boeven, maar je moet ook gehaaid zijn om daar te kunnen overleven. Er wonen in Nederland zo'n vier-, vijfduizend Nigerianen. Van wie het merendeel in de Bijlmer.'

De vriendschappen die Van der Meer in de Bijlmer sloot bleken essentieel voor het maken van de film. 'Zonder vrienden heb je niets te zoeken in Nigeria. Van Lagos [de hoofdstad-GB] kan je niet eens een wegenkaart kopen. En elk huizenblok heeft zijn eigen bende, de zogenaamde area boys, met wie je van tevoren afspraken moet maken als je wilt filmen.

Om zo min mogelijk op te vallen werkten we in een kleine ploeg, en met een kleine digitale camera. Overal gingen Nigeriaanse vrienden mee naartoe, en voor de zekerheid hadden we ook een lijfwacht. Officieel was hij onze chauffeur, maar dan wel een opvallend brede!

We zijn nog wel even met ons busje keihard tegen het verkeer in gereden toen we achterna werden gezeten door een groepje area boys, maar eigenlijk viel het allemaal reuze mee. Nigerianen maken wel een hoop drukte , maar er gebeurt meestal niet veel. Ik heb ze een paar keer tegen elkaar te keer zien gaan. Dan pakte iemand een krik uit zijn auto en begon te dreigen, of sloegen ze flesjes kapot en renden achter elkaar aan, maar uiteindelijk raakte niemand gewond.'

Uit Coming Soon, de Nigeriaanse 'homevideo' blijkt duidelijk dat de Nigeriaanse filmindustrie nog in de kinderschoenen staat. Opnamen worden regelmatig afgeblazen omdat de stroom uitvalt, en de filmacademie in Lagos heeft wel een bibliotheek, maar geen boeken.

En toch worden er in Nigeria tientallen films per week (!) gemaakt. Opgenomen in zelden meer dan een week tijd en met minimale budgetten van rond de 10.000 euro. Het is de enorme vraag die de makers voortdrijft, want met film is in Nigeria geld te verdienen. Op zo'n 95% van alle films - die opvallend vaak gaan over rituele moorden, voodoo, overspel en kannibalisme - wordt winst gemaakt. Dat komt de artistieke kwaliteiten niet altijd ten goede.

Van der Meer: 'Er zijn maar een paar films die ik helemaal heb kunnen uitzitten. Er zitten wel geestige exemplaren tussen, zo kunnen ze zichzelf heel goed op de hak nemen, maar de meeste films verzanden, ook vanwege die lage budgetten, in eindeloos geklets. Ga je van de ene naar de andere huiskamer, waar vervolgens weer eindeloos wordt gekletst. En de films zijn erg moralistisch. Nigeria is een heel gelovig land. Niet alleen de moslims, de Hausa, maar ook de Christenen uit de Edo-, Ibo- en Yobura-gemeenschap hebben strikte opvattingen over de rol van de mens op aarde. In Westerse films is moraal een vies woord geworden, maar niet in Afrika. Daar willen ze niets anders. Je mag er best een minirokje bij aantrekken, of een kalashnikov in je onderbroek stoppen, maar er moet een moraal zijn. De essentie van iedere Afrikaanse film is dat het kwaad gestraft wordt, en het goede beloond .'

In de documentaire zegt regisseur Lancelot Oduwa Imasuen het zo: 'Wij geloven dat een slecht mens zijn straf niet kan ontlopen. Als je een goed mens bent kunnen er wel problemen komen, maar zal je uiteindelijk overwinnen.' Dit optimistisch-moralisme stoot de Westerse kijker vaak af, zoals de Afrikaanse kijker weer weinig moet hebben van het Westerse cynisme. 'Ze begrijpen helemaal niets van hoe wij hier met elkaar omgaan,' zegt Van der Meer. 'Neem dat geval met mijn moeder [vlak nadat ik binnenkwam ging de telefoon en regelde Van der Meer dat er in zijn moeders huis aanpassingen komen voor als ze terugkeert uit het ziekenhuis-GB]. Nigerianen kunnen niet begrijpen dat ik haar niet bij mij in huis neem. Dat vinden ze koud, harteloos. En zo kijken ze ook naar de meeste Westerse films.'

'Wij raken voor Afrikanen het leven,' zegt regisseur Oduwa Imasuen in de documentaire: 'Uit professioneel oogpunt is er wel een en ander op onze films aan te merken, maar het is magie. Het budget dat we er voor hebben, wat we doen, hoe we het doen. Binnen een paar jaar winnen we een Oscar. En ik ga hem daar ophalen. Met mijn Nigeriaanse homevideo. Ik wil jullie films niet maken...' En het Nigeriaanse publiek geeft hem gelijk, want die kiezen massaal voor de eigen films.

Amsterdam, Bijlmer. Met Van der Meer rijd ik naar de Bijlmer om Johnson, een van zijn Nigeriaanse vrienden, op te pikken. Die zal ons introduceren bij een drietal eigenaars van zaken waar homevideo's verkocht worden. Johnson is al zestien jaar in Nederland. Illegaal. Van der Meer kent hem sinds een jaar of vijf. 'Ik ben nog op zijn bruiloft geweest in Nigeria. Daar speelde King Sunny Adé, een vriend van de familie. Tsjonge wat ben ik daar op afgeknapt. De hele nacht speelde hij het zelfde deuntje, en de gasten maar geld over zijn hoofd strooien.'

Met Johnson is afgesproken dat we hem oppikken voor zijn appartement in een van de talloze Bijlmerflats. Als we bij de flat een politie-auto ontwaren bellen we Johnson snel even op om te zeggen dat hij beter naar de achteruitgang kan komen. Je kunt niet voorzichtig genoeg zijn. Onnodig, want de auto blijkt van de milieupolitie te zijn.

Johnson is een vriendelijke jongeman die je zijn 36 jaar niet zou geven. Hij is cameraman. Filmt feestjes en partijen, maar ook homevideo's die Nigeriaanse regisseurs in Nederland maken. Voor ik hem uitvoeriger zal spreken, neemt hij ons eerst mee naar het Kraaiennest. Officieel een winkelcentrum, maar van buiten lijkt de vaal-betonnen kolos meer op een vervallen parkeergarage. Binnen is het iets gezelliger. In een van de winkels liggen duizenden homevideo' s (vooral vcd's en dvd's) op de grond uitgestald. Ze zijn er allemaal: de nieuwste films van Zeb Ejiro, Andy Ameneche en Obi Osutule, en de films met supersterren Zack Amata, Richard Mofe-Damijo, Kate Henshaw-Nattall en Liz Benson .

We hadden een afspraak met de eigenaar, maar die is even ergens anders. Zijn vrouw wil ons wel te woord staan, maar blijkt zo goed als niets van de Nigeriaanse filmindustrie af te weten. Begrijpelijk, want ze komt uit Liberia.

Johnson neemt ons daarom maar mee naar de volgende Nigeriaanse import- exportwinkel. Op drie minuten lopen van het Kraaiennest. Het is de zaak van Mike Osawe, managing director van McProvidence Ventures Inc. en voorzitter van de Edo vereniging in Nederland. De heer Osawe spreekt net als de meeste Nigerianen goed Engels, aangezien dat de officiële taal is in een land waar meer dan 250 etnische groeperingen zijn, ieder met hun eigen taal of dialect.

Vooral de romantische en familiefilms blijken populair. En hebben inderdaad allemaal een boodschap. 'Wij zien die boodschap al lang voordat het zo ver is. Daar houden we juist van, want dat geeft ons het gevoel dat we weer thuis zijn. Homevideo's zijn bovendien dé manier om op de hoogte te blijven van wat er in Nigeria gebeurt. Je ziet dat er nieuwe wegen zijn aangelegd, nieuwe gebouwen neergezet .' De homevideo als ansichtkaart? 'Ja ja. Dat is het. Informatie is één, nostalgie is twee, en niet te vergeten entertainment, dat is drie.'

In het chiquere winkelcentrum Ganzenhoef, even verderop, is ook een Nigeriaanse import-exportwinkel. Daar horen we nog dat de homevideo's vooral verkocht worden op de sterren die er in spelen (op ieder hoesje staan standaard vier of vijf castleden afgebeeld), en dat de films ook populair zijn onder de creoolse Surinamers. Omdat hun cultuur lijkt op die van de Yoruba en ze ook die taal een beetje kunnen verstaan. Ik koop twee vcd's, What a love? en Broken Dream, en de video My Best Friend van Tony Akinyemi.

Na de bezoeken aan de winkels eindigen we in buurtcafé Het Pleintje. Johnson vertelt dat hij aan al vijf homevideo's heeft meegewerkt, waaronder My Best Friend. En de zesde is net opgenomen. Johnson: 'Die heet Girls on the Streets. Over Nigeriaanse prostituees in Nederland.' Dat klinkt als een film vol bloot, maar naakte vrouwen zijn niet geoorloofd in Nigeriaanse homevideo's. 'Je mag niets laten zien. Je mag wel over prostitutie praten en zeggen dat zoiets slecht is, maar filmen kan niet. Dat komt nooit langs de Censor Board.'

Die Censor Board is heel machtig in Nigeria (Van der Meer: 'Een rare club, met allemaal dominees. Zij beschermen de goede naam van Nigeria, want alles wat slecht is in Nigeria is niet de eigen schuld, maar import uit het Westen.'). En dus zullen er van Girls on the Streets twee versies verschijnen. Voor de Westerse markt een met dames in lingerie, en voor Nigeria een versie zonder pikante plaatjes. 'Dan praten ze er alleen over.'

Ook geëmigreerde makers als Johnson kunnen en willen hun thuisland niet negeren , want het blijft de grootste afzetmarkt. 'In Nigeria verkoopt een film toch al gauw 50.000 exemplaren. In de grote steden van Europa alles bij elkaar misschien een paar duizend.'

Regisseur hoeft Johnson niet te worden, cameraman is voldoende. 'Het liefst in Nederland. Voor grote tv-producties. Tenminste, als ze me toestaan hier te blijven. Maar daar werk ik hard aan.' Krijgt hij het felbegeerde Nederlands paspoort niet, dan is een terugkeer naar Nigeria niet uitgesloten. Johnson is troonopvolger van het koninklijk huis van het provinciestadje Akure, maar vertrok uit Nigeria omdat hij daar niet wilde blijven steken. Johnson heeft bovendien te maken met het dilemma van elke Afrikaanse immigrant in Europa. Terugkeer naar het geboorteland is niet mogelijk zonder een heleboel geld op zak. Want thuis gelooft niemand je als je zegt dat je in al die jaren in Europa geen fortuin hebt vergaard. Het geld ligt er immers op straat. 'Ik kan ze thuis wel vertellen dat het hier moeilijk overleven is, maar ze geloven me toch niet. Ze vragen me bijna dagelijks of ik geld wil sturen . En auto's. Daarom heb ik geld nodig om terug te kunnen naar Nigeria. In ieder geval genoeg om een professionele digitale videocamera te kopen, zodat ik daar mijn eigen zaak beginnen kan.'

Johnsons aanwezigheid in Nigeria zou de technische kwaliteit van de homevideo's ongetwijfeld ten goede komen. Het niveau van de gemiddelde homevideo ligt nog ver onder dat van de Westerse soap. Op alle fronten (regie, scenario, camera, editing, production design, etc) is veel te winnen. Aan het optimisme en enthousiasme van de Nigeriaanse filmmakers zal het niet liggen. Tunde Kelani (in 2004 Filmmaker in Focus op het Filmfestival van Rotterdam) trekt inmiddels vier maanden uit voor een film (terwijl een week nog steeds het gemiddelde is) en ook Coming Soon, Lancelot Oduwa Imasuens geplaagde filmproject waarvan de totstandkoming als een rode draad door Van der Meers documentaire loopt, is nog niet af. Van der Meer speelt overigens ook in deze film een rolletje.

'Ik was uitgenodigd voor de première in Benin City, de gevaarlijkste stad van Nigeria. Lancelot wilde me er bij hebben, want dat geeft kleur aan de zaak. De koning en gouverneur van de Edo gemeenschap zouden ook komen, maar de première is uitgesteld. Lancelot krijgt de film niet af. Inmiddels heeft hij de titel van de film al twee keer veranderd.' Met zoveel twijfel en zelfkritiek, kan het niet anders dan dat het met de kwaliteit van de Nigeriaanse film wel goed komt.