De publieke omroep gaat jaarlijks helpen met de financiering van ten minste achttien Nederlandse speelfilms. De omroepen krijgen daarvoor het recht om de films uit te zenden, liet de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) woensdag weten. Gemiddeld worden er per jaar 35 Nederlandse films geproduceerd.

De NPO meldt dat de publieke omroep voor het eerst zo'n overkoepelende afspraak heeft gemaakt met de Nederlandse Vereniging van Speelfilmproducenten ( NVS). Tot op heden werd voor elke productie met elke omroep apart onderhandeld.

Steuntje in de rug
De afspraak is een soort raamovereenkomst waarin onder meer alle rechten zijn geregeld. Hierdoor worden afspraken tussen filmproducenten en de publieke omroepen voortaan eenvoudiger. Daarnaast krijgt de Nederlandse filmindustrie financieel een steuntje in de rug, aldus een woordvoerder van de NPO.

De omroepen 'worden er niet armer van', zei de zegsman. Eerder moest flink worden betaald voor de uitzendrechten. Nu zijn de omroepen ongeveer evenveel kwijt aan de financiële bijdrage aan de productie . Ook mogen omroepen de films waaraan ze hebben bijgedragen anderhalf jaar na de bioscoop op tv uitzenden, in plaats van na 2 jaar.

Makkelijker
NVS-directeur Marjan van der Haar rept van een heel positief akkoord. 'Deze hulp geeft ons een hele goede financiële basis. Speelfilmproducenten kunnen makkelijker geld uit de markt krijgen als er al geloof en geld vanuit een omroep voor de productie bestaat.' Bovendien hoeven ze niet meer bij alle omroepen langs voor onderhandelingen en zijn de rechten al geregeld.

Met de overeenkomst is 10 miljoen euro gemoeid. De afspraken gelden tot ten minste 1 juli 2013. Daarna worden ze opnieuw bekeken wegens bezuinigingen die de overheid bij de publieke omroep wil doorvoeren.