Niet van het niveau van Sonatine of Hana-Bi, daarvoor is Kitano Takeshi's Brother te veel op de westerse markt gericht. Maar ook een mindere Takeshi blijft de moeite waard.

Superster in eigen land en successen op vrijwel alle filmfestivals ter wereld , is blijkbaar niet genoeg meer. Nu moet ook het grote publiek er aan geloven. Want hoe moeten wij Brother, de nieuwste film van de Japanner Kitano Takeshi anders interpreteren?

Hoogtepunten uit zijn voorgaande films (onder andere Sonatine, Hana-Bi) worden voor Brother nog eens opgewarmd. Ook het milieu (misdaad, Yakuza) is weer hetzelfde, zij het dat het grootste deel van het verhaal zich afspeelt in de Verenigde Staten. Helaas verdwenen - of op zijn minst toch tot een absoluut minumum beperkt - is het poëtisch, filosofische tintje van zijn voorgaande werk.

Het is alsof Takeshi (1947) zich met deze film in de etalage heeft willen zetten. De jaren beginnen te tellen, en wellicht daarom heeft Brother de subtiliteit van een breekijzer. Veel meer nog dan in zijn eerdere films, waarin Takeshi ook telkens de hoofdrol speelde, wordt zijn personage in Brother tot mythische proporties opgeblazen.

Takeshi speelt Yamamoto, een hoge gangster in Tokio. Als zijn 'familie' wordt overgenomen, gaat hij naar Amerika. Naar zijn jongere broer in Los Angeles. Die rommelt daar wat in de drugshandel. In geen tijd heeft de zwijgzame en meedogenloze Yamamoto het roer overgenomen. Eerst worden de latino's weggeschoten, dan de zwarten, en tenslotte staat hij tegenover de maffia.

Het aantal leeggeschoten magazijnen en dode gangsters is niet te tellen. Brother lijkt in dat grenzenloze geweld nog het meest op een film als Scarface van Brian De Palma. Met dien verstande dat die zijn acteurs wel kon regisseren. Het is pijnlijk duidelijk dat Takeshi, die zelf geen woord Engels spreekt, zijn Amerikaanse acteurs niet kon verstaan. Af en toe wordt er afgrijselijk geacteerd .

Het moge duidelijk zijn, Brother valt tegen. Maar dat wil nog niet zeggen dat het een slechte film is. Ook een mindere Takeshi blijft de moeite waard. Al was het alleen maar vanwege de harde humor en dat ouderwets prachtige shot van een vouwvliegtuigje dat met de camera gevolgd wordt nadat het van een Amerikaanse wolkenkrabber wordt gegooid.