'Adriaan Ditvoorst was waarschijnlijk het grootste filmtalent dat Nederland gekend heeft. Maar hij heeft niet gerealiseerd wat hij in zich had. Het ontbrak hem namelijk aan een ander talent, het talent om dat filmtalent waar te maken.'

Veel korter kan het turbulente filmersleven van Adriaan Ditvoorst (1940-1987) niet worden samengevat. De uitspraak is van Jan Vrijman, journalist en producent van De witte waan (1983), de laatste film die Ditvoorst zou maken voor hij zich in oktober 1987 in de Schelde verdronk.

De witte waan, een surrealistische film over een jonge drugsverslaafde (Thom Hoffman) en zijn dominante moeder (Pim Lambeau), trok in totaal 1700 bezoekers. Het was het roemloze slotakkoord van een filmcarrière die bijna 20 jaar eerder veelbelovend begonnen was.

Met zijn eindexamenfilm Ik kom wat later naar Madra (1965) trok Ditvoorst de aandacht van grootheden als Bertolucci, Truffaut en Godard. Zij roemden de beweeglijke camera (van Jan de Bont, met wie Ditvoorst de meeste van zijn films zou maken), de rijke geluidstrack, en het persoonlijke verhaal (over een soldaat die geen toestemming krijgt zijn zieke vrouw te bezoeken). Ze herkenden zich zelf in Ditvoorst en stelden vast dat Nederland eindelijk zijn eigen 'auteur de cinéma' had.

Ditvoorsts speelfilmdebuut Paranoia (1967), naar een novelle van W.F. Hermans, bestendigde de roem. De film werd lovend ontvangen, maar het publiek bleef weg. En geld voor nieuwe films bleef uit. De korte persoonlijke film Antenna (1969) kon Ditvoorst alleen maken door stiekem de helft van het budget voor Carna (1969) - een documentaire over het carnaval in zijn geboorteplaats Bergen op Zoom - te gebruiken.

Ditvoorst week daarom uit naar de televisie. De val (1970), naar de roman La chute van Albert Camus, werd gemaakt voor de IKON (toen nog IKOR). Ook zijn volgende project, De blinde fotograaf (1972), was geen speelfilm, maar onderdeel van een door Rob du Mée te produceren W.F. Hermans-drieluik.

Pas met de misdaadfilm Flanagan (1975), naar de gelijknamige roman van Tim Krabbé, maakte Ditvoorst zijn tweede bioscoopfilm. En dat voor de regisseur die tien jaar eerder in de promotiefolder van Ik kom wat later naar Madra had geschreven: 'Ik wil zoveel. Ik zou 3000 films willen maken.'

Flanagan moest de doorbraak naar het grote publiek worden. Matthijs van Heyningen produceerde, maar desondanks flopte de film. Net als een paar jaar later De mantel der liefde ( 1978), een komedie over het Nederlandse kleinburgerdom.

Voor televisie mocht Ditvoorst in 1980 nog een toneelvoorstelling van Vondels Lucifer registreren, en in 1983 volgde dan De witte waan. Hoofdrolspeler Thom Hoffman zou deze film tien jaar later, in de door hem zelf geregisseerde documentaire De domeinen Ditvoorst, omschrijven als een alles-of-niets-film. Zoals bekend werd het niets.

Alle films, kort en lang (met uitzondering van de Lucifer- registratie), zijn opgenomen in de luxe Ditvoorst Box die Total Film op 22 maart uitbrengt. De films werden digitaal gerestaureerd en in de geïllustreerde biografie in boekvorm, Morgenster, wordt Ditvoorsts werk in een historische context geplaatst.

Twee extra dvd's completeren de box. De Domeinen Ditvoorst, het intieme filmportret dat Hoffman in 1992 maakte van 'mijn dierbaarste vriend', en DITVOORST solitary genius (a life in pieces), een interactief dvd-portret uit 2004 waarop een honderdtal filmfragmenten zijn opgenomen en delen uit de diverse interviews die Hoffman had gehouden voor De domeinen Ditvoorst.

Beeldformaat: 4:3 (met uitzondering van Flanagan 1.66 : 1 en twee korte films op Cinemascope)
Geluidsformaat: Dolby 2.0
Ondertiteling: Alleen de Domeinen Ditvoorst (Engels)
Duur: Korte films: Ik kom wat later naar Madra (22 min.), Carna (10 min.), Antenna (34 min.), De val (29 min.), De blinde fotograaf (48 min.); Paranoia (97 min.); Flanagan (99 min .), De mantel der liefde (117 min.), De witte waan (100 min.), De domeinen Ditvoorst (106 min.), DITVOORST solitary genius (133 min.)
Distributeur: Total Film