Wat doe je als jouw zoon op school een bloedbad heeft aangericht? Geen vraag die een moeder zich graag stelt, maar Lionel (geboren: Margaret Ann) Shriver maakte dat het prikkelende uitgangspunt van haar bestseller We Need To Talk About Kevin (2003). De Schotse filmmaakster Lynne Ramsay, die het boek verfilmde, vond dat niet de belangrijkste vraag die in het boek gesteld werd. Zij behield het raamwerk, maar zoomde in op de vraag: Wat doe je als moeder als je ontdekt dat niet van je kind houdt.

Voordat Eva kinderen kreeg was ze een avontuurlijke schrijfster van reisboeken. Een wilde meid die zich – zo zien we in een fraaie scène aan het begin – volledig overgaf aan iets losbandigs als het tomatenfestival La Tomatina van Valencia. Maar toen werd ze verliefd op Franklin en kreeg ze kinderen. Eerst een jongen en acht jaar later nog een meisje. Een koningskoppel, volgens het cliché, maar het betekende wel het einde van de oude, wilde Eva.

In de film zien we in talrijke flashbacks dat de band met zoon Kevin altijd moeizaam is geweest voor Eva. Maar Kevin was dan ook een verschrikkelijk kind. Een huilbaby, die later halsstarrig weigerde zindelijk te worden, en zijn moeder waar en wanneer maar mogelijk het bloed onder de nagels vandaan haalde. En er ondertussen wel altijd voor zorgde dat zijn goeiige vader dat niet doorhad.

Of is dit de manier waarop Eva zich alles herinnert? Ramsay houdt het fraai in het midden, hoewel het feit dat Kevin een bloedbad heeft aangericht nooit ter discussie staat. Het is meer dat Eva zich afvraagt of zij, als ‘slechte moeder ,’ niet medeschuldig is aan het bloedbad.

Tilda Swinton is indrukwekkend als de gekwelde Eva. En John C. Reilly is zo sympathiek dat je hem (bijna) vergeeft dat hij als de willoze Franklin wel heel makkelijk de kant van zijn zoon kiest. Die zoon wordt gespeeld door drie (vier als je baby-Kevin meerekent) jonge acteurs. Ezra Miller speelt de tienerversie alsof hij een reïncarnatie van Damien uit The Omen is, of Rosemary’s Baby. En We Need To Talk About Kevin heeft ook wel iets van een horrorfilm. Arthouse horror, dat wel.

Haters van symboliek worden nog gewaarschuwd, want alles is rood in de film. Van de honderdduizenden tomaten waarmee de deelnemers elkaar op La Tomatina te lijf gaan tot de rode verf waarmee de buurtbewoners Eva’s huis onderkladden. Maar bloed zien we vrijwel niet.