Eraserhead is een van die films waar iedereen van heeft gehoord en die maar weinig mensen hebben gezien. David Lynch’ duister-surreële speelfilmdebuut uit 1977 is in 2000 door Lynch zelf, in samenwerking met het Museum of Modern Art in New York, beeldje voor beeldje schoongemaakt om daarna over de hele wereld opnieuw vertoond te worden

De bizarre plot draait om de zachtaardige en naïeve Henry Spencer die gedwongen wordt met z’n zwangere vriendin te trouwen terwijl hij geen idee heeft waar die zwangerschap vandaan komt. Even later woont het stel in een vervallen niemandsland op een veel te kleine kamer. Op een kastje tegen de muur ligt een afzichtelijk, vroeg geboren organisme, het midden houdend tussen een lamskop en de maagperforerende babycarnivoor uit Ridley Scotts Alien. En dat is nog maar het begin van een film die meer als surreële collage dan als lineair verhaal bekeken moet worden.

Het zwart-wit en de scherpe contrasten in de belichting zijn afgekeken van het Duitse expressionisme uit de jaren dertig, en voor het surrealisme liet Lynch zich inspireren door Jean Cocteau’s al even oude Blood of a Poet, waarin realiteit en droombeelden door elkaar lopen. Voeg daaraan de suspense en dreigende soundtracks van moderne horrorfilms toe, en de beklemmende duisternis van Eraserhead is geboren.

‘Een ziekmakende exercitie in slechte smaak’, schreef vakblad Variety na de première in 1977. Vijfendertig jaar later is duidelijk dat Lynch’ barokke universum, met die vreemde dialogen en zelfbewuste toon, sindsdien veel andere bekende filmmakers heeft beïnvloed, zoals Tarantino en de Coens. De films van Lynch parodiëren niet alleen onaantastbare succesverhalen als het krijgen van kinderen (Eraserhead) of de veiligheid van het kleinstedelijk bestaan (Twin Peaks, Blue Velvet), ze maken ook een verborgen dreiging voelbaar, een maalstroom van razernij en lust die onder alles door beweegt.

Eraserhead zou je psychoanalytisch kunnen duiden als een persoonlijke, donkerkomische overdrijving van Lynch’ eigen angst voor het vaderschap. Maar je kunt de film ook zien als een uniek en gewaagd debuut met een even fantastische als bizarre atmosfeer, waarin in ruwe vorm zichtbaar wordt wat in Lynch’ latere films beter uitgebalanceerd terugkomt: de rot onder het oppervlak, de naïeve hoofdpersoon in een gecorrumpeerde wereld, personages die verbeeldingen zijn van rauwe emoties in plaats van mensen van vlees en bloed, en de verwarrende mengeling van realiteit en persoonlijke beleving.

Het is gewoon niet anders: David Lynch is een waanzinnig getalenteerd filmmaker en Eraserhead is een van die films die je gezien moet hebben. Geen excuus.