Tien jaar geleden werd in België het recht op euthanasie wettelijk geregeld. Daaraan was een emotioneel debat voorafgegaan, waarin politicus en MS-patient Mario Verstraete een prominente rol speelde. De veertigjarige Vlaming was na de totstandkoming van de wet bovendien de eerste die van het nieuwe recht gebruik zou maken.

Regisseur en scenarist Nic Balthazar – hier te lande beter bekend als die enthousiaste kale presentator van het vroegere Canvas-programma Filmfan – bewerkte Verstraetes verhaal tot de film Tot altijd. Het is Balthazars tweede speelfilm, na zijn debuut Ben X (2007), dat ging over de wereld van een autist. 

Tot altijd maakt deel uit van een bescheiden hausse aan lagelandse films over de dood. Vorige maand was er ook al De goede dood, over de laatste dag van een terminaal zieke man die kiest voor euthanasie. En Achtstegroepers huilen niet, over een meisje met leukemie. Vorig jaar was er Alle tijd, met Paul de Leeuw, waarin het zwangere zusje van de hoofdpersoon aan kanker sterft. En dan is er natuurlijk nog de allereerste Nederlandse film over euthanasie: Simon van Eddy Terstall, die alweer stamt uit 2004.

Naar die laatste film lijken de makers goed te hebben gekeken: Tot altijd is weer zo’n tragikomische ensemblefilm waarin het leven – met de dood op de hielen – met volle teugen moet worden genoten. Morbide humor speelt, net als in Simon, een belangrijke rol in Tot altijd. En – toeval of niet – er is ook zo’n veelzeggend uitje met alle vrienden naar het strand, dat de filmposter heeft gehaald.

Een protestmars tegen kruisraketten in de openingssequentie van Tot altijd bruist van de nostalgische energie, dankzij vlotgemonteerde vergeelde close-ups van een dynamische camera en Henny Vrienten’s oppeppende soundtrackmuziek. Zodra de ziekte zich echter aandient, nemen koorklassiekers van Bach tot Brahms het langzaamaan over.

De film dankt veel van zijn aantrekkingskracht aan de cast, aangevoerd door hoofdrolspelers Koen de Graeve (vader Celle uit De helaasheid der dingen) als Mario en Geert van Rampelberg als zijn arts en boezemvriend Thomas. Jammer genoeg wil Balthazar te veel kwijt in zijn film: over vriendschap, liefde, euthanasie en uitleg over de ziekte. Dat gaat ten koste van de diepgang van de personages en de betrokkenheid van de kijker. Wat Mario drijft en wat het lijden voor hem ondraaglijk maakt, blijven daardoor iets te abstracte, afstandelijke zaken.