Iedereen jonger dan veertig denkt bij het horen van ‘Cloclo’ misschien aan de lokroep van een krolse vogel, maar oudere generaties zullen zich meteen de succesvolle Franse volkszanger Claude François herinneren, die in 1978 zo ongelukkig aan z’n einde kwam toen hij staand in bad een lamp wilde vastdraaien en geëlektrocuteerd werd.

Niet bepaald rock-’n-roll, zo’n exit. Maar François was ook niet erg rock-’n- roll. Ondanks de tientallen miljoenen platen die hij tijdens zijn leven en na zijn dood verkocht, was de zanger nogal kleinzielig en jaloers. Dat kostte hem zijn eerste twee relaties, maar het maakte ook dat hij zijn carrière op het manische af in eigen hand wilde houden. Met hinkstapsprongen doet deze ambitieuze 148 minuten durende biopic de belangrijke momenten in het leven van de zanger aan.

De film begint bij François’ redelijk zorgeloze jeugd in Egypte waar zijn autoritaire vader een baan heeft bij het Suezkanaal. Als de Egyptenaren in 1956 het kanaal nationaliseren, moet het gezin naar Frankrijk vluchten. Een stap die zijn vader nooit te boven komt.

In Frankrijk komt François in aanraking met showbusiness en dan volgen de hoogte- en de dieptepunten. Platencontracten, de compositie van ‘Comme d’habitude’, een van zijn grootste successen en het nummer dat Frank Sinatra in het Engels uit zou brengen als ‘My Way’, en het komen en gaan van de verschillende vrouwen in zijn leven.

Op het production design en de hoofdrol van Jérémie Renier is niets aan te merken. Renier doet wat hij kan met het materiaal dat regisseur Florent-Emilio Siri en scenarist Julien Rappeneau hem gaven. Het probleem van Cloclo is het weinig overtuigende psychologische portret dat daaruit ontstaat.

Gesuggereerd wordt dat de persoonlijkheid van de zanger vooral te herleiden is tot de nukken en grillen van een autoritaire vader die de jongen constant op zijn vingers tikte en hem nooit de ruimte gaf die hij nodig had. Maar zo eenvoudig kan het niet zijn. Het verklaart bijvoorbeeld niet de nogal ingrijpende keuze van de zanger om een van zijn twee zonen altijd voor de buitenwereld verborgen te houden.

Het gevolg is dat we zelfs na 148 minuten niet weten wie Claude François nou eigenlijk was . Want het echte drama blijft in die tweeënhalf uur steeds op afstand. Letterlijk: de camera komt nooit dichtbij. Dat maakt dat de kijker altijd een toeschouwer blijft. Altijd een buitenstaander en nooit een intimus. Gemiste kans dus.