Mees Kees is een vrolijke boekenreeks over een onervaren pabo-stagiair die in een Vinexdorp voor een zesde groep komt te staan. De serie van schrijfster Mirjam Oldenhave is erg populair op de basisschool, dus een verfilming lag voor de hand.

Dat is goed nieuws voor de Nederlandse film, die volgens recente berichten zwaar onder druk staat, want al die jonge lezertjes (en hun moeders en zusjes) kopen geheid een kaartje. Maar is het ook goed nieuws voor de fans?

De gebeurtenissen in de film komen aardig overeen met die in de boeken, dat wel . Alleen past de boekvorm – met compacte, anekdotische hoofdstukjes en sfeervolle tekeningen, ideaal om in kleine doses te lezen in de klas of voor het slapen gaan – een stuk beter bij het materiaal dan een film met spanningsboog van anderhalf uur.

Want veel gebeurt er warempel niet in Mees Kees. De nerveuze meester (door Willem Voogd gespeeld als een blozend broertje van Eddie uit de sitcom Vrienden voor het leven) richt het lokaal creatief in, gaat na school een potje flipperen met een eenzame leerling en neemt de klas stiekem mee naar een pretpark in plaats van een suf schoolreisje. Leuke meester, maar daarmee heb je nog geen leuke film.

Eigenlijk is meester Kees gewoon lang niet gek genoeg. Jawel, hij heeft raar haar en maffe kleren, maar elke keer als de strenge directrice ( Sanne Wallis de Vries als over-the-top TV Kantine-typetje) onverwacht het lokaal binnenstormt en Kees heel betrapt omkijkt, is er in wezen niks aan de hand – oei, oei, de meester staat op tafel of neemt heel ongezond een slok cola.

Als de makers het allemaal wat kleiner hadden gehouden, had de alledaagsheid misschien de authentieke charme van een tv-serie als De Daltons kunnen aannemen . Of de meester had écht excentriek moeten zijn. Zoals Jack Black in The School of Rock bijvoorbeeld – die zou ook wel raad hebben geweten met die tenenkrommende rap in de climax.