Eigenlijk flikken de makers van sterrenbestrooid Hollywood-genrewerk steeds hetzelfde geintje. Openingsscène: imposante zwiepshots, dramatische optiteling, soundtrack voluit. Eventjes opscheppen.

Niet zelden blijkt dan in de daaropvolgende anderhalf uur dat die bombastische binnenkomer slechts het zoveelste staaltje kapitaalvernietiging en tijdverspilling inluidde. Met Dark shadows, nieuwste pompoenbaby van Tim Burton , is het helaas weinig anders.

De ongekroonde koning der gothic nerds zag in Dan Curtis’ gelijknamige culttelevisieserie (1966-1971) bioscoopfilmpotentieel. In de horrorsoap over vampier Barnabas Collins is de voorname plaats van handeling diens sinistere landgoed Collinwood. Daar arriveert vismagnaat Barnabas ( Johnny Depp), in 1772 door jaloerse heks Angelique Bouchard ( Eva Green) vervloekt tot eeuwig grafkistliggen, na ietwat verlate ontsnapping. We schrijven dan 1972: situatiehumor dreigt en Burton kan visueel ongegeneerd retro uitpakken.

Verbazingwekkend genoeg doet het bubbeltjesloze fröbelscenario hoegenaamd niets met alle mogelijkheden, de vreugdeloze Collins-nazaten zijn zelfs beschamende schetsjes. Wederom in campy excentriekelingenmodus, woekert Depp met zijn maniertjes. Lusteloos slenteren de overige aanwezigen, op het voorspelbare ritme van een trits seventies Arbeidsvitaminen-klassiekers, door de peperdure gothkitschdecors.

Met één uitzondering: Eva Green. De even voluptueuze als langbenige dochter van de Franse actrice Marlène Jobert bouwt, als harpij in huidnauwe Jessica Rabbit-couture, haar eigen Halloweenfeestje. Greens superschmiere reduceert Depps herschepping Barnabas tot een barok gekostumeerde vleermuis in lijkwitte schmink. Cartoonesk amusant is niettemin de scène waarin het draculantentweetal, in innige omarming woest door een kantoor stuiterballend, het begrip ‘ruige seks’ eventjes grondig herdefinieert. Met kleren aan uiteraard, het moet bij een PG-13- keuringscertificaat immers wel netjes blijven.

Werkelijk gaapverwekkend is het middenstuk, een enkele keer worden de lachspieren tot een vermoeid gniffeltje verleid. Zo zakt Dark Shadows gestaag af naar fabrieksmatig , halfgaar popcornvermaak voor de multiplexzaterdagavond. Ondermaats voor de man die met Edward Scissorhands en The Nightmare Before Christmas tijdloze cinemagie schiep.

Ook de alles-in-de-hens-finale met tragische epiloog reanimeert de film niet meer. In zijn CGI-pandemonium herinnert de showdown tussen goed en kwaad wel een beetje aan de apotheose van Sam Raimi’s Drag Me to Hell. Eén ster van de schamele twee in bijgaande waardering is voor de fraaie, tot leven komende Collinwood-schrijnwerkfiguren die de amoureuze furie Angelique in haar slotoffensief bijstaan. Al zijn het digitale nulletjes en eentjes, met succes refereert Burton hier aan de klassieke fantasiecreaturen van stop motion-grootmeester Ray Harryhausen.

In een sfeerloze feestscène - waarin tevens Alice Cooper optreedt - ontwaren we, even, Jonathan Frid. De acteur die in de oorspronkelijke Dark Shadows de hoofdrol speelde, overleed op vrijdag 13 april van dit jaar. Wil de echte Barnabas Collins nu opstaan?