Niemand is een mopperende oude man zo goed als Clint Eastwood, of het nou tijdens een Mitt Romney-bijeenkomst is, waar hij tegen een lege stoel mompelt, of in een film als een uitgerangeerde honkbalscout. Maar wellicht wordt het toch eens tijd om aan een pensioen te denken, voor het respect voor zijn acteerwerk net zo snel verdwijnt als dat voor zijn politieke strapatsen.

Eastwood is overtuigend als eigenwijze bejaarde die kampt met zichtproblemen en een temperamentvol karakter, maar zijn optreden voelt ook ongeïnspireerd en futloos. Dit type speelt hij inmiddels al enkele decennia en waar hij met soortgelijke optredens titels als Unforgiven en Million Dollar Baby naar Oscars wist te loodsen, daar lukt het debuterend regisseur Robert Lorenz in dit sportdrama niet om boven cliché en middelmatigheid uit te stijgen.

Een nieuwe lading scouts staat te trappelen om met computers de taken van Gus over te nemen. Ondertussen verloopt het contact met zijn dochter Mickey ( Amy Adams) ook niet bepaald soepel. De twee gaan door een samenloop van omstandigheden samen op een road trip om te kijken of de Atlanta Braves een talentvolle honkballer zouden moeten kopen. Een laatste kans voor Gus om te bewijzen dat hij ‘het’ nog heeft en de perfecte setting om een moeizame familierelatie glad te strijken.

Met Eastwood en Adams zou dat iets heel moois moeten kunnen opleveren. Adams is een fijne actrice die genuanceerd speelt en allerlei genres beheerst. Haar personage is echter zo plat dat haar problemen nergens houvast krijgen. Ze werkt te hard en heeft pech in de liefde, blijkbaar allemaal omdat papa Gus haar na de dood van haar moeder bij familie achterliet. Onderweg leert ze te ontspannen en natuurlijk komt er meteen een leuke man ( Justin Timberlake) op haar pad. Zowel de persoonlijk problemen als de strubbelingen onderling blijven veel te afstandelijk en conventioneel om te kunnen boeien.

Gelukkig is er dan nog sport! Nee, helaas toch niet . Nergens weet Lorenz de liefde voor het spel te laten doorschemeren in zijn film. Vader en dochter zijn wandelende encyclopedieën en weten alles over slaggemiddelden, runs, etc., maar als we daadwerkelijk honkballers aan het werk zien, zijn het arrogante en vervelende mannetjes in flarden van suffe wedstrijden. Die combinatie doet precies wat Gus de computeranalysten met zijn gemopper verwijt: ze halen de ziel en warmte uit het honkbal. Daardoor is Trouble with the Curve op alle fronten beneden de maat.