Er lijkt opeens nieuwe ruimte te ontstaan voor intuïtief werk binnen de vaak zo kapotberedeneerde Nederlandse artistieke film. Ruimte voor surrealisme, voor filmische poëzie, af en toe zelfs doorschakelend naar ronduit vet aangezette symbolische beelden.

Zie de serene openingssequentie van Urszula Antoniak’s Code Blue, waarin een naakte vrouw baadt in een hemels verlichte straal water. Neem Nanouk Leopold, die bij de opnames van haar nieuwe film op zoek zegt te gaan naar een meer ‘organische’ manier van filmen. Maar kijk vooral naar 170 Hz, het speelfilmdebuut van Joost van Ginkel, waarin twee geliefden elkaar in schitterende slowmotion met emmers rode verf te lijf gaan.

En dat niet alleen. Als Evy, de zestienjarige dove hoofdpersoon van 170 Hz, ruzie heeft met haar ouders, zet ze haar tanden met overgave in een citroen. Op zulke momenten roept 170 Hz associaties op met de lyriek uit de Aziatische cinema van onder anderen Kim Ki-Duk. Die liet zijn protagonist onder vergelijkbare omstandigheden al eens rustig een vishaakje doorslikken. Dat verklaart misschien ook waarom 170 Hz werd geselecteerd voor Busan, het belangrijkste Filmfestival van Azië. Van Ginkel’s eerste korte film Zand (2008) werd al vertoond op het Filmfestival van Venetië, won dertien internationale prijzen en schopte het tot Nederlandse Oscar -inzending. Zijn tweede korte film Kus (2009) draaide op het Tribeca Film Festival. 170 Hz ging in september in première op het Nederlands Filmfestival, waar de film de publieksprijs won.

170 Hz is een klassieke lovestory over twee jonge, dove geliefden – Evy ( Gaite Jansen) en Nick (debutant Michael Muller) – die samen weglopen om bij elkaar te kunnen zijn. Door te kiezen voor dove personages schiep Van Ginkel voor zichzelf de vrijheid om een onconventionele, zinnelijke film te maken met een bijzondere, tokkelende, schurende soundtrack. Dialogen zijn in gebarentaal, ondertiteld.

Omgevingsgeluiden zijn vaak wel te horen, maar stemmen worden steevast weggedraaid, waardoor lichaamstaal op de voorgrond komt te staan. Dan blijkt ook het talent van Gaite Jansen, die met alleszeggende blikken in korte tijd schakelt van norsheid naar opwinding en van boosheid naar angst en treurnis als ze ontdekt zwanger te zijn. Alle scènes zijn met bijzondere zorg aangekleed en gekadreerd, en minutieus uitgelicht. Haast iets té, waardoor de zwaar aangezette esthetiek soms onbedoeld een beetje doorschiet naar die van een reclamespot