Een krakkemikkig landhuis, een griezelige pop, een labiele vrouw en een demon die bezit van haar probeert te nemen: van zijn originaliteit moet The Conjuring het duidelijk niet hebben.

Maar als het met een knipoog wordt gebracht, hoeft dat geen probleem te zijn . En dat is dan ook precies wat regisseur James Wan ( Saw, Insidious) vanaf minuut één doet, met zijn bombastische soundtrack en moddervette titelsequentie. Dit is een ouderwetse griezelfilm, en dat mogen we weten ook. Popcorn erbij, en bibberen maar.

Het 'waargebeurde' verhaal – gebaseerd op een zaak van de beruchte paranormale onderzoekers Ed en Lorraine Warren (The Amityville Horror) die 'zo schokkend is dat ze er nooit eerder over hebben verteld' – wordt dan wel weer bloedserieus genomen. Het is 1971 als Roger en Carolyn Perron samen met hun vijf dochters naar een vervallen boerderij in Rhode Island verhuizen. Klapperende deuren en een hond die het huis weigert in te gaan geven al te denken, maar al snel worden verschillende gezinsleden aangevallen door een kwaadaardige entiteit.

De Warrens adviseren een duiveluitdrijving, maar voordat het Vaticaan daar toestemming voor kan geven, moet eerst genoeg bewijs worden vergaard. Vluchten is er voor het gezin niet bij: de demon heeft zich al aan hen geopenbaard, en zal niet rusten tot een van hen mentaal gebroken is.

Het kat-en-muisspel dat volgt is een briljante aaneenschakeling van zorgvuldig opgebouwde spanning,  perfect getimede schrikmomenten en rechttoe rechtaan horror. En zelfs wanneer dat alles plaatsmaakt voor de broodnodige pauzes om de hartslag wat te laten zakken, stelt The Conjuring niet teleur, met dank aan een voor het genre indrukwekkende verzameling acteurs (onder anderen een ijzersterke Vera Farmiga als de paranormaal begaafde Lorraine Warren).

James Wan verstaat de kunst om je met gillende violen en suggestieve camerahoeken tot op het puntje van je stoel te brengen, en je dan toch nog te laten schrikken. Dat lijkt eenvoudig – vooral een kwestie van verleiding en afstoting, net een stilte inlassen als die niet wordt verwacht. En toch bewijst het overgrote deel van het genre dat het nog een hele kunst is om dat goed te doen.

Een horrorfilm zou altijd angstaanjagend moeten zijn maar is dat vaak niet. The Conjuring is dan ook een verademing. Was het einde niet zo teleurstellend en gemakzuchtig geweest, hadden we van een genreklassieker kunnen spreken. Een sequel is al in de maak.