De sprookjesachtige horror van debuterend regisseur Andres Muschietti begint veelbelovend, met grandioze shots van besneeuwde panorama’s en objecten die ‘door de camera heen’ vliegen. Alles onheilspellend en dik aangezet, precies zoals je geneigd bent te verwachten bij de tagline ‘Guillermo del Toro presents’.

Een beurshandelaar vermoordt zijn vrouw, slaat op de vlucht met zijn twee dochtertjes en belandt in een huisje in het woud. Als hij besluit ook de twee meisjes te willen ombrengen wordt er ingegrepen door een mysterieus wezen. Vijf jaar later worden Victoria (Megan Charpentier) en Lilly (Isabelle Nelisse), inmiddels acht en zes jaar oud, teruggevonden in de bossen. Verwilderd en vol wantrouwen richting mensen bewegen ze zich krabachtig voort terwijl ze dierlijke geluiden rochelen. Het contrast van hun jeugdige onschuld en het unheimische aura dat om ze heen hangt raakt doeltreffend een ijzingwekkende snaar.

De zusjes worden bij hun oom Lucas (Game of Thrones-ster Nikolaj Coster-Waldau) en zijn vriendin Annabel ( Jessica Chastain) in huis geplaatst. Terwijl ze langzaam wennen aan de beschaving blijkt het wezen, dat de meisjes liefkozend Mama noemen, ook in het huis rond te waren. In de schaduwen, in hoekjes en scheuren, houdt deze ‘ beschermengel de kindjes nauwlettend in de gaten. De twee volwassenen hebben intussen niets door. Het ene moment druipt daarbij de suspens in dikke, atmosferische klodders van het scherm, het andere moment schreeuwt vooral het volume dat iets eng moet zijn.

De strijd die zich ontwikkelt tussen het wezen en Annabel, de naast de Oscar grijpende Chastain ( Zero Dark Thirty) in een onovertuigende rol als rockchick die eigenijk niets van de kindjes moet hebben, is er een van instincten. De moederlijke intuïtie die zich uit in twee verschillende krachten – bescherming en verstikking – is een interessant gegeven, maar regisseur Muschietti doet er uiteindelijk te weinig mee. De ontwikkeling van Annabel hapert en geeft lange tijd te weinig tegenwicht aan de kwaadaardigheid die in het huis heerst.

Hoe verder de film vordert, hoe meer er een horrorfilm uit de b-regionen doorheen begint te schemeren. Scènes worden eindeloos herhaald (hoe vaak kan een personage nét niet Mama ontdekken in een kast?), de schrikeffecten worden obligaat, de plot langdradig en de climax is even onzinnig als saai.