Welke strategie zou Nicolas Cage hanteren bij het uitkiezen van zijn rollen? Gewoon afwachten wat er binnenkomt en overal ja op zeggen?

Zoiets lijkt zijn cv wel te suggereren. De toch ooit (voor Leaving Las Vegas) met een Oscar beloonde acteur speelde de afgelopen jaren in talloze één- à tweesterrenproducties ( Trespass, Season of the Witch, Stolen), en er ligt alweer veel weinigbelovends in het verschiet (National Treasure 3, The Expendables 3, evangelische propagandafilm (!) Left Behind).

Gelukkig is er af en toe nog een kwaliteitsregisseur die een respectabele rol voor Cage in de aanbieding heeft. Zo liet Werner Herzog hem in 2009 schitteren in The Bad Lieutenant: Port of Call - New Orleans, en nu is hij te zien in het fraaie drama Joe van David Gordon Green.

Joe is gebaseerd op de gelijknamige roman van Larry Brown, een auteur gespecialiseerd in sombere, gewelddadige 'slices of life' die zich afspelen in het Amerikaanse zuiden. De titelfiguur is een opvliegende alcoholist die geregeld heeft vastgezeten, maar vastbesloten is zijn leven weer op de rails te zetten. Het plan: zich dagelijks storten op zijn werk als opzichter bij een ietwat dubieus houtbedrijf, potentiële vijanden uit de weg gaan, en zich niet bemoeien met andermans zaken.

Dat laatste dreigt te mislukken wanneer Joe de jonge Gary ( Tye Sheridan) aanneemt. De naïeve puber – een harde werker – blijkt thuis door zijn vader te worden verwaarloosd en mishandeld, wat Joe voor een dilemma stelt: negeren of helpen?

De plot van Joe verrast niet al te zeer, maar het drama is met veel vakmanschap gemaakt. Prettig dat Cage dus weer eens een sterke rol mag spelen – zijn Joe is mooi ingehouden, zij het met het manische randje dat we van de acteur gewend zijn. Minstens zo goed is tegenspeler Sheridan, die eerder opviel in The Tree of Life van Terrence Malick en Mud van Jeff Nichols (goede bekenden van regisseur Green, die net als hij wonen en werken in Austin, Texas). En dan is er nog Gary Poulter, die de losgeslagen vader van de jongen speelt. Een onvergetelijk type; Green plukte hem letterlijk van de straat in Austin, waar hij zijn dagen sleet. De onervaren acteur had er wellicht een mooie carrière aan over kunnen houden, maar overleed vlak na de opnames aan een dronken valpartij.

Je zou het Texas van Joe nogal grotesk kunnen noemen: er lijken alleen dronkaards, ruziezoekers en halvegaren te wonen. Dat de film niet ten onder gaat aan alle ellende, is te danken aan de poëtische regie van David Gordon Green (Undertow, Prince Avalanche ). De Texaan speelt duidelijk een thuiswedstrijd: steeds opnieuw weet hij te verrassen met een prachtige locatie, een markant visueel detail of een kleurrijke (lokale) bijrolspeler.