‘Ik ben psychisch beschadigd en ik heb rust nodig,’ antwoordt de achtjarige Nino van Doorn gevat als de buurvrouw hem vraagt waarom hij niet op school is. Zij is bezorgd, en niet ten onrechte. Een jaar geleden is Nino’s lieve moeder omgekomen; sindsdien zijn Nino en zijn puberbroer Lucas op zichzelf aangewezen.

Hun vader ligt namelijk depressief in bed of dwaalt rond in de rode jurk van zijn betreurde vrouw. Aan Lucas heeft Nino overigens ook niet veel; die hangt nachtenlang op straat met zijn vrienden. Nino zelf slaapt in een tentje in de tuin, naar school gaat hij niet. Lief en leed deelt hij met zijn konijn Bobby, met wie hij zomaar opeens blijkt te kunnen praten.

Het scenario van Het leven volgens Nino – de openingsfilm van het Cinekid Festival – is geschreven door de Pools-Nederlandse Urszula Antoniak, die furore maakte met compromisloze artfilms als Nothing Personal en Code Blue. De regie is van Simone van Dusseldorp, die onder meer het geslaagde Kikkerdril maakte voor de kleintjes, en de Jan Terlouw-verfilming Briefgeheim voor wat oudere kinderen.

Het resultaat van hun samenwerking is navenant onevenwichtig: een volwassen sprookje voor kinderen dat op net teveel gedachten hinkt.

Belangrijke thema’s zoals de dood, rouw en eenzaamheid worden mooi terloops, maar serieus behandeld. Van jeugdzorg (‘wij helpen ontwrichte gezinnen’) is dan weer een karikatuur gemaakt; de instantie verandert het Jan Steen-huishouden van de Van Doorns in een soort Big Brother-huis, vol camera’s, om het reilen en zeilen in kaart te brengen. Die onorthodoxe methode blijkt nog te werken ook; alle problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon.

Zijn pratende konijn – het knaagdier heeft de stem van cabaretier Ronald Goedemondt; Brigitte Kaandorp, Martin van Waardenberg en Marc-Marie Huijbregts lenen hun stem aan een paard, een hond en een motvlinder – werkt zalvend voor Nino’s zielepijn. Het innemende joch reflecteert nogal wijsneuzerig op zijn leven, ook in voice-over, zoals kinderen eigenlijk alleen maar in films doen.

Die vermenging van stijlen – van quirky coming-of-age en didactisch rouwverwerkingsdrama tot blijmoedig sprookje – en het feit dat alles kan, is tegelijkertijd de zwakte én charme van Het leven volgens Nino.