Bestaat er meer dan we met het blote oog kunnen waarnemen, is de vraag in Woody Allens 47ste film. In ieder geval niet in het wel erg frivole Magic in the Moonlight.

De rode draad die door alle films van Woody Allen loopt, is het ontkrachten van illusies: God is dood en de liefde blijkt een valse belofte. En kreeften willen niet in een pan met kokend water passen. Toch zei Allen ook ooit dat het leven ondraaglijk wordt zonder illusies. En van tijd tot tijd komt hij met een film die duidelijk verlangt dat er meer is tussen hemel en aarde.

Het decor deze keer is de Franse Rivièra in de jaren twintig, in die tijd de belangrijkste dependance van de Europese en Amerikaanse elite. Allens alter-ego van dienst is Colin Firth, die met z’n masker van elegante Britse misantropie een iets ernstiger en verbitterder toon aanslaat dat we gewend zijn van de mannen die Woody Allens gedachten een gezicht geven.

Firth speelt een succesvolle goochelaar – Allen wilde goochelaar worden voordat hij als filmmaker aan de slag ging – die door een vriend gevraagd wordt naar de villa van een rijke Amerikaanse familie in Zuid-Frankrijk te komen. Die familie is in de ban geraakt van een spiritueel medium ( Emma Stone) en Firth moet haar ontmaskeren. Tot z’n ergernis blijkt hij niet ongevoelig voor haar charmes, maar nog ergerlijker is dat hij haar spirituele claims niet kan weerleggen. Zou er in het licht van de eeuwigheid dan toch meer bestaan dan dood en belastingen?

Afgemeten aan waar Allen vorig jaar nog steeds toe in staat bleek in Blue Jasmine, heeft Magic in the Moonlight iets lomps, hoeveel Great Gatsby- stijl vintage jurkjes en zacht zonlicht er ook passeren. De scènes lijken aan elkaar gespijkerde losse sketches in plaats van een vloeiend geheel, en voelen net zo bedacht als de filmposter waarop Madame Tussaud-versies van Firth en Stone in spastische poses aan elkaar zijn geplakt. Niet alleen die poses zijn trouwens onnatuurlijk: de chemie tussen die twee is zo non-existent dat je je niet kunt voorstellen dat ze ooit met elkaar in bed belanden. Maakt niet uit: Allen trekt uit een of andere hoge hoed toch de liefde tevoorschijn.

Film is ook een illusie, maar zo lang de eindtitels niet lopen, willen we dat niet weten. Allen lukt het hier niet om tot die tijd te betoveren.