Het Italiaanse euthanasievehikel Miele is een sympathieke film, vooral dankzij het weerbarstige karakter van de verleidelijke vrouwelijke hoofdpersoon. Het regiedebuut van actrice Valeria Golino wordt echter ook geteisterd door clichés.

Als een ideologisch gemotiveerde doodsengel reist Irene – werknaam Miele, wat honing betekent – door Italië om doodzieke mensen de gelegenheid te geven een eind aan hun leven te maken. Dat doet ze met een vloeistof die in het buitenland gebruikt wordt om honden te laten inslapen. Om niet voor moord aangeklaagd te kunnen worden, volgt ze bij elk huisbezoek een strikt protocol. Wanneer ze ontdekt dat haar laatste klant, een oude architect, lichamelijk in orde is, maar om psychische redenen dood wil, raakt ze in verwarring.

Miele gaat over het morele moeras van de doe-het-zelf-euthanasie. Want is hier wel altijd sprake van ondraaglijk lijden, en zijn die mensen geestelijk helder genoeg om over hun eigen dood te beslissen? Ook Irene's strikte protocol sluit twijfelgevallen niet uit. Bovendien wordt ze royaal beloond, wat haar motivatie nogal troebel maakt.

De opzet is dus veelbelovend, maar de film verwatert: de prikkelende morele dilemma's die toch z'n bestaansreden vormen, worden te gemakkelijk losgelaten. Wat overblijft is een verhaal over een jonge vrouw en een oude man die nooit een eigen plek in de wereld hebben weten te vinden. Dat is eigenlijk te mager. Gemiste kans.

Dat je toch geboeid blijft, heeft alles te maken met Jasmine Trinca's gelaagde vertolking van de hoofdrol. Aan de ene kant is er Miele's vastberadenheid om iets goeds voor anderen te doen en geniet ze van haar ongebonden leventje. Maar achter haar stoïcijnse voorkomen voel je de verwarring, omdat ze niet weet wat ze met dat leven aan moet. Dat maakt van Miele een boeiend, ongrijpbaar personage.

Dat gezegd hebbende, een beetje 'kill your darlings' had de film niet misstaan. Zo had het echt wel wat minder gekund met de metaforen voor Miele's isolement. Duikpakken, rubberen handschoenen, hoofdtelefoons en glazen wanden lepelen de boodschap ondubbelzinnig bij de kijker naar binnen. En dat een schijnbaar nietszeggend – maar 'wink wink' veelbetekenend – terzijde van de oude man over een zwevend stuk papier (lees: de ziel) inderdaad in de slotscène terugkeert, zie je van heel ver aankomen. Zonder zulke clichés was de film een stuk sterker geworden.

Meer over Miele