In Blackhat zijn computerslimmeriken geen nerds, maar stoere kerels en mooie meiden die ook nog eens briljante speurneuzen zijn, en uitstekend kunnen schieten en vechten.

Zoiets kan in een pretentieloze popcornfilm vermakelijk zijn, maar Blackhat is een serieuze, realistisch bedoelde thriller. Dat suggereert regisseur Michael Mann althans in interviews, waarin hij uitlegt dat het verhaal gebaseerd is op uitvoerig onderzoek, en vol actuele details zit.

Een 'blackhat' is een foute hacker. Hoofdpersoon Nicholas Hathaway (Chris Hemsworth) is er zo een , al heeft hij wel een hart van goud. Hathaway is bezig vijftien jaar celstraf uit te zitten omdat hij als adolescent op het verkeerde pad raakte, maar wordt door de FBI ingeschakeld wanneer een andere – écht gevaarlijke – blackhat grote schade toebrengt aan verschillende internationale doelen.

Op het eerste gezicht is Blackhat een typische Michael Mann-film. Sympathieke boeven, eigengereide agenten, urbane decors, gelikt camerawerk, bombastische muziek – alle ingrediënten die we kennen uit Mann-toppers als Heat, The Insider en Collateral zijn aanwezig. Maar inhoudelijk zit de regisseur eerder in de modus van de campy machoserie Miami Vice, waarmee hij doorbrak.

Misschien is hij vooral met de verkeerde scenarist in zee gegaan. Deze Morgan Davis Foehl , een debutant, wekt regelmatig de indruk een puber te zijn die te veel James Bond-films heeft gezien. Met z'n slappe oneliners (Hathaway: 'I'm doing time, but time isn't doing me.'), uit de lucht vallende romantiek, wel heel naïeve agenten, en scènes waarin Hathaway in z'n eentje een hele bende zware jongens uitschakelt. Om nog te zwijgen van de vele stoer gebrachte maar slaapverwekkende dialogen over routers, servers en IP-adressen.

Ook de casting van de hoofdrolspeler lijkt niet ideaal. Al blijft het gissen of Chris Hemsworth ( vooral bekend als superheld Thor) zo stroef acteert omdat hij van die stomme dingen moet zeggen, of gewoon omdat zijn borstkas groter is dan zijn talent. Zijn tegenspelers – onder wie de voor twee Oscars genomineerde Viola Davis – komen niet veel beter uit de verf, dus dat spreekt op zich in zijn voordeel.

Visueel valt er natuurlijk genoeg te genieten, zoals altijd bij Mann. Onder meer van spectaculaire stadsgezichten in Los Angeles, Hongkong en Jakarta. Maar ook hier een kanttekening: sinds de regisseur een jaar of tien geleden aangaf alleen nog digitaal te willen filmen, is zijn werk er beduidend minder fraai uit gaan zien. Juist van Mann verwacht je lekkere glossy beelden, maar de actiescènes in Blackhat zijn van een fletse tv-kwaliteit. Sommige shots lijken wel gefilmd met een smartphone.

Wat rest is een nogal lange, matig amusante film, die in de tweede helft gelukkig wel in spanning toeneemt. En in het slot zowaar nog een leuk Nederlands tintje krijgt.